Godsspraak over Edom, Moab en Ammon

 

Door: Franklin ter Horst (Aangemaakt: 21 oktober 2009)(Laatste bewerking: 22 augustus 2022

 

Jordanië en Egypte zijn de enige Arabische landen die een vredesverdrag met Israël hebben gesloten. Het vredesverdrag tussen Israël en Jordanië dateert van 25 juli 1994. De Jordaanse koning Abdullah II bin al Hoessein, pretendeert niet vijandig tegenover Israël te staan. Maar de waarheid is altijd anders in de Arabische wereld want Abdullah bemoeit zich regelmatig met Israëlische aangelegenheden. Dat zijn houding ook de bevolking negatief beïnvloed blijkt uit het feit dat 80% van de Jordaniërs niets zien in de bestaande vredesovereenkomst tussen hun land en Israël. Op 5 september 2010 waarschuwde hij dat de hele wereld “een hoge prijs” zal betalen als de besprekingen tussen het PLO-bewind in Ramallah en Israël mislukken. Hij maakte de opmerkingen tijdens een vergadering met de belangrijkste redacteurs van lokale dagbladen.

 

De koning waarschuwde dat de mislukking van de onderhandelingen ,,negatief op alle partijen zal reflecteren en dat alle landen van de wereld en de regio de prijs zullen betalen, omdat het alternatief zal zijn meer oorlogen en conflicten”. In een eerder stadium waarschuwde hij Israël de vredesbesprekingen met Ramallah niet langer te blokkeren en eiste hij een onmiddellijke stopzetting van wat hij noemde, de illegale Israëlische bouwaktiviteiten in de ‘bezette gebieden’ (Samaria en Judea). Hij vindt dat de Joodse staat zich volledig uit dit aloude thuisland moet terugtrekken, en het oostelijk deel van Jeruzalem aan de  “Bende van Ramallah” moet overdragen. Hij waarschuwde dat Jeruzalem een rode lijn is die Israël niet moet overschrijden omdat dat de stabiliteit van de regio ernstig in gevaar zal brengen. Moslims zijn het over veel dingen niet met elkaar eens, maar over Jeruzalem wel: Jeruzalem is van de moslims en niet van de Joden! Op bezoek in Syrië op 6 september 2010 voor een gesprek met de Syrische dictator Bashar al Assad zei hij dat Israël - om vrede te bereiken-  zich uit alle Arabische gebieden terug moet trekken, die het in de oorlog van 1967 heeft bezet.

 

Op 13 april 2012 meldde een imam uit Jordanië tijdens het vrijdaggebed op de door de regering gecontroleerde staattelevisie van dat land dat Jordanië Jeruzalem zal heroveren. ,,De arrogantie van de Joden zal worden weerstaan, volgens de wil van Allah”, zo stelde deze geestelijke voorman.

 

Het Jordaanse nieuwsagentschap Petra maakte in mei 2010 in een reportage bekend dat de Israëlische regering bezig is de stad Jeruzalem te ‘Judaïseren’. In het artikel wordt het oostelijk deel van Jeruzalem als ‘Israëlische veroveringsmacht’ bestempeld, die illegaal over de Arabische bevolking heerst. Verder worden in de reportage alle archeologische opgravingen in Jeruzalem heftig bekritiseerd. Volgens Petra worden die alleen voor de toeristen gedaan om ze te laten geloven dat Jeruzalem een Joods verleden heeft. ,,Zo willen de Joden de vermeende tempel in Jeruzalem verklaren. Dit is de reden waarom de Palestijnen de hulp van de islamitische wereld inroepen. De Al-Aqsa moskee in Jeruzalem moet uit de handen van de zionisten worden gered!” Volgens Abdel Salam Abbadi, de Jordaanse minister van Islamitische Zaken en Heilige Plaatsen, heeft Jordanië trouwens nooit afgezien van zijn recht op de soevereiniteit en verantwoordelijkheid over de Tempelberg in Jeruzalem. Abbadi zegt dat Jordanië in 1988 weliswaar officieel afstand deed van Judea en Samaria, dat na de verloren oorlog in 1967 weer in Israëlische handen kwam, maar nooit van Jeruzalem.Waarnemers denken dat de uitspraken van de minister, gedaan in een interview met de bekende Arabische krant Al Quds, niet noodzakelijk alleen aan Israëlische oren zijn gericht. Het zou goed kunnen dat Jordanië een signaal wil afgeven aan het bewind in Ramallah, dat met steun van de Verenigde Staten de Heilige Stad helemaal voor zichzelf claimt. Jordanië wil klaarblijkelijk niet langer aan de zijlijn blijven staan.

 

Tijdens een gesprek met de Spaanse leider Zapatero, deed Abdullah een dringend beroep op de internationale gemeenschap en speciaal de Europese Unie hun verantwoordelijkheid te nemen  door Israël krachtig onder druk te zetten.  Op bezoek in Washington prees hij Barack Hoessein Obama uitbundig voor diens bemoeienissen met het ‘vredesproces’(oorlogsproces) en riep hij de Amerikaanse leider op van Israël te eisen dat het alle activiteiten staakt met het verdrijven van Arabische inwoners uit Jeruzalem. ,,Wij vertrouwen er op dat Washington Israël ertoe zal dwingen de vastgelopen vredesbesprekingen te hervatten” aldus Abdullah. Hij refereerde daarbij diverse malen aan het verfoeide Saoedische vredesplan dat neerkomt op het volledig verdwijnen van de Joodse staat.

 

Barack Hoessein Obama en Abdullah

 

Abdullah heerst over een door de Britten gecreëerd ‘koninkrijk’ op twee-derde deel van het door de Volkerenbond aan het Joodse volk toegewezen land. De Britten overhandigden het gebied aan de Hashemitische machthebber Adullah ibn Hussein. (*) De geschiedenis kent geen land dat Jordanië heet. Het gebied  maakte tot 1917 deel uit van het Ottomaanse rijk. In het jaar 1946 werd Transjordanië onder de heerschappij van de Hashemieten een onafhankelijke staat. De roots van de voorvaderen van Abdullah liggen in Saoedi-Arabië en kunnen geen enkele historische claim leggen op het land waarover zij thans de scepter zwaaien. Het is niets anders dan een kadootje van de Britten. Jordanië heeft een bevolking van ongeveer zeven miljoen mensen. Ruim 60 procent van hen zijn Arabieren die zich ‘Palestijnen’noemen, waaronder koningin Rania. De rest van de Jordaniërs zijn Hashemieten. Lange tijd ontkenden de Hashemitische heersers niet, dat hun land ‘Palestina’ was. Palestina is Jordanië en Jordanië is Palestina: aldus  Prins Hassan, tijdens een vergadering van het Jordaanse Parlement op 2 februari 1970. In het jaar 1965 zei koning Hussein: ,,Die organisaties, die proberen onderscheid te maken tussen de Palestijnen en Jordaniërs, zijn verraders. Jordanië is Palestina en Palestina is Jordanië”.

 

De huidige koning Abdullah beweert dat de ‘Palestijnen’ afkomstig zijn van de Filistijnen maar deze zijn al meer dan 2500 jaar volledig van de aardbodem verdwenen. De man is een fantast of weet helemaal niets van de geschiedenis van het Midden-Oosten. De voormalige terreurmiljardair Jasser Arafat sprak ook steeds over zijn Filistijnse volk en probeerde daarmee het al lang uitgestorven volk van de Filistijnen, weer tot leven te wekken. Maar voor deze bewering bestaat geen enkel historisch bewijs. Bovendien zouden de huidige ‘Palestijnen’ geen Arabieren maar Grieken zijn.  De Filistijnen waren geen nakomelingen van Sem maar van Noach’s zoon Cham. (Genesis 10:13-14)

 

Jordanië  bestaat uit onder meer de gebieden Edom, Moab, Ammon en Gilead. Met uitzondering van Edom maken deze gebieden deel uit van het aan Israël beloofde land. Het land is bij toeristen vooral bekend om de stad Petra dat in een vallei ligt in het bijna onherbergzame gebied van Edom. De stad is bereikbaar via een nauwe kronkelende kloof die de naam "El Sik" draagt. Tijdens de belegering van Jeruzalem door de Romeinen in het jaar 70 na Chr. waren het de eerste christenen die een veilig heenkomen zochten in deze stad. De stad is eeuwenlang in de vergetelheid geraakt totdat de Zwitserse schrijver en ontdekkingsreiziger Johann Burchhardt de stad in 1812 herontdekte.

 

Petra in Jordanië

Petra werd volgens de overlevering gebouwd door Recham, koning der Midianieten, en heette oorspronkelijk Sela wat in het Hebreeuws ‘rots’ betekent. Later werd de stad de heilige plaats der Edomieten, de afstammelingen van Ezau.Volgens de Bijbel ging Ezau wonen in het gebergte van Seïr (Shera), dat is Edom. In de 2e eeuw voor Christus werd het de hoofdstad van de Nabateeërs. Bij de stad Petra ligt een Wadi die naar Mozes is genoemd, de "Wadi Musa ". Sommige overleveringen vertellen dat dit de plaats is waar Mozes water liet stromen uit een rots door er met zijn stok op te slaan.  Op een van de bergtoppen in de buurt van Petra ligt een graf waarvan de overlevering zegt dat Aäron er begraven ligt. Deze berg heet de "Jabal Haroun " wat de berg van Aäron betekent.

Numeri 33:38-39 “Toen beklom de priester Aäron de berg Hor naar het bevel des Heren en hij stierf aldaar in het veertigste jaar na de uittocht der Israëlieten uit het land Egypte, in de vijfde maand, op de eerste dag der maand; Aäron was honderd drieëntwintig jaar oud, toen hij op de berg Hor stierf.”

Toen op 29 november 1947 de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in resolutie 181 een deling voorstelde van het gebied ten westen van de rivier de Jordaan, in een Arabisch en Joods gedeelte werd dat door de Arabische wereld afgewezen. De beslissing van de Verenigde Naties resulteerde er in dat Israël maar 17.3 procent van het land overhield van wat door de Volkerenbond aan de Joodse staat was toegewezen. Van dit gebied bestond ook nog eens 65 procent uit woestijn. Toen David Ben Goerion op 14 mei 1948 de staat Israël uitriep weigerden de Arabische landen elke coëxistentie en vielen Jordanië, Egypte, Irak en Syrië ogenblikkelijk het dwergstaatje Israël binnen, het startsein voor de eerste Israëlisch Arabische oorlog. Onder leiding van Glubb Pasha, een Engelsman die in werkelijkheid John Bagot heette, werden de Joodse bewoners met grof geweld uit de Bijbelse gebieden Samaria en Judea verdreven en werd het oostelijk deel van Jeruzalem ingenomen.De namen Judea en Samaria werden van de landkaart verwijderd en vervangen door “Westelijke Jordaanoever”. Wie heeft er ooit een rivieroever van 40 kilometer breed gezien?

De Joodse wijk werd verwoest, Joodse begraafplaatsen geschonden en 58 synagogen verwoest of ontheiligd door ze te gebruiken als stallen of kippenhokken en zelfs als toiletten. De Verenigde naties zwegen en de wereldleiders zwegen toen in strijd met de wapenstilstandbepalingen, het Joden werd verboden de Oude Stad te betreden en bij de Klaagmuur te bidden. Tijdens de oorlog van 1967 heroverde het Israëlische leger Samaria en Judea en de Oude Stad, annexeerde die en verklaarde Jeruzalem tot de eeuwige en ondeelbare hoofdstad van de staat Israël en het Joodse volk.

Wanneer Israël de toenmalige koning Hoessein van Jordanië, de vader van de huidige grootspreker Abdullah, niet geïnformeerd zou hebben over de plannen van Jasser Arafat Jordanië in bezit te nemen, dan zou dit vorstendom niet meer bestaan hebben. Eind zestiger jaren probeerde Arafat koning Hoessein van zijn troon te stoten. Er vonden verschillende mislukte moordaanslagen op Hoessein plaats. Arafat  droomde van een Groot Palestina bestaande uit het aloude door de Bijbelse God aan Israël gegeven land, en  Jordanië. Arafat toonde toen al de kenmerken van een verwoester want hij bracht Jordanië tot de rand van de afgrond. Zijn gewapende bendeleden liepen rond alsof ze de macht volledig in handen hadden en vielen naar willekeur Jordaanse burgers lastig. De Israëlische geheime dienst maakte Hoessein erop attent dat Arafat bezig was de macht in Jordanië over te nemen, of tenminste een staat in een staat te creëren. Op 16 september 1970 kondigde Hoessein daarop de noodtoestand uit en besloot hij met geweld Arafat en zijn volgelingen uit te schakelen. Het Jordaanse leger nam Arafat’s  bolwerken in Amman en een aantal andere plaatsen onder vuur waarbij geen onderscheid werd gemaakt tussen burgers en terroristen. Op 18 september probeerde Syrië, d.m.v. de PLA, een pro-Syrische terreurgroep, uitgerust met tanks Arafat en zijn bende in Jordanië te ontzetten maar de Israëlische luchtmacht joeg met een aantal overflights boven de tankcolonne, de terreurgroep weer naar Syrië terug.

De voormalige koning Hoessein van Jordanië

Met tanks, vliegtuigen en zware artillerie en joeg Hoessein Arafat het land uit. Zo verschrikkelijk was Hoessein’s campagne, dat vele van Arafats bendeleden de rivier de Jordaan overstaken en zich liever overgaven aan de Israëli’s dan een zekere dood door de handen van het Jordaanse leger tegemoet te zien. Het ingrijpen van Hoessein koste aan naar schatting 20.000 volgelingen van Arafat het leven. Dat zijn er meer dan er zijn omgekomen sinds Israëls bestaan in 1948. Hoesseins actie staat bekend onder de naam "Zwarte September". Wie zo met zijn vijanden afrekend kan in de Arabische wereld op de nodige sympathie rekenen, behalve natuurlijk wanneer Israël zo met zijn vijanden afrekend. Vreemd genoeg kwam er geen enkele reactie van het Westen, noch van de Verenigde Naties op dit bloedbad, waarschijnlijk omdat er geen Joden bij betrokken worden.

Zoals gezegd doet de huidige koning Abdullah driftig mee met het demoniseren van de Joodse staat. De man is net zo onbetrouwbaar als zijn vader Hoessein. Op 4 augustus 2002 schreef Douglas Davis in de Jeruzalem Post een artikel waarin Abdullah ervan werd beschuldigd geheime informatie van de Amerikanen aan Saddam Hoessein te hebben doorgespeeld en Amerikaans oorlogsmaterieel –bestemd voor eigen gebruik –stiekem naar Irak te hebben doorgesluisd. Dat deed Hoessein ook tijdens de Golf oorlog van 1991. Abdullah was in de negentiger jaren zeer nauw bevriend met de twee zeer gewelddadige zoons van Saddam Hoessein, Uday en Qusai, met wie hij op vakantie ging voordat hij de troon besteeg in Jordanië. Om de vriendschap te onderstrepen, gaf Uday hem maar liefst drie door hem tijdens de 1ste  Golfoorlog in Koeweit gestolen Porsche sportwagens cadeau.

 

In 2004 waarschuwde Abdullah de Amerikanen voor de Iraanse dreiging. Jordaanse diplomaten vergeleken Iran met een “Octopuswiens tentakels zich over de wereld verspreiden met de bedoeling de Westerse samenleving te ondermijnen. De “tentakels” die ze hiervoor gebruiken zijn het oliestaatje Qatar, Syrië, de terreurbewegingen Hezbollah en Hamas en de Shia Moslims in Irak. Maar de koning is van mening veranderd en zingt thans een ander lied want zegt hij: ,,het is noodzakelijk stappen te ondernemen om de relatie tussen Jordanië en Iran te verbeteren”. Abdullah ziet Iran alsmaar sterker worden en mogelijk op korte termijn over kernwapens beschikken. Hij is bang niet langer op de bescherming van Washington te kunnen rekenen. Bovendien stelt de koning zich steeds vijandiger op ten opzichte van Israël en dan is het meegenomen om Ahmadinejad als vriend te hebben.

 

Net als in Egypte, wordt ook Jordanië geconfronteerd met een toename aan invloed van de extremistische Moslimbroederschap. Vanwege deze invloed is de houding tegenover Israël aanzienlijk verhard en zijn de  betrekkingen onder druk komen staan. Zo instrueerde het Jordaanse Ministerie van Toerisme alle lokale gidsen in een brief om Israëlische bezoekers te adviseren geen Joodse symbolen te dragen of in het openbaar op een Joodse manier te bidden. Omdat een deel van het huidige Jordanië oorspronkelijk deel uitmaakte van het aloude Bijbelse Land, beschouwen veel Israëlische bezoekers de bezienswaardigheden in Jordanië als heilige plaatsen, en dus ook als plaatsen om te bidden. De Jordaanse regering is daar echter niet van gediend en zeggen zich gedwongen te voelen om de situatie onder controle te brengen, zowel voor de veiligheid van de bezoekende Israëli's als het sussen van de gevoeligheden van de lokale Jordaniërs.

 

Jordanië vertoont steeds meer vijandigheid tegen Israël. Mogelijk dat koning Hoessein de grote Palestijns-Arabische bevolking tevreden wil houden. Palestijnen maken de helft ​​uit van de Jordaanse bevolking, 'en omdat de bevolking conservatief en erg islamitisch is, laat het regime het volk anti-Israëlische gevoelens uiten als een manier om de druk op het regime te ventileren en te verminderen.' Op 14 mei 2017 veroordeelde Jordanië het doden van een Jordaans-Palestijnse terrorist, die gefilmd werd terwijl hij een ​​Israëlische politieagent meerdere keren stak, voordat hij werd neergeschoten. Jordanië noemde het neerschieten een 'gruwelijke misdaad'. In september doodde de Israëlische politie een Jordaanse toerist die iemand met een mes aanviel. Jordanië beschreef de zelfverdediging als een 'barbaarse daad van het leger van de Israëlische bezetting.' De Israëlische premier Benjamin Netanyahu noemde de veroordeling van Jordanië schandalig.

In het kader van het vredesverdrag van Israël met Jordanië beheert de Jordaanse Waqf, een islamitische religieuze stichting, de Tempelberg, maar deze leidt inspanningen om elke ​​Joodse band met de plaats te ontkennen en uit te wissen.
In juli vielen drie leden van de islamitische Waqf een groep archeologen op de plaats aan. In januari ging de intimidatie verder, toen islamitische bewakers probeerden een Israëlische gids te verwijderen omdat hij het gebied de 'Tempelberg' noemde, en erop aandrongen dat hij de islamitische term 'Haram al-Sharif' zou gebruiken. Door de publieke opinie te verwennen met anti-Israël retoriek, riskeert Abdullah dat hij het soort beweging aanmoedigt en populair maakt, dat hem uiteindelijk kan omverwerpen. Jordaanse islamisten hebben op 26 september 2016 een prominente christelijke schrijver vermoord die terecht stond voor het delen van een 'blasfemische' anti-ISIS-cartoon die moslimgroepen woedend maakte.
Eremoorden nemen toe in Jordanië.

Abdullah geeft Israël de schuld van de eigen tekortkomingen en de problemen in Jordanië. Geen wonder dat Israel de ontwikkelingen in Jordanië met argusogen volgt. In januari 2012 waren er  publieke oproepen door Islamistische Jordaanse parlementsleden om de Israëlische ambassadeur uit te wijzen en een einde te maken aan de betrekkingen tussen Jordanië en Israël.De regering in Jeruzalem lijkt het teken aan de wand te zien en heeft opdracht gegeven om, in navolging van de bouw van een hek aan de grens met Egypte, ook de grens met Jordanië te voorzien van een afscheiding.

Wat men in Jordanië democratie noemt is niet veel meer dan geschreeuw, intimidatie en dikwijls zelfs fysiek geweld. Vermakelijk is het natuurlijk wel om te zien hoe opponenten in maatpak op de televisie met elkaar in ‘debat’gaan. Tijdens een politiek debat op de Jordaanse televisie tussen het Jordaanse parlementslid Mohammed Shawabka en een politieke activist genaamd Mansour Sayf al-Din Murad, liep het helemaal uit de hand. Na een hoop geschreeuw en beschuldigingen over en weer, kwam er zelfs een revolver aan te pas. Voor nog meer van dit soort vermakelijkheden bekijk deze drie video’s op Brabosh.com in artikel Democratie in de Arabische landen: alle begin is moeilijk” van 17 november 2011 waar Arabische debatteurs met elkaar op de vuist gaan op de Arabische televisie.

De Hashemieten behoorden tot de stam van de Qoeraisj. Abdullah II is volgens zijn stamboom een nazaat van Mohammed en wel in de 43ste generatie. Jordanië is geen democratie, er bestaat geen meningsvrijheid of persvrijheid, het land heeft geen onafhankelijke rechtspraak en Abdullah’s bewind kenmerkt zich door corruptie aan de top, onderdrukking en zelfs marteling als standaardprocedure. Ook martelt men familieleden van vermeende verdachten. Sinds 2003 bestaat er een nauwe militaire samenwerking tussen Jordanië en Saoedi-Arabië. Jordanië bezit een wet die het verbiedt dat Joden burger van dat land kunnen worden of dat een Jordaniër land aan Joden kan verkopen.

 

Abdullah hand in hand met aartsterrorist Arafat die zijn vader in Jordanië van de troon probeerde te stoten

 

Jordanië is verboden terrein voor Joden. Paragraaf 6 van de Jordaanse grondwet, stelt uitdrukkelijk: ,,iedere persoon, voor zover hij niet Jood is, kan Jordaans staatsburger worden en in de door Jordanië bestuurde gebieden leven.” Deze wet gold ook voor de Arabische bewoners die in de Bijbelse gebieden Samaria en Judea en het oostelijk deel van Jeruzalem woonden toen Jordanië tussen 1948 en 1967 deze gebieden bezet hield. In een handboek voor Jordaanse basisschoolleerkrachten krijgen leerkrachten de opdracht om ,,in de ziel van de leerlingen de islamitische regel in te prenten dat, als Joden ook nog maar een duimbreed islamitisch land bezetten, de heilige oorlog een onafwendbare plicht voor ieder moslim wordt.’ En verder: ‘omdat de Joden een complot smeden om Mohammed te vermoorden toen hij nog een kind was, moeten daarvoor in de heilige oorlog alle Joodse kinderen gedood worden.” Zo’n complot is er nooit geweest, maar is een later bedacht kwalijk sprookje, want aanvankelijk was Mohammed de Joden nog vriendelijk gezind. Pas toen hij zag dat de Joden niet tot de islam overgingen, sloeg zijn houding om in Jodenhaat.

Het Jordaanse Ministerie van Onderwijs heeft een particuliere school terecht gewezen wegens het gebruik van een geschiedenisboek, dat een hoofdstuk bevat over de Holocaust en zelfs gedeelten van het dagboek van Anne Frank citeert. Jordaanse kranten noemden het verhaal een "sensationele affaire," en de Jordaanse minister van Onderwijs, dr Khalid Karaki, stelde direct een commissie in om "het incident te onderzoeken en een rapport over de gevolgen te schrijven." De school moest stoppen met gebruik van het geschiedenisboek. Velen nemen Jordanië en Egypte als voorbeeld, hoe Israël en zijn Arabische buren in vrede kunnen leven. Maar de waarheid is dat hoewel Israël een vredesakkoord heeft gesloten met de regeringen van beide landen, hun bevolking en de verkozen volksvertegenwoordigers Israël nog steeds als vijand zien. In een van de vele Amerikaanse diplomatieke berichten, die klokkenluider-website Wikileaks publiceerde, werd onthuld dat Amerikaanse diplomaten ook erkennen, dat geheel Jordanië en Egypte geen vrede met Israël hebben, en waarschijnlijk de vijandelijkheden met de Joodse staat volledig hervatten indien hun huidige regeringen ooit ten val komen.

Jordanië meent ook aanspraak te kunnen maken op de zogeheten rollen van Qumran die tussen 1947 en 1956 in een aantal grotten bij deze plaats aan de Dode zee gevonden zijn. Jordanië gebruikt daarbij als argument dat het gebied waaronder Qumran valt, tussen 1948 en 1967 in hun bezit is geweest (lees door hen bezet is gehouden). Het land heeft zelfs de UNESCO ingeschakeld om de rollen in bezit te krijgen. De Jordaanse eis slaat natuurlijk nergens op, want het gaat bij de schriftrollen om een eminent cultureel erfgoed van het Joodse volk. Ze hebben allemaal met de Bijbel te maken en zijn in antiek Hebreeuws geschreven. Zij vormen een uniek schriftelijk getuigenis van het leven van het Joodse volk in de tijd van de Tweede Tempel. Een deel van de rollen is te bezichtigen in de Schrijn van het Boek op het terrein van het Israël Museum in Jeruzalem.

Bedoeïenen dreigen met opstand tegen de koning als hij zijn vrouw niet 'op haar plaats zet'

Hoewel Jordanië tot dusver het stabielste Arabische bewind in het gebied is, is het niet immuun voor de revolutionaire wind die door het Midden-Oosten waait. Om een mogelijke ernstige bedreiging van zijn bewind voor te zijn ontsloeg koning Abdullah II in februari 2011 het regerende kabinet en benoemde en benoemde onder meer Hussein Mjali tot nieuwe minister van Justitie. Deze vroeg direct om vrijlating van de gevangen korporaal Achmed Daqamseh. De terroristen van de Islamitische Staat van Irak en Syrië (ISIS) hebben aangekondigd hun jihad naar Jordanië, Libanon, Gaza en de Sinaï te zullen uitbreiden. De Jordaanse politiek analist, Oraib al-Rantawi, noemt de aankondiging van ISIS echt en dreigend. “Wij in Jordanië kunnen ons niet de luxe veroorloven te wachten en toe te kijken”. ISIS terroristen zien de Jordaanse, door het Westen gesteunde, koning Abdullah als een vijand van de islam. Ze hebben onlangs een video op YouTube gezet waarin ze dreigen Abdullah te “slachten”. Beveiliging bronnen in Amman spraken hun diepe bezorgdheid uit over de bedreigingen en de plannen om het koninkrijk “binnen te vallen” van ISIS. Koning Abdullah heeft dringend militaire hulp gevraagd van de VS en andere westerse landen zodat hij elke poging om Jordanië te veranderen in een islamitisch gecontroleerde staat kan verijdelen. De recente overwinningen door ISIS terroristen in Irak en Syrië hebben de groep en zijn volgelingen in het hele Midden-Oosten aangemoedigd. Dit gebeurt allemaal onder het toeziend oog van de Amerikaanse regering en Westerse landen, die onzeker zijn over wat moet worden gedaan om de islamistische terroristen te stoppen van het binnenvallen van de buurlanden. ISIS is niet alleen een bedreiging voor gematigde Arabieren en moslims, maar ook voor Israël, waarvan de terroristen zeggen dat het hun uiteindelijke bestemming is.

Moordpartij door Jordaanse soldaat

Begin april 2013 ondertekende een meerderheid van 110 leden van de 120, in het Jordaanse Huis van Volksvertegenwoordigers, een petitie waarin zij gratie en de vrijlating eisten van Ahmad Musa Mustafa Dakamseh de Jordaanse soldaat die in 1997 zeven Joodse schoolmeisjes vermoordde. Op donderdag 13 maart 1997 was een groep van ca. 80 Joodse schoolmeisjes  in de leeftijd van 12 tot 13 jaar op bezoek op het ‘Eiland van de Vrede’ in Bakoura, een schilderachtig schiereiland aan de rivier de Jordaan nabij de Israëlische grens met Jordanië. Het eiland staat onder controle van het Jordaanse leger. De meisjes waren net van de touringbus gestapt toen de hel losbrak. Totaal onverwacht greep de Jordaanse soldaat Dakamseh die de wacht hield in die grenspost, een automatisch wapen van een collega soldaat en opende vanuit een wachttoren het vuur op de groep meisjes. Daarna klom hij naar beneden en achtervolgde de meisjes die probeerden te ontkomen. Van dichtbij schoot hij nog een meisje door het hoofd. Terwijl hij zijn wapen herlaadde slaagden enkele medesoldaten de moordenaar te overmeesteren. Zeven meisjes bleven ter plaatse dood achter en zes andere werden verwond.

Ahmed Daqamseh, moordenaar van  7 Israëlische meisjes.

Dakamseh werd door een Jordaanse militaire rechtbank tot levenslange dwangarbeid in een gevangenis veroordeeld. Hij ontkwam aan de doodstraf omdat het tribunaal bepaalde dat hij geestelijk onevenwichtig was op het ogenblik van de feiten. In een interview dat Dakamseh in 2004 gaf aan het Jordaanse weekblad a-Shahed, verklaarde hij dat hij nog steeds trots was op zijn daden en zei dat als ik kon terugkeren naar dat moment, ik precies hetzelfde zou doen. Elke dag die voorbij gaat, wordt mijn geloof steeds sterker dat wat ik deed mijn plicht was. De motieven van Dakamseh, die op dat ogenblik 30 jaar oud was en een getrouwde vader van drie kinderen, zijn nooit duidelijk geworden. De toenmalige koning Hussein kortte zijn bezoek aan Europa in en snelde naar huis om de aanval te veroordelen. Later reisde hij naar Israël om zijn medeleven te betuigen aan de families van de vermoorde schoolmeisjes.

De Jordaanse minister van Justitie Hussein Mjali, noemde deze walgelijke moordenaar echter een "held" en benadrukte dat Daqamseh "geen gevangenis verdient." Mjali's opmerkingen veroorzaakten woedende reacties in Israël.  Ya'akov Hadas woordvoerder van het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken eiste van de Jordaanse regering ,,dat het alle oproepen tot vrijlating van de walgelijke moordenaar verwerpt en dat hij zijn straf zal blijven uitzitten.” Jordanië heeft ook een vergoeding betaald.

naharayim2Herdenkingsmonument in Naharayim aan de Jordaanse grens voor de zeven vermoorde Joodse meisjes

Maar Jordanië liet hem vrij en zijn stam gaf hem een ​​heldenontvangst en op Al-Jazeera TV riep hij op tot de vernietiging van Israël. Veel parlementsleden en politici hadden naar verluidt gelobbied om hem vrij te krijgen, en zijn vrijlating kan een populistische zet zijn geweest.

Protesten tegen Jordaans koningshuis

De protesten in Jordanië richten zich onder meer op de rol van Koningin Rania. De leiders van de 36 belangrijkste Jordaanse Bedoeïenstammen, die 40 procent van de bevolking vertegenwoordigen en de ruggengraat vormen van de politieke steun aan koning Abdullah II, beschuldigden in een bekend gemaakte brief Rania van "corruptie, het stelen van geld uit de schatkist en manipulatie om haar imago te verbeteren - tegen de wil van Jordaanse volk in". Volgens de brief heeft de koningin Bedoeïenenstammen benadeeld ten gunste van haar eigen ‘Palestijnse’familie (Feisal Yasin). De Bedoeïnen roepen hun koning op zich van zijn vrouw te laten scheiden, omdat ze het demografische evenwicht in Jordanië in het voordeel van de ‘Palestijnen’ beïnvloedt. 

Toen de Jordaanse prins in 1993 Rania trouwde, waren de Bedoeïnen daar fel op tegen. In de brief werd Rania vergeleken met de vrouw van de voormalige Tunesische leider Zine al-Abidine Ben Ali. De extravagante levensstijl van Leila Ben Ali en haar ongebreidelde gebruik van publieke middelen was een katalysator voor de Tunesische opstand. Jordaanse stamleiders waarschuwden, dat als Abdullah niet snel zijn vrouw inperkt, hem een opstand wacht die een einde aan zijn bewind kan maken en dat het vervolgens niet ondenkbaar is dat Jordanië het land van de ‘Palestijnen’ wordt, zoals het in feite al is. Hoewel het op dit moment niet zo waarschijnlijk lijkt dat de koninklijke familie in Jordanië wordt omvergeworpen, maakt Israël zich zorgen dat Abdullah uiteindelijk kan worden vervangen door nòg een Islamitisch regime op de stoep van Israël.

Eerwraakmoorden

 

Jordanië is één van de landen in het Midden-oosten waar eerwraakmoorden plaatsvinden. Zo arresteerde de Jordaanse politie in april 2013 een man die bekende zijn zuster te hebben vermoord omdat zij te weinig thuis was. Hij bekende haar de keel te hebben doorgesneden en haar 20 keer met een mes in haar gezicht en borst te hebben gestoken. Normaal gesproken is moord strafbaar in Jordanië en staat daar de doodstraf op, maar met betrekking tot eerwraak, kan de familie van de dader het hof vragen een milde straf op te leggen, wat dikwijls wordt gehonoreerd. In de praktijk worden dit soort moordenaars zelfs maar zelden tot een gevangenisstraf veroordeeld. Op 15 april 2013 vond de politie het verbrande lichaam van een zwangere vrouw van wie eveneens de keel was doorgesneden en haar buik opengesneden zodat haar vier maanden oude feutus te zien was. Ook een geval van eerwraak. Ieder jaar vinden er tussen de 15 en twintig eerwraakmoorden plaats in Jordanië.

Dreiging aan het adres van Israël

De Jordaanse salafistische leider Abed Shihadeh (ook bekend als Abu Muhammad al-Tahawi) waarschuwde op 15 december 2012 tijdens een toespraak de Israëlische premier Benjamin Netanyahu:,,Zorg dat je er klaar voor bent. Het leger van Mohammed is onderweg naar u toe. Wanneer de jihadstrijders Bashar al Assad uit Syrië hebben verdreven, zullen ze Israël veroveren. Eerst nemen we Damascus over, en dan is Tel Aviv aan de beurt.Zij die verantwoordelijk zijn  voor de aanslagen in Syrië, Irak, Afghanistan en Pakistan, zullen jou (Netanyahu) ook weten te vinden zo Allah wil. De grenzen van Palestina lopen van de rivier de Jordaan tot aan de Middellandse zee en wij zullen niet rusten voordat Palestinais bevrijd” aldus Shihadeh.

Het parlement van Jordanië heeft op 15 december 2013 een wetsvoorstel aangenomen waarin is bepaald dat gewelddadige acties tegen Israël niet zullen worden beschouwd als een terroristische daad. Het Jordaanse parlement, dat werd verkozen na de verschillende “Arabische Lente revoluties” in het Midden-Oosten en onder de druk van de oppositie op koning Abdullah, bestaat voornamelijk uit vertegenwoordigers van islamitische partijen die extreme standpunten tegen Israël houden. Minister President Abdullah Nsur van Jordanië zei dat de betrekkingen tussen Israël en Jordanië direct gerelateerd zijn aan de betrekkingen tussen Israël en het PLO-bewind, eraan toevoegend dat als er vooruitgang wordt geboekt bij de vredesbesprekingen, de betrekkingen van Israël met het hele Midden Oosten direct zullen verbeteren. Jordanië herbergt ook 'Al-Quds', het officiële tv-station van Hamas, de terreurorganisatie in Gaza, die zich inzet voor de vernietiging van Israël. En dat terwijl Israël Jordanië economisch ondersteunt, het zoet water levert en helpt op verscheidene andere gebieden.

Jordaanse krant: “de Jood is de Grote Satan die moet weggestenigd worden uit Palestina”

In een artikel van 18 augustus 2019 op de Jordaanse nieuwssite Ad Dustour vergelijkt de auteur Rachid Hassan de Joden met de duivel. Het hajj ritueel het ‘Stenigen van de Duivel‘, dat de gelovige moslims moeten uitvoeren tijdens hun islamitische bedevaart naar Mekka in Saoedi-Arabië, betekent in feite, volgens de auteur, dat “Joden moeten weggestenigd worden uit Israël.” De Jood van Israël wordt door Hassan gezien als de Grote Satan in de wereld: “De steniging van de Satan is een uitnodiging aan moslims, waar ze zich ook bevinden, om Jeruzalem te steunen, naar Al Aqsa te kruipen, het te reinigen van de gruwel van de vijand, en heel Palestina te zuiveren van de barbaarsheid van de Joden die het land vulden met onrecht en om dit land te reinigen. De steniging van Satan moet worden vertaald in dagelijkse actie, uitgevoerd door Arabieren en moslims, vooral het Palestijnse volk, in de confrontatie met de Zionistische vijand. De Grote Satan en zijn bondgenoot Washington, die deze duivel steunt, en zijn waanzin ontketent om de heiligheden en de rechteloze mensen te vernietigen en bloed te vergieten.

 Moslimpelgrims werpen hun stenen naar een pilaar die de steniging van Satan symboliseert tijdens de jaarlijkse Hajj-bedevaart in Mina, Saoedi-Arabië.

Rachid Hassan noemt het dus een islamitische verplichting om alle Joden te doden, zoals gesymboliseerd door de Hajj-ceremonie om de duivel te stenigen. Zoals gebruikelijk is er geen afkeurende reactie vernomen van Westerse leiders en de media op dit smerige antisemitisme dat oproept tot het etnisch zuiveren van Joden uit het Midden-Oosten.

 Jordanië steekt Israël een mes in de rug

De  Mensenrechten organisatie van de Verenigde Naties waarschuwt bedrijven dat hun namen op een zwarte lijst zullen worden geplaatst wanneer ze zaken blijven doen in de Bijbelse gebieden Samaria en Judea. De waarschuwing komt van de Jordaanse prins Zaid Ben Raad de VN-commissaris voor de mensenrechten. Deze figuur is een achterneef van de voormalige koning Hussein en onderhoudt tevens nauwe contacten met de huidige koning Abdullah II. De man staat al enige jaren bekend om zijn ongebreidelde aanvallen op Israël. Koning Abdullah heeft sterke druk uitgeoefend voor zijn benoeming. Niet om de rechten van Jordaanse vrouwen te bevorderen maar om Israël te vernederen en om Israël te dwingen een nieuwe Palestijnse terreurstaat in Judea en Samaria op te richten met het oostelijk deel van Jeruzalem als hoofdstad. Op deze manier zullen de koning en zijn uitgebreide familie, inclusief Zaid Ben Raad zelf, in staat blijven om te regeren over de miljoenen Palestijnen die leven in de volkomen illegale door de Britten uitgeroepen “Hasjemitische koninkrijk van Jordanië". 

De Verenigde Naties begon haar aanvallen op Israël in 2014 natuurlijk niet pas met de benoeming van Zaid Ben Raad. De Mensenrechten organisatie van de VN (HRC) heeft een lange en negatieve geschiedenis van Israël over de vele jaren van zijn bestaan maar onder leiding van Ziad Ben Raad zou de koning zijn doel gemakkelijker kunnen bereiken om anti-Israëlische resoluties aan te nemen. Terwijl de Israëlische leiders steeds opnieuw hun uiterste best doen de ‘vrede’ met Jordanië te handhaven realiseren zij zich kennelijk niet dat de koning hen met één hand omhelst en met zijn andere hand hen een mes in de rug steekt.

Het kan ook anders

Mudar Zahran voelde als hoofd van de Jordaanse oppositie de behoefte zich uit te spreken tegen de anti-Israel BDS beweging. Hij noemt de  BDS-beweging een roekeloze van haat doordrengde beweging die niet alleen de veiligheid van Israël bedreigt maar ook van Jordanië en Egypte. “Wij kunnen Israël haten zoveel wij willen, maar wij moeten ons realiseren dat zonder hen wij ook zullen verdwijnen. Israël staat aan het front in de oorlog tegen het terrorisme in onze regio, een oorlog waar wij allemaal last van hebben.” Hij noemt de BDS- beweging een bedreiging voor meerdere landen in het Midden-Oosten en vraagt zich af waarom deze beweging bijvoorbeeld niet Libanon boycot waar de Palestijnen als 2e rangs burgers worden behandeld en zelfs geen taxichauffeur  mogen zijn. Of waarom ze niet Syrië boycotten waar al 400.000 burgers het slachtoffer zijn van gewelddadigheden en waar duizenden Palestijnen zijn omgekomen in onder meer het kamp Yarmouk in Damascus.

Zahran vind dat de BDS-beweging zich moet schamen voor de aanval op het enige land dat zijn Palestijnse broeders werk verschaft. Dat ze zich moeten schamem voor de aanval op het land dat medische hulp verleend aan Palestijnse kankerpatiënten. “Wij Arabieren hebben Israël geboycot voor meer dan 70 jaar. Wat heeft ons dat opgeleverd? Wij lopen inmiddels lichtjaren achter op het gebied van technologische ontwikkeling en economie. Wij willen dat stoppen in Jordanië en leren van onze Israëlische vrienden.”

Jordanië sluit graf Aaron

In juni 2019 is bekend geworden dat de Jordaanse autoriteiten nieuwe anti-Joodse en anti-Israëlische maatregelen hebben genomen. Zo mogen toeristen die Jordanië binnenkomen geen voorwerpen met Joodse symbolen meer meenemen. Het bewind in Jordanië beweert dat de maatregel verband houdt met 'veiligheid'. In navolging van deze maatregel besloot de Jordaanse regering op donderdag 1 augustus 2019 om het graf van Aäron in de bergen bij Petra tijdelijk te sluiten, nadat een grote groep Israëli's volgens de Jordaanse minister Abdul Nasser Musa Abu al-Basal 'illegaal gebeden' had bij de plaats van het graf. Al-Basal rechtvaardigde de stap door te zeggen dat de Israëli's 'schendingen' bij de plaats van het graf hadden begaan en 'zonder voorkennis van het ministerie rituelen hadden uitgevoerd'. De Israëlische reisleider Rony Ayalon, zei echter dat de Jordaanse autoriteiten de groep hadden vernederd door de hoofdbedekkingen van vrouwen en de kippas van mannen te verwijderen en door ieder religieus voorwerp in beslag te nemen. Ayalon benadrukte dat er geen sprake van was dat er gebeden werden opgezegd.  Dit werd bevestigd door video’s die van het incident op sociale media waren geplaatst. De Jordaanse autoriteiten hebben het graf op 9 augustus weer geopend.

Leger Jordanië oefent voor oorlog tegen Israël

De Jordaanse koning Abdullah II bin al Hoessein, pretendeert niet vijandig tegenover Israël te staan. Abdullah heerst over een door de Britten gecreëerd ‘koninkrijk’ wat door de Volkerenbond aan de Joodse staat is toegewezen. Op 25 juli 1994 sloten Israël en Jordanië een vredesverdrag maar Abdullah II gedraagt zich daar niet naar. Zijn houding ten aanzien van Israël heeft ook een negatieve beïnvloed op de bevolking van Jordanië want maar liefst 80% van de Jordaniërs zien niets in de bestaande vredesovereenkomst tussen hun land en Israël. Abdullah II blijkt net zo onbetrouwbaar als zijn vader Hoessein. In de zesdaagse oorlog in 1967 sloot Jordanië zich aan bij de Egyptisch-Syrische alliantie om Israël van het wereldtoneel te verwijderen. Dat bleek een zeer catastrofale beslissing van de Jordaanse koning Hoessein zoals later zou blijken want zijn leger liep een zeer vernederende nederlaag op, maar zijn zoon Abdullah II lijkt weer op avontuur te willen gaan.

Op 25 november 2019 meende hij zijn spierballen aan Israël te moeten laten zien door het houden van militaire manoeuvres. De oefening vond plaats met gebruik van tanks, vliegtuigen en helikopters en een groot aantal wapens met het doel "het vernietigen van de voorhoede van de vijand en de bruggen die kunnen worden gebruikt als oversteekplaatsen" naar Jordaans grondgebied.

Abdullah II observeert de tactische militaire manoeuvres van het 1e gemechaniseerde bataljon van de Koninklijke Garde van het Jordaanse Centrale Commando.

Hoewel de officiële Jordaanse rapporten niet expliciet vermelden dat de manoeuvres tegen Israël gericht zijn, lijkt dat wel degelijk het geval omdat de manoeuvres een vijandelijke legerinvasie via bruggen simuleerden, dat wil zeggen bruggen over de rivier de Jordaan die de grens vormt tussen Jordanië en Israël. De oefening was wel degelijk gericht aan het adres van Israël. Dit kan ook worden afgeleid uit hun naam van de oefening, die verwijst namelijk naar de Slag om Karameh. Deze slag was een 15-uur durend militair gevecht tussen het Israëlische leger (IDF) en gecombineerde strijdkrachten van de Palestijnse terreurorganisatie (PLO) en Jordaanse troepen op 21 maart 1968, tijdens de Attrition-oorlog.

 

De divisie die de manoeuvres uitvoerde maakte deel uit van het centrale commando van Jordanië. Verder liet een foto van de manoeuvres die in de Jordaanse media werd gepubliceerd, zien dat koning Abdullah II met legercommandanten stond voor een model van de westelijke grens van Jordanië en het gebied van de Dode Zee. Ook werd in een artikel gepubliceerd door een lokale Jordaanse website expliciet vermeld dat de manoeuvres een gevecht simuleerden met "de bezettende entiteit aan de overkant van de rivier" - dat wil zeggen Israël.

De stafchef van het Jordaanse leger Yousef Huneiti, zei bereid te zijn het authentieke Hasjemitische Arabische grondgebied te verdedigen en "iedereen met een ijzeren hand te slaan" tegen iedereen die de veiligheid van het vaderland durft te schaden. Het lijkt er op dat Jordanië zich gereed maakt voor een nieuwe oorlog tegen Israël. Maar bij een nieuwe oorlog zal Jordanië opnieuw een zware tol betalen.

Hoe vijandig het Jordaanse koninkrijk staat tegenover Israël werd ook weer eens duidelijk op 17 mei 2021 toen Het Jordaanse parlement een speciale zitting hield om de Israëlische militaire operatie in Gaza ("Operation Guardian of the Walls"), tussen Israël en Hamas te bespreken. Tijdens de sessie riep het Jordaanse parlementslid Safaa Momani op tot nietigverklaring van alle overeenkomsten met Israël, "omdat de Joden de moordenaars zijn van profeten, die alle pacten en contracten hebben verraden." Het Jordaanse parlementslid Firas Al-Qudah zei dat de "zionistische vijanden" het doelwit moeten zijn in alle uithoeken van de wereld. Het Jordaanse parlementslid Saleh Al-Armouti prees Hamas en zijn raketten en zei: "Macht aan Hamas is macht aan de Jordaanse staat." Het Jordaanse parlementslid Suleiman Abu Yahya zei dat Allah de Joden in de Koran heeft vervloekt, en dat de Joden de Palestijnen meer vrezen dan Allah. Hij voegde eraan toe dat de Joden lafaards zijn en dat hun soldaten luiers dragen. Het Jordaanse parlementslid Salamah Al-Bluwi zei dat de criminele zionistische zonen van apen en varkens oorlogsmisdaden plegen tegen de Palestijnen.

De Bijbel maakt duidelijk dat er een Godsspraak over de gebieden Moab, Edom en Ammon zal komen.  Diverse Bijbeldeskundigen menen dat het hierbij zal gaan om de oorlog zoals in psalm 83 wordt beschreven: ‘Want zij hebben eensgezind beraadslaagd tegen U een verbond gesloten: de tenten van Edom en de Ismaëlieten, Moab en de Hagarenen, Gebal, Ammon en Amalek…’

 

Diverse profeten maken melding van een Godsoordeel over deze gebieden waaronder de profeet Zefanja.

 

Zefanja 2:8-9  “Ik heb gehoord het gesmaad van Moab en het gehoon der Ammonieten, waarmede zij mijn volk smaaden en zich verhieven tegen hun gebied. Daarom, zo waar Ik leef, luidt het woord van de Here der heerscharen, de God van Israël, voorwaar, Moab zal aan Sodom gelijk worden, en de Ammonieten aan Gomorra, een veld van distelen en een zoutgroeve en een woestenij tot in eeuwigheid. Het overblijfsel van mijn volk zal hen plunderen en rest van mijn natie hen erfelijk bezitten. Dit zal hun wedervaren voor hun overmoed, want zij hebben gesmaad en zich verheven tegen het volk van de Here der heerscharen.Geducht zal de Here tegen hen wezen, want Hij zal alle goden der aarde doen wegteren, en voor Hem zullen zich neerbuigen, ieder uit zijn plaats, alle kustlanden der volken. “

 

Ook Jeremia profeteert over Moab (48:1-47) en eveneens over Edom (49:7-22) en Ammon (49:1-6) en Jesaja zegt over Moab  Jesaja 15:1 en 25:10-12. … Moab zal op zijn plaats neergestampt worden, zoals stro neergestampt wordt in het water van een mestkuil.  De landstreek Moab is genoemd naar de zoon van de eerste dochter van Lot. Moab was de vader van de latere Moabieten. Ammon is genoemd naar de zoon van de jongste dochter van Lot, Ben-Ammi, de vader van de Ammonieten. (Genesis 19:37-38) De huidige hoofdstad van Jordanië Amman, is naar de Ammonieten genoemd.

 

Franklin ter Horst

E-mail: Hijkomt@hetnet.nl

Terug naar : Inhoud