Slot
Door: Franklin ter Horst
Met dank aan het Bijbelstudieteam Jur van Calkar en
Simonida Dijkhuis-Nijhof voor hun medewerking aan deze Bijbelstudie.
Openbaring 22:6-7-8-9-10 “En Hij zeide tot mij: Deze
woorden zijn getrouw en waarachtig, en de Here, de God van de geesten der
profeten, heeft zijn engel gezonden om zijn knechten te tonen hetgeen weldra
geschieden moet. En zie, Ik kom spoedig. Zalig hij,
die de woorden der profetie van dit boek bewaart! En ik, Johannes, ben
het die deze dingen hoorde en zag. En toen ik ze gehoord en gezien had, wierp
ik mij neder voor de voeten van de engel, die ze mij toonde, om te aanbidden. Maar hij zeide tot mij: Doe dat niet! Ik ben een
mededienstknecht van u en van uw broederen, de profeten, en van hen, die de
woorden van dit boek bewaren; aanbid God!”
Het
eerste wat in deze tekst opvalt, zijn de woorden “getrouw en waarachtig”. Hij,
die getrouw en waarachtig is, spreekt ook woorden die getrouw en waarachtig
zijn. Het zijn woorden met een enorme betekenis. Hier wordt met enkele woorden
een terugblik gegeven op alles wat ons in het voorafgaande geopenbaard is. In
het begin van het boek Openbaring wordt gezegd dat Jezus/Yeshua Zijn
boodschapper tot Johannes
gezonden heeft om hem deze dingen bekend te maken. Aan het einde van het
boek voegt Jezus/Yeshua daar een persoonlijk getuigenis aan toe als Hij zegt:
Ik, Jezus, heb Mijn boodschapper gezonden om voor u van deze dingen te
getuigen. Openbaring is één machtig en waarachtig getuigenis van de komst van
Jezus/Yeshua om de wereld, Zijn Koninkrijk in bezit te nemen, mede met het doel
de vijanden te elimineren en vooral om een nieuwe hemel en een nieuwe aarde te
kunnen scheppen, waar gerechtigheid heerst.
De
Openbaring is voor velen een onbegrepen, door anderen verguisd boek. Het is
Jezus/Yeshua die ons uit dit boek toespreekt. Openbaring is dus niet een
onnaspeurlijk en ondoorgrondelijk boek waar niets van te begrijpen valt. Een
ongeestelijk mens kan het ook niet begrijpen.
Daniël 12:10 “Velen zullen zich
laten reinigen en zuiveren en louteren, maar de goddelozen zullen goddeloos
handelen; en geen der goddelozen zal het verstaan, maar de verstandigen zullen
het verstaan.”
Het
gaat duidelijk om een boek met een diep ernstige waarschuwing aan een wereld
die Gods Woord tot een fabel hebben gemaakt.
Het
woord ‘spoedig’ speelt in Openbaring een belangrijke rol, daar Jezus/Yeshua tot
vier maal toe zegt: ‘Ik kom spoedig’. Aan Filadélfia
belooft Hij dat Hij spoedig zal komen en Hij eindigt met dezelfde belofte: Zie,
Ik kom spoedig’. Voor de gemeenten die in Openbaring 2 en 3 genoemd worden,
evenals voor de gelovigen vandaag, geldt dat Jezus/Yeshua elk ogenblik kan
komen. Geen enkele generatie heeft zoveel reden gehad als de onze om de woorden
die Jezus/Yeshua hier driemaal uitspreekt, ernstig te nemen: ‘Ik kom spoedig’.
Allen
die met het boek Openbaring de spot drijven, die deze machtige profetie
relativeren of de betrouwbaarheid ervan in twijfel trekken, zullen daar eens
verantwoording voor moeten afleggen. God heeft met dit boek Zijn eigen gezag
bezegeld. Het boek maakt van het begin tot het einde duidelijk dat er veel
strijd zal zijn om in te gaan. Er wordt nadrukkelijk gewaarschuwd om de
profetieën niet te verachten en voor wetteloosheid, het verwerpen van de Thora.
Het gevolg hiervan is dat men de beide beesten gaat volgen:
2 Timotheüs 3:13 “Maar slechte mensen en bedriegers zullen van
kwaad tot erger komen; zij verleiden en worden verleid.”
Het
boek maakt van het begin tot het einde duidelijk dat er veel van het goede dat
te winnen valt maar er wordt ook nadrukkelijk gewaarschuwd voor de gevaren die
de mensheid bedreigen waaronder de wetteloosheid en het volgen van de beide
beesten. Aan de bewaring van dit boek is een uitdrukkelijke zaligspreking van
Jezus/Yeshua Zelf verbonden! Er bestaat een opvallend verschil in de afsluiting
van de profetie van Daniël en die van Johannes. Daniël ontvangt het bevel:
Daniël 12:4 “Maar gij, Daniël, houd
de woorden verborgen, en verzegel het boek tot de eindtijd; velen zullen
onderzoek doen, en de kennis zal vermeerderen.”
In
de tijd van Daniël lag de ontsluiting van de tijd nog in de verre toekomst. De
“openbaring”door Daniël moet worden verzegeld tot de eindtijd. Het is echter
geen verzegeling voor altijd. De verzegeling geldt tot de eindtijd en deze
eindtijd is met de vervulling van de profetieën van Johannes gekomen, met de
“openbaring van Jezus Christus” die de Waarheid is. In Openbaring is de tijd
nabij. Dat is ook een belangrijke aanwijzing voor de ware gelovigen. De
Openbaring is niet bestemd voor slechts een kleine groep van ingewijden, maar
voor alle ware gelovigen. Er is bij God geen uitstel, geen afstel. De oogst
rijpt! Wie een vriend van de wereld wil zijn, wordt tot een vijand van God.
Meer dan ooit is het de tijd om de inhoud van dit boek als Waarheid aan te
nemen. Johannes betuigt nog eens uitdrukkelijk, dat hij dit alles met eigen
oren en ogen gehoord en gezien heeft. Als een gewoon mens heeft hij dingen
aanschouwd waar hij diep van onder de indruk is geraakt.
Er
zijn tekenen van de openbaar-wording van Jezus/Yeshua en van Zijn terugkeer. In
de eerste plaats het gebeuren met Israël. Waar in het begin van het boek de
schrijver een zaligspreking verbindt aan het lezen, horen en bewaren van deze
profetie, is het aan het einde Jezus/Yeshua Zelf, die in de stem van de troon
ons verzekert: “Gelukkig is hij die de woorden van de profetie van dit boek
bewaart.”Dit alles wordt gevoegd bij de zeven maal herhaalde vermaning: die een
oor heeft, hij moet horen wat de Geest tot de gemeenten zegt”. De tijd moet
“vol” worden, de profetie moet worden “volgemaakt”vervuld en daarom moet de
reine nog reiner worden en de onreine nog onreiner en de rechtvaardige
rechtvaardiger en de onrechtvaardige onrechtvaardiger. Alles moet tot uitersten
komen in de eindfase van Gods plan met de mensheid. Als de Bijbel de mensen
niet tot verootmoediging en tot inkeer brengt, dan verharden de mensen in de
ongerechtigheid en de zonden, in de rebellie tegen God.
Het
boek Openbaring is de mens geschonken met de meest genadevolle bedoelingen. Het
laat dit in de beschrijving van de grote gerichten zo duidelijk zien: enerzijds
de massa die ondanks de zware oordelen zich niet bekeert, maar slechts tot
groter anarchie en haat tegen God komt; anderzijds de schare die zich bekeert,
die gereinigd en geheiligd wordt die beloond wordt met heerlijke beloften van
eeuwige heerlijkheid, vol van een toekomstperspectief.
Dit betekend dat men afstand zal moeten nemen van alle
occulte manifestaties. Op mijn
website staan een groot aantal artikelen over al deze verderfelijke
manifestaties, die het Licht van God in duisternis veranderen.
Galaten 5:19-20-21 “Het is duidelijk, wat de
werken van het vlees zijn: hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij,
toverij, veten, twist, afgunst, uitbarstingen van toorn, zelfzucht, tweedracht,
partijschappen, nijd, dronkenschap, brasserijen en dergelijke, waarvoor ik u
waarschuw, zoals ik u gewaarschuwd heb, dat wie dergelijke dingen bedrijven,
het Koninkrijk Gods niet zullen beërven.”
De ware
gelovigen in Jezus/Yeshua weten dat hun geluk en welzijn een erfenis
is en alleen daarom zullen zij vastbesloten in de strijd moeten staan, en daarom
worden zij rechtvaardiger, reiner, heiliger. In Hem, niet door zichzelf.
1 Korinthiërs 15: 58 “Daarom, mijn geliefde
broeders, weest standvastig, onwankelbaar, te allen tijde overvloedig in het werk
des Heren, wetende, dat uw arbeid niet vergeefs is in de Here.”
Velen
zien het boek Openbaring als niet ter zake doend waardoor ze een prooi worden
van Gods tegenstander. Huldrych
Zwingli schreef: 'uit de Openbaring nemen wij geen gegevens
aan, want het is geen bijbels boek'. Maarten Luther zei
over Openbaring: 'mijn geest kan zich
daarin niet vinden en mij is het oorzaak genoeg om het niet hoog te schatten,
dat Christus daarin niet wordt geleerd. Daarom blijf ik bij de boeken, die
Christus helder en duidelijk verkondigen'. Calvijn heeft van alle
Bijbelboeken een verklaring, behalve van Openbaring. Uit: J.J. Buskes over
Openbaring (de laatste strijd).
Openbaring 22:11-12-13-14-15 “En hij
zeide tot mij: Verzegel de woorden van de profetie van dit boek niet, want de
tijd is nabij. Wie onrecht doet, hij doe nog
meer onrecht; wie vuil is, hij worde nog vuiler; wie rechtvaardig is, hij
bewijze nog meer rechtvaardigheid; wie heilig is, hij worde nog meer geheiligd.
Zie, Ik kom spoedig en mijn loon is bij Mij om een ieder te vergelden, naardat
zijn werk is. Ik ben de alfa en de omega, de eerste en
de laatste, het begin en het einde. Zalig zij, die
hun gewaden wassen, opdat zij recht mogen hebben op het geboomte des levens en
door de poorten ingaan in de stad. Buiten zijn de
honden en de tovenaars, de hoereerders, de moordenaars, de afgodendienaars en
ieder, die de leugen liefheeft en doet.
Openbaring
waarschuwt uitvoerig zich niet te laten misleiden door dwaalleraren die een
schijnchristendom belijden. Zij zullen straks de verlokkingen van de
pseudo-messias niet kunnen weerstaan en zullen in de confrontatie met de
oordelende God terechtkomen. God zal Zijn haters ontmaskeren. Bij de genoemde
honden moet men niet denken aan echte honden, maar aan goddelozen, boosdoeners,
tovenaars, koningen en machthebbers. In de Bijbel worden heidenen met honden aangeduid. (Psalm
22:16 – Matth. 7:6 - Matth. 15:27) Het gaat om de religieuze hoereerders, de afgodendienaars en ieder die de leugen
liefheeft en doet. Het is tevens aan de ware gelovigen van deze dingen te
getuigen.
Alles
wijst op een toespitsing van de tegenstelling, tussen de kinderen Gods en de
volgelingen van satan. De echte tarwe en de valse tarwe moeten gelijk opgroeien
tot de oogst opdat met de valse tarwe ook de goede niet zou worden
uitgetrokken. Tijdens de groei zou uittrekken van de valse tarwe funest zijn,
omdat deze sprekend lijkt op de echte. Alleen bij het volgroeien zien we
duidelijk wat goede en wat valse tarwe is. Nu kunnen de naamchristenen en de
echte gelovigen nog vermengd worden, maar hoe meer het einde nadert, des te
meer komt het ware gelaat naar voren.
Matthéüs 13: 25 t/m 30 “Doch terwijl
de mensen sliepen, kwam zijn vijand en zaaide er onkruid overheen, midden
tussen het koren, en ging weg. Toen het graan opkwam en vrucht zette, toen
kwam ook het onkruid te voorschijn. Daarna kwamen de slaven van de eigenaar en
zeiden tot hem: Heer, hebt gij niet goed zaad in uw akker gezaaid? Hoe komt hij
dan aan onkruid? Hij zeide tot hen: Dat heeft een vijandig mens gedaan. De
slaven zeiden tot hem: Wilt gij dan, dat wij het bijeenhalen? Hij zeide: Neen,
want bij het bijeenhalen van het onkruid zoudt gij tevens het koren kunnen
uittrekken. Laat beide samen opgroeien tot de oogst. En in de oogsttijd zal ik
tot de maaiers zeggen: Haalt eerst het onkruid bijeen en bindt het in bossen om
het te verbranden, maar brengt het koren bijeen in mijn schuur.
Na
alles wat in het boek Openbaring aan heil en onheil is voorzegd, besluit God
het boek met het ernstigste beroep op de mens dat nog mogelijk is. De tijd is
nabij. Wie onrecht doet, hij doet nog meer onrecht. Wie vuil is, hij worden nog
vuiler. Wie rechtvaardig is, hij bewijze nog meer rechtvaardigheid. Wie heilig
is, hij worden nog meer geheiligd:
Daniël 12:10 “Velen zullen zich
laten reinigen en zuiveren en louteren, maar de goddelozen zullen goddeloos
handelen; en geen der goddelozen zal het verstaan, maar de verstandigen zullen
het verstaan.”
Zie,
Ik kom spoedig en Mijn loon is bij Mij om een ieder te vergelden naardat zijn
werk is. Nu alles gezegd is, alles voorzegd, alles uitgesproken, nu alle profetie
is samengebald in het laatste Bijbelboek, en de openbaring van Jezus/Yeshua
aanstaande is, wordt de balans opgemaakt.
Wie
gelooft en verstaat dat het boek Openbaring de gelovigen voorbereidt op het
ontzaglijke wereldeinde dat te komen staat, die zal God loven om dit
onvoorstelbaar troostende, rijke en onthullende sluitstuk wat door Jezus/Yeshua
aan Johannes is geopenbaard. Straks als Hij komt wordt alles nieuw gemaakt. Uit
genade, alleen uit genade:
Jesaja 1:18 “Komt toch en laat ons
tezamen richten, zegt de Here; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen
wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als
witte wol.”
Openbaring 22:16-17-18-19-20-21 “Ik,
Jezus, heb mijn engel gezonden, om ulieden dit te betuigen voor de gemeenten.
Ik ben de wortel en het geslacht van David, de blinkende morgenster. En de
Geest en de bruid zeggen: Kom! En wie het hoort, zegge: Kom! En wie dorst
heeft, kome, en wie wil, neme het water des levens om niet. Ik betuig aan een
ieder, die de woorden der profetie van dit boek hoort: Indien iemand hieraan
toevoegt, God zal hem toevoegen de plagen, die in dit boek beschreven zijn; en indien iemand afneemt van de woorden van het boek dezer
profetie, God zal zijn deel afnemen van het geboomte des levens en van de
heilige stad, welke in dit boek beschreven zijn. Hij, die deze dingen
getuigt, zegt: Ja, Ik kom spoedig. Amen, kom, Here Jezus!De genade van de Here
Jezus zij met allen.”
In deze tijd staan we nog in de strijd die begon in
Genesis 3:15, waarbij beloofd wordt dat de kop van de slang wordt
vermorzeld, maar de strijd om de hiel/de VOET te verwonden, gaat door:
Efeze 1:22 “En Hij heeft alles onder
zijn voeten gesteld en Hem als hoofd boven al wat is, gegeven aan de gemeente…”
We
zitten in dezelfde geestelijke strijd als Jezus/Yeshua maar waarvan de
overwinning in principe behaald is. De belofte is
dat die strijd tot een einde komt. Jezus/Yeshua heeft satan verslagen aan het
kruis en met Zijn bloed betaald voor de zonde. Dit alles is vervuld in
Openbaring 22, en we kunnen ons in alle omstandigheden vasthouden aan de
belofte:
Romeinen 16:20 “De God nu des vredes zal
weldra de satan onder uw voeten vertreden. De genade van onze Here Jezus zij
met u!”
Juist
met het oog op de inhoud van dit boek neemt Jezus/Yeshua aan dat er een
uitnodigende stem uitgaat van de door de Heilige Geest geleide gemeente van
Jezus/Yeshua. En degenen,
die op die uitnodiging ingaan, dienen op hun beurt de uitnodiging om tot
Jezus/Yeshua te komen (te doen) door te geven. De boodschap is van generatie op generatie doorgegeven tot op
onze tijd en ofschoon het moment van “geen uitstel meer” zienderogen dichterbij
komt klinkt nog steeds de vriendelijke maar dringende uitnodiging: Kom! Mogen
nog velen komen om daardoor de “komende toorn” te ontgaan.
In
tegenstelling tot de valse profeten zoals in (Jeremia 23:16-17), werden Gods
geroepen profeten geïnspireerd door Gods Geest. Zij kregen openbaringen en
dromen van God, zoals is gebeurd bij Jesaja, Jeremia, Ezechiël en Daniël en
uiteindelijk ook bij Johannes op Patmos. Een profeet is een klankbord van God.
Zo lezen we in Zacharia:
Zacharia 7:12 “…de
onderwijzing en de woorden die de Here der heerscharen door Zijn Geest, door de
dienst van de vroegere profeten, had doen overbrengen.”
Profetie
betreft vaak: zeggen wat er in de toekomst zal gebeuren. Dat is wat anders dan
waarzeggerij. Het is namens God iets voorzeggen. Daarom zegt Petrus:
2 Petrus 1:19-20-21 : En wij achten
het profetische woord (daarom) des te vaster, en gij doet wèl, er acht op te
geven als op een lamp, die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag
aanbreekt en de morgenster opgaat in uw harten. Dit
moet gij vooral weten, dat geen profetie der Schrift een eigenmachtige
uitlegging toelaat; want nooit is profetie
voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de heilige Geest gedreven,
hebben mensen van Godswege gesproken.”
Er
is geen ander Bijbelboek dat zozeer, uitdrukkelijk door Jezus/Yeshua Zelf aan
Johannes is geopenbaard als het boek Openbaring.God heeft alle schrijvers van
de heilige Schriften door Zijn Geest geïnspireerd:
Bijzonder
is dat in Openbaring wel drie keer tegen Johannes werd gezegd, dat de
profetieën ‘getrouw’ en ‘waarachtig’ zijn (Openbaring 19:9; 21:5; 22:6). En dan
te weten dat in de periode van Rome en zelfs nog lange tijd na de Reformatie,
Openbaring voor velen een gesloten boek bleef. In het begin en aan het einde
van Openbaring verklaart God diegenen ‘zalig’, die de woorden van profetie in
acht nemen:
Openbaring 1:3 “Zalig hij, die voorleest,
en zij, die horen de woorden der profetie, en bewaren, hetgeen daarin
geschreven staat, want de tijd is nabij.”
Want
getrouwe en waarachtige profetie is enkel en alleen door de Geest van
Jezus/Yeshua (Openbaring 19:10). Zo ook
in dit laatste Bijbelboek, ‘de Openbaring van Jezus Christus’.
Tegenover
de zaligspreking over degenen, die de inhoud van het boek bewaren komt een zeer
ernstige waarschuwing voor hen die onzorgvuldig ermee omspringen. Het toedoen
en het afdoen wordt bedreigd met plagen en met het ontnemen van hemelse
heerlijkheden. Helaas is er in de jaren van de geschiedenis na Johannes op een
ontstellende manier gesold met dit boek. Er is gescheurd en gebrand, er is
bevuild en belasterd, er zijn stukken afgehaald en de inhoud door elkaar
gesmeten, het leven is er uitgehaald en het boek is gedegradeerd tot dorre en
antieke stof of doodgezwegen. Degenen die het boek zagen als een levend boek en
als een deel van Gods Woord, zijn verketterd. Allen die dit hebben gedaan
zullen daar eenmaal verantwoording over moeten afleggen.
Alles
wat Johannes gezien en gehoord heeft over de openbaring van Jezus/Yeshua, wordt
hier afgesloten met een epiloog, een slot-of nawoord. De centrale woorden in
deze afsluiting van het laatste Bijbelboek sluiten nauw aan bij de proloog, de
inleiding tot het boek. Het is alsof een cirkel wordt gesloten: de Eerste en de
Laatste, de Alpha en de Omega, het begin Dat tevens het Einde is. Hierin is een
direct verband te zien met Zijn dood en Zijn opstanding wat we ook zien in de
brief aan de martelaarsgemeente van Smyrna,
welke gemeente Hij verdrukking voorzegt en aanmaant trouw te blijven tot de
dood, met de belofte door de tweede dood niet beschadigd te worden. “Ik ben de
eerste en de laatste”en “Ik ben dood geweest en weer levend geworden.”
Overheersend in het nawoord zijn de waarachtigheid van het boek, vergelijk ook
Daniël:
Daniël 2:28-29 “Maar er is een God
in de hemel, die verborgenheden openbaart; Hij heeft de koning Nebukadnessar
bekendgemaakt wat in de toekomende dagen geschieden zal. Uw droom en de
gezichten die u op uw legerstede voor ogen kwamen, waren deze: bij
u, o koning, rezen, terwijl gij op uw legerstede laagt, gedachten op over wat
er na dezen geschieden zou, en Hij, die verborgenheden openbaart, heeft u
bekendgemaakt wat er geschieden zal.”
Deze
woorden grijpen eveneens terug op de proloog op de woorden “Openbaring
van Jezus Christus, die God Hem gegeven heeft” hetgeen op de waarachtigheid
en de betrouwbaarheid van de profetie duidt en de woorden “wat snel moet
geschieden, alsmede de woorden “de tijd is nabij”. Door alle eeuwen heen is er
uitgezien naar de komst van Jezus/Yeshua.
“Ja,
Ik kom! Spoedig!”Dit is de belofte bij uitnemendheid. In Zijn komst ligt de
enige hoop van de gelovige. Wee de gemeente, wee de gelovige, die geen ernst
maakt met dit door God Zelf geijkte boek.
De
juiste, goede houding van de gelovigen is die van de apostel Johannes, die
tenslotte uitroept: “Amen, kom Here Jezus!”
Openbaring 22:21 “De genade van onze Heere
Jezus Christus zij met u allen. Amen.”