Uit het nieuws 28-09-2020

 

Door: Franklin ter Horst       (To translate my newsletter into different languages, click here)

Twintig jaar geleden stuurde massamoordenaar Arafat zijn wandelende zelfmoordbommen naar Israël.

Het is deze maand twintig jaar geleden dat de terreurleider van de Palestinian Liberation Organisation (PLO) aartsterrorist Jasser Arafat, idool van wereldleiders en vooral de Verenigde Naties, zijn wandelende zelfmoordbommen naar Israël stuurde om daar zoveel mogelijk onschuldige Israëlische burgers te vermoorden. 1100 Israëliërs verloren daarbij het leven. Ook in Nederland had deze massamoordenaar talrijke fans. De voormalige Nederlandse premier Balkenende ging zelfs zover een krans op het graf van deze schurk te leggen. Wat een minachting voor de vele onschuldige Israëlische slachtoffers.

De tweede Intifada begon met de mislukte onderhandelingen in juli 2000 in Camp David onder leiding van de voormalige Amerikaanse president (slick Willy) Bill Clinton.Gedurende het Camp David overleg aanvaarde de toenmalige Israëlische premier Ehud Barak alle door Bill Clinton opgedrongen voorstellen en was de Israëlische regering bereid een Palestijnse staat te erkennen in delen van het aloude thuisland Samaria en Judea. Daarnaast was Israël bereid zowel het oostelijk deel van Jeruzalem als ook de Tempelberg op te geven. Het leger zou uit dit gebied vertrekken, met uitzondering van een klein aantal strategisch gelegen dorpen w.o. Ariël en Ma’ale Adomien. Ehud Barak kwam Arafat verder tegemoet dan al zijn voorgangers bij elkaar-inclusief Rabin en Peres.

Camp David: Ehud Barak-slick Bill Clinton en aartsterrorist Jasser Arafat

Juist onder Clintons regeerperiode kreeg Arafat alle vrijheid de Oslo-akkoorden met voeten te treden, maar om het nep Oslo-proces niet te frustreren werden Arafat gepleegde misdaden door Clinton door de vingers gezien.

Ondanks de verregaande concessies van Israël zei Arafat nee, omdat hij weigerde van het zogenaamde recht op terugkeer van de Arabische vluchtelingen naar het huidige Israël af te zien. Barak wilde een beperkt aantal van 70.000 Arabieren toelaten, maar dat vond Arafat niet genoeg. Zijn plan was er 3 miljoen naar Israël te sluizen en zodoende langs demografische weg het einde van de staat Israël naderbij te brengen. De onderhandelingen werden zonder enig resultaat op 25 juli 2000 afgesloten.

Arafat liet de top mislukken want hij was niet naar Camp David gekomen om een overeenkomst te bereiken. Het is nooit zijn bedoeling geweest om tot een akkoord met Israël te komen. De dag na de top riep hij alweer dat het bezit van Jeruzalem desnoods met geweld bereikt diende te worden en kon zich verheugen op een grote schare supporters wereldwijd, waaronder kerkelijke machthebbers, wereldleiders en niet te vergeten de Israël hatende internationale media.

Arafat heeft nooit de kansen gepakt die hem van Israëlische zijde zijn aangeboden op een eigen PLO-staat. Dat is ook nooit zijn bedoeling geweest want zijn doelstelling was en dat is nog steeds ook die van de huidige terreurleiders in Ramallah, de totale vernietiging van Israël. Israëls toenmalige minister van Buitenlandse Zaken, Shlomo Ben-Ami, verklaarde later ook dat Arafat van meet af aan niet van plan is geweest echte vrede met Israël te sluiten.

Oorlogsmagazijnen waren al ruim van tevoren ingericht met wapens en munitie, met voedsel, water en olie en generatoren. De “Moloch cultus” waarbij in oude tijden kinderen werden geofferd, werd door Arafat weer nieuw leven ingeblazen. Hij noemde deze kinderen zijn kleine martelaren de " Generaals van de stenen ". In de praktijk stuurde hij ze op pad met een bomgordel om zich op te blazen.

De bevolking werd in de media en in moskeeën opgehitst tot het aangaan van een gewelddadige confrontatie met Israël waardoor de zaak volledig escaleerde. Als start voor de opstand liet Arafats goed geoliede propagandamachine via pamfletten de leugen verspreiden dat Israëls premier Ariel Sjaron op 28 september 2000 de eerste steen had gelegd voor de bouw van een Joodse Tempel op de Tempelberg. De Verenigde Naties, diverse wereldleiders en de Israël hatende mainstream media haastten zich Sjarons bezoek te veroordelen als een ernstige provocatie. Het bezoek van Sjaron aan de Tempelberg was echter van tevoren met Arafat en trawanten overlegd. Bovendien waren Arafats volgelingen al een week voor Sjarons bezoek aan hun nieuwe reeks gewelddadigheden begonnen. Daarvan was niets in de media terug te vinden.

Ariel Sjaron bezoekt de Tempelberg

Op 2 maart 2001 zei Imad Faluji, PLO-minister van communicatie op een PLO bijeenkomst in het Ein Hilwe ‘vluchtelingenkamp’ in Zuid Libanon, dat deze intifada niets van doen had met Sjarons bezoek aan de Tempelberg, maar dat de voorbereidingen voor de nieuwe opstand tegen Israël al in juli 2000 waren begonnen, na het mislukken van de top in Camp David tussen Clinton, Barak en Arafat. Zelfs de Fatah-Tanziem terreurleider Marwan Barghouti vertelde de Jeruzalem Times in juni 2001, dat de start van de Intifada niets te maken had met Sjarons bezoek aan het Tempelplein.

"Revolutie tot de overwinning" klonk de alom gehoorde kreet en oorlog aan de zionistische bezetter. Ook de rest van de wereld raakte in rep en roer. En geheel volgens planning stuurde Arafat zijn hellehonden de straat op om Israëli’s te vermoorden. Hanai al-Hassan, een hoge adviseur van Arafat verklaarde al in de zomer van 2000 dat er een nieuwe intifada op stapel stond en dat deze niet alleen met stenen zou worden uitgevochten, maar dat er een heel scala aan nieuwe wapens ingezet zou worden. Ook de Israëlische veiligheidsdiensten en de media berichtten al een paar maanden voor het begin van de opstand dat het bewind een nieuwe intifada aan het voorbereiden was.

Arafats moordende ‘martelaren’ richten niet alleen hun blik op onschuldige Israëlische burgers, maar ook de christenen moesten het ontgelden. Christelijke begraafplaatsen werden verwoest, telefoonverbindingen naar kerken doorgesneden christenen uit hun huizen verdreven, vermoord, verkracht, stelselmatig vervolgd, gemolesteerd en geïntimideerd. De Wereldraad van kerken deed er het zwijgen toe. Met name de Fatah-Tanziem terreurbeweging onder leiding van Marwan Barghouti zaaide tussen 2000-2002 doodsangst onder de christelijke bevolking van onder meer Bethlehem en Beit Jala, een dorp nabij Bethlehem. Beit Jala werd ook als basis gebruikt voor het beschieten van Gilo, een buitenwijk van Jeruzalem. Dit gebeurde zelfs vanaf de christelijke begraafplaats in Beit Jala, vanaf het plein voor de Sint Nicolaaskerk en ook vanuit de kerk zelf.

De vroegere PLO-minister Nabil Amer stelde Arafat verantwoordelijk voor het bloedvergieten en de chaos in de door hem bestuurde gebieden. Hij beschuldigde Arafat ervan het Camp David overleg te hebben laten ploffen en zijn volk van catastrofe naar catastrofe te hebben geleid. In 2002 verscheen in het Arabische dagblad Al-Sharq Al-Awsat, dat in Londen verschijnt, een serie artikelen van een Arabische diplomaat onder de naam Abu Ahmad Mustafa. Hij schrijft dat de intifada uiteindelijk een misdaad tegen de eigen bevolking opleverde.

Op 26 december 2012 vertelde Suha Arafat op Dubai-tv dat haar man de 2e intifada beraamde kort na het mislopen van het Camp David overleg in juli 2000. Tijdens een interview met de Turkse krant Sabah onthulde zij dat het leven met haar man een “Hel” voor haar was. Zij vergeleek zijn woede uitbarstingen als een gang door een mijnenveld voor haar. Op zijn verzoek was zij na haar huwelijk van het christendom overgegaan naar de islam. Zij zegt meer dan honderdmaal een verzoek te hebben gedaan van hem te scheiden, maar dat werd steeds door hem geweigerd.

Tijdens het begin van de intifada gaf Arafat de terreurbeweging Hamas de opdracht tot het uitvoeren van een serie militaire operaties’ in het hart van de Joodse staat. Dit is op 28 september 2010 bekend gemaakt door Hamasleider Mahmoud Zahar. Het ging om zelfmoordaanslagen op Israëlische burgers. Dit was de eerste keer dat een leider van Hamas onthulde dat diverse door Hamas gepleegde zelfmoordaanslagen gedurende de 2e intifada waren uitgevoerd in opdracht van Arafat.

Een van de meest gruwelijke zelfmoordaanslagen van Arafats wandelende zelfmoordbommen vond plaats op 1 juni 2001.Toen blies een zelfmoordterrorist zich op buiten de Dolphin discotheek in Tel Aviv. Daarbij kwamen 21 teenagers om het leven en raakten er 132 gewond. Zeventien vonden onmiddellijk de dood en vier stierven later aan hun verwondingen. De terrorist mengde zich tussen een grote groep teenagers die in de rij stonden te wachten om in de discotheek binnengelaten te worden. Terwijl hij zich in de rij wachtende bevond, blief hij zichzelf op. De bom bevatte een grote hoeveelheid metalen objecten- inclusief metalen balletjes en schroeven- gemaakt om er zoveel mogelijk slachtoffers mee te maken. Het merendeel van de teenagers waren jongeren uit de voormalige Sovjet Unie.

Een andere aanslag vond plaats op 9 augustus 2001.Toen blies een op pad gestuurde zelfmoordenaar zich met een spijkerbom op in de Sbarro pizzeria op de hoek van de King George straat en de Jaffastraat in het centrum van Jeruzalem. Het restaurant zat tijdens de aanslag, vol met mensen die de lunch gebruikten. Er vielen 15 doden onder wie zeven kinderen en 130 gewonden. Onder de doden bevonden zich vijf  gezinsleden van de familie Schijveschuurder. De vader, de moeder, hun dochter Ra’aya van 14, Avraham Yitzhak zoon van 4 en dochter Hemda van 2 jaar. De terreurgroepen Islamitische Jihad en Hamas eisten de verantwoordelijkheid op voor deze afschuwelijke moordpartij.

  Links Zelfmoordaanslag op het Sbarro-restaurant in Jeruzalem op 9 augustus 2001. Rechts de omgekomen leden van de familie Schijveschuurder.

Het ging om een bom volgepakt met spijkers, schroeven en bouten om een zo groot mogelijk aantal slachtoffers te maken. Waarschuwing: de beelden zijn gruwelijk! Bij deze aanslag verloren Arnold en Frimeth Roth hun dochter Malki. De vijftienjarige Malki Roth besloot met haar vriendin Michal iets te gaan eten in deze pizzeria. Niet wetend dat de PLO-zelfmoordterrorist Izz al-Din Shuhail al-Masri die dag had uitgekozen om zichzelf in die eetgelegenheid op te blazen. Aanvankelijk konden haar ouders hun dochter niet vinden. Tegen middernacht kregen ze een telefoontje, om naar het ziekenhuis te komen. „Het was de langste reis die ik ooit heb gemaakt”, vertelde vader Arnold in een eerder interview. Ahlam Tamimi kreeg 320 jaar gevangenisstraf voor haar aandeel in deze aanslag en heeft bij herhaling verklaard geen berouw te hebben van haar daad en hetzelfde weer zou doen na vrijlating.

Op 27 maart 2002 liep de zelfmoord terrorist Abdel-Basset Odeh, ongestoord het restaurant van het Park Hotel in de kustplaats Netanya binnen en blies zich op met een zelfmoordgordel waarbij 30 mensen de dood vonden en 140 gewonden vielen waarvan 20 ernstig. In het hotel bevonden zich op het moment van de aanslag 250 gasten. De slachtoffers, voornamelijk oudere mensen, zaten aan de traditionele Pesach maaltijd waarbij de bevrijding van het Joodse volk uit Egypte wordt herdacht. In reactie op de aanslag in Netanya mobiliseerde Israel duizenden reservisten en begon de maandlange Operation Defensive Shield om terreurnetwerken in de gebieden die onder controle van het PLO-bewind staan, te vernietigen. Vlak voor Pesach van 2011 werd bekend dat het PLO-bewind de familie van Abdel-Basset Odeh, de terrorist die de aanslag uitvoerde, een speciale oorkonde heeft gekregen van PLO-minister Issa Karake.

Na de gruwelijke aanslag op de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem op 31 juli 2002 waarbij negen doden vielen waaronder vier Israëli’s en vijf buitenlanders gingen naar schatting 10.000 aanhangers van Arafats moordmachine feestend de straat op. Muziek galmde uit luidsprekers en jong en oud zongen en dansten door de straten.

De wereldleiders lieten geen enkel protest horen tegen de afschuwelijke moordpartijen door wandelende zelfmoordbommen op onschuldige Israëlische burgers. Integendeel, ze bleven het verachtelijke moorddadige en corrupte geboefte in Ramallah gewoon met honderden miljoenen steunen. En nog steeds vloeien er miljoenen in de zakken van deze misdadigers. Wat waren ze dol op de massamoordenaar Jasser Arafat wiens handen dropen van het bloed van zijn onschuldige slachtoffers. Wat een lovende woorden van de wereldleiders voor deze schurk. Vandaag zit er zo’n uitgesproken sympathisant van Arafat in de Nederlandse regering. Bilderberger (2018-2019) Sigrid Kaag van D66 , minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in het kabinet-Rutte III. De media maakte tijdens de gruwelijkste moordaanslagen aan de lopende band berichtten wereldkundig die rechtstreeks afkomstig waren uit de leugenachtige PLO-propagandamachine. Wat een haat, wat een woedende gezichten richting Israël en wat een smerige leugenachtige rapporten.

In een uitzending van de PLO-tv op 26 januari 2002, riep Arafat op Jeruzalem te bevrijden: “Ja, broeders, met onze ziel en ons bloed zullen wij u bevrijden, O Palestina. Dit is de wens van de bevolking die uitmunt in kracht. Dit is onze geheime afspraak. Wij zijn klaar om deze taak te volbrengen. Allah is groot. Glory aan Allah en zijn profeet. Jihad, jihad, jihad, jihad, jihad, totdat Jeruzalem van de Joden is bevrijd.” Terwijl de moordpartijen op onschuldige Israëlische burgers volop aan de gang waren riep de terreurbaas plotseling in een ingezonden brief in de New York Times op, de vredesonderhandelingen te hervatten en schreef hij dat de daders van de terreuraanslagen op burgers in Israël zijn volk niet vertegenwoordigden: “het zijn terroristische organisaties en ik ben vastbesloten hun activiteiten te beëindigen.” Maar deze uitspraak was niets anders dan een waardeloze publiciteitsstunt.

Ehud Barak noemde op 3 juli 2002, in zijn eerste officiële interview na zijn ambtsperiode als premier van Israël, Arafat een serieleugenaar en de Amerikaanse bemiddelaar Anthoni Zinni omschreef Arafat als de meest onbetrouwbare persoon die hij in zijn leven had ontmoet. De voormalige New Yorkse burgemeester Rudy Giuliani noemde hem een moordenaar en een terrorist. Giuliani gaf daarbij als voorbeeld de schandalige moordpartij op de gehandicapte Leon Klinghoffer de Amerikaan die werd vermoord tijdens de kaping van de Achille Lauro. De 69-jaar oude Klinghoffer zat in zijn rolstoel aan boord van het schip toen het op 7 oktober 1985 werd gekaapt door vier PLO-terroristen. Hij werd door hen doodgeschoten en zijn lichaam werd overboord gegooid voor de ogen van zijn vrouw. Klinghoffer en zijn vrouw hadden de cruise geboekt om hun trouwdag te vieren.

Leon Klinghoffer vermoord tijdens kaping van de Achille Lauro

Leugens als integraal onderdeel van hun terreur tegen Israël

Sinds de tijd dat Dr.Joseph Paul Goebels, hoofd van de Nazi propagandamachine was, is er zelden zoveel gelogen als door Arafat en zijn bende en door de internationale media waaronder CNN. Zo maar een voorbeeld:

Op 2 april 2003 meldde de PLO-tv dat een priester genaamd Jack Amateis door het IDF was vermoord en dat er een groot aantal monniken gewond waren geraakt tijdens de gebeurtenissen rond de Geboortekerk in Bethlehem. Het Vaticaan en de Italiaanse regering protesteerden onmiddellijk en spraken van een barbaars optreden. CNN verslaggever Jerrold Kessel strooide nog wat extra zout in de wonde door een uitspraak van Arafat te citeren waarin deze het IDF ervan beschuldigde met deze moord alle grenzen te hebben overschreden. In werkelijkheid mankeerde de priester niets want hij stond een dag later springlevend een aantal journalisten te woord. Toen hij hoorde welk verhaal er over hem de ronde deed, belde hij de ambassade van het Vaticaan in Israël dat noch hem noch anderen ook maar iets was overkomen. Op 4 april bood de ambassadeur van het Vaticaan Cardinaal Pietro Samari, zijn verontschuldigingen aan het IDF aan voor het valse bericht. De hele internationale media heeft de ‘dood’ van de priester groots uitgemeten en de leugen nooit gerectificeerd. 

Het vermoorden van onschuldige Israëlische burgers loonde want vanaf het begin van de 2e intifada betaalde de Iraakse dictator Saddam Hoessein 10.000 dollar voor iedere volgeling van Arafat die bereid was als martelaar te sterven in de terreur tegen Israël. Medewerkers van het Arabisch Bevrijdingsfront leverden het geld dan drie dagen na de dood van de martelaar af bij zijn familie. Ook Arafat reikte cheques uit van 1000 dollar voor een dode en 300 dollar voor een gewonde martelaar, maar dat bleken achteraf valse cheques te zijn.

Het was Arafat die het pad van geweld had gekozen en niet Israël zoals velen graag willen geloven. Hij was verantwoordelijk voor de moreel verachtelijke daden van terreur. De internationale media verlustigde zich aan het ziekmakende aanblik van PLO-bendes die speelden met ledematen van gedode Israëlische militairen en de bloederige beelden van verminkte Israëlische lichamen, de slachtoffers van busexplosies. Arafat verheugde zich in de aanblik van de dood van zijn eigen mensen die de rol van slachtoffer prefereerden.

5% muur

Het Palestijnse geweld leidde rechtstreeks tot de bouw van het Anti terreur hek. Daar was het Internationaal Gerechtshof in Den Haag niet blij mee want veertien van de vijftien rechters van het hof achtten de afscheiding in strijd met het internationaal recht en kozen met deze uitspraak zoals verwacht, de kant van Jasser Arafats moordende bendes. In het 60 pagina’s tellend document is met geen woord gesproken over de essentie van de afscheiding. Ook in de 88 bijlagen werd er niet over gerept. De rechters hebben er geen enkele rekening mee gehouden dat de aanleg van de afscheiding puur noodzakelijk was teneinde de PLO-moordenaars de toegang tot het land te beletten. Na de aanleg zijn de aanslagen tot een minimum beperkt.

Op 20 juli 2004 nam de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een niet bindende resolutie aan die de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof in Den Haag ondersteunde en de afscheiding als illegaal brandmerkte. De VN eiste dat Israël zich diende te houden aan de uitspraak van het Hof dat het Anti Terreurhek moest worden ontmanteld en de Arabieren schadeloos gesteld dienden te worden voor de geleden schade. 150 landen stemden voor de resolutie, 6 landen tegen en 10 landen onthielden zich van stemming.

Tegen stemden Israël, de Verenigde Staten, Australië, Micronesië, de Marshalleilanden en Palau. Tijdens de stemming over deze klucht stemden dankzij de inspanningen van EU-voorzitter Nederland, alle 25 landen van de Europese Unie unaniem vóór de resolutie waarin Israël veroordeeld werd. Het Rode Kruis noemde de bouw van het hek strijdig met de Conventies van Genève. Amnesty International noemde op 19 februari 2004 de ‘barrière’ een schending van het internationaal recht en Human Rights Watch en vele andere mensenrechtenorganisaties spraken zich uit tegen de afscheiding en steunden de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof en de VN-resoluties.

Het Anti-terreurhek is niet de zaak waar het in werkelijkheid om draait. Waar het om gaat is dat men iedere gelegenheid aangrijpt om Israël te demoniseren. Wereldleiders, diplomaten, de internationale media, en zelfs rechters zijn bereid daarvoor de kant te kiezen van gangsters, bedriegers en moordenaars.

Franklin ter Horst

Klik hier om u af te melden voor mijn nieuwsbrief

Terug naar: Inhoud