De derde Bazuin

 

Door: Franklin ter Horst (Aangemaakt: 22 februari 2018)

 

Openbaring 8:10-11 “En de derde engel blies de bazuin, en er viel een grote ster, brandend als een fakkel, uit de hemel, en zij viel op het derde deel der rivieren en op de bronnen der wateren. En de naam der ster wordt genoemd Alsem. En het derde deel der wateren werd alsem en vele van de mensen stierven van het water, omdat het bitter geworden was.”

 

In Openbaring is 14 keer sprake van een “derde deel”, allemaal bij de zeven bazuinen. Hier heeft het betrekking op de zon, maan en sterren. De derde bazuin wordt geblazen, en vervolgens gebeurt er iets dat veel weg heeft van de 2e bazuin. Johannes ziet een “grote ster” brandend als een fakkel op ⅓ deel van de rivieren en de waterbronnen vallen. “Brandend als een fakkel” duidt op vernietigingskracht. De naam van de ster wordt Alsem (bitter) genoemd. Alsem is een bitter gewas, symbool voor alles wat bitter of pijnlijk is. Alsem betekent in het Oude Testament ook op een grote bron van kwaad of afgoderij duiden en de gevolgen ervan: Gods oordeel tegen afgoderij, alle kwaad en ongerechtigheid. “Waterbronnen” staan ook vaak voor de ideologieën en geestelijke/morele principes van volkeren. Sommige onderzoekers geloven daarom dat Johannes met deze ster niet letterlijk een ster bedoeld heeft. Sterren worden in het Oude Testament dikwijls gebruikt om heersers aan te duiden die hun gezag en invloed aan een grote macht ontlenen. Een “ster” kan daarom in de Bijbel ook betrekking hebben op een machtige heerser: Jesaja 14:12 “Hoe zijt gij uit de hemel gevallen, gij morgenster, zoon des dageraads; hoe zijt gij ter aarde geveld, overweldiger der volken!” Deze persoon ontvangt in Openbaring 9:1 de sleutel om de onderwereld te openen. Wij hebben hier te maken met een complete “vergiftiging van gemoed en denken”.Daarover in onder de “Vijfde bazuin”meer.

 

 

De gevallen engel: Gustav Doré  (Jesaja 14:12)

 

Een “ster” kan eveneens uitgelegd worden als een grote wereldmacht wat door Goddelijk ingrijpen aan zijn eind zal gekomen. Openbaring 17:15 maakt duidelijk dat met “zee” en “wateren”, volken, menigten, ook naties en talen bedoelt kunnen worden. “En hij zeide tot mij: De wateren die gij zaagt, waarop de hoer gezeten is, zijn natiën en menigten en volken en talen.” Daarom zou de door Johannes genoemde “grote berg” ook te maken kunnen hebben met wat de profeet Jeremia daarover geschreven heeft: Jeremia 51:25-26Zie, Ik zal u! gij berg des verderfs, luidt het woord des Heren, die de gehele aarde hebt verdorven, en Ik zal mijn hand tegen u uitstrekken en u van de rotsen afwentelen en u maken tot een berg van brand, en men zal van u geen steen nemen voor een hoek noch een steen voor fundament, want een eeuwige woestenij zult gij zijn, luidt het Woord des Heren.”

 

Deze tekst lijkt een verwijzing naar Babylon. Babel zal haar bevoorrechte positie verliezen. Deze “van vuur brandende berg” zou in de volkerenzee geworpen worden; wat zeggen wil, dat deze macht door God wordt gebruikt tot tuchtiging van de volkeren, ten gevolge waarvan een schrikbarende verwoesting en grote slachting plaats zal grijpen. Dat geeft ook een verklaring voor het “bloed”.

 

Ook de profeet Zacharia laat zien dat een “hoge berg”, “berg” of “heuvel” een (min of meer) machtige natie voorstelt: Zacharia 4:7 Wie zijt gij, grote berg? Voor het aangezicht van Zerubbabel (Perzië) wordt gij een vlakte; hij zal de gevelsteen naar voren brengen onder het gejubel: heil, heil zijn hem!

 

Toch zou het net als bij de tweede bazuin wel degelijk weer om een ster/asteroïde kunnen gaan die als een brandende fakkel op het derde deel der rivieren en op de bronnen der wateren valt. Het is daarom alleszins vanzelfsprekend dat de door Johannes genoemde “ster” als een macht uitgelegd moet worden. Het lijkt op onvoorstelbare ecologische catastrofe die “het derde” deel van het water ondrinkbaar maakt. Jeremia profeteerde dat Israël ooit bittere wateren zou moeten drinken: Jeremia 9:13-15 “De Here zegt: Omdat zij mijn wet verlaten hebben, die Ik hun had voorgelegd, en niet aan mijn stem gehoor gegeven noch daarnaar gewandeld hebben, maar gewandeld hebben naar de verstoktheid van hun hart, achter de Baäls aan, zoals hun vaderen hun hebben geleerd. Daarom zegt de Here der heerscharen, de God van Israël: Zie, Ik spijzig hen met alsem, Ik zal drenk hen met gifsap”

                            

Deze bitterheid zal voortduren tot de komst van het Vrederijk, omdat Ezechiël profeteert dat de genezende wateren de bitterheid zou wegnemen: Ezechiël 47:6-9 “Toen zeide hij tot mij: Hebt gij het gezien, mensenkind? Daarop deed hij mij teruggaan langs de oever van de beek. Toen ik terugkeerde, zie, langs de oever van de beek stonden aan weerszijden zeer veel bomen. Hij zeide tot mij: Dit water stroomt naar de oostelijke landstreek, vloeit af naar de Vlakte en komt in de zee; in de zee wordt het uitgestort, zodat het water gezond wordt. En alle levende wezens die er wemelen, zullen leven, overal waar de beek komt, en er zal zeer veel vis zijn, want als dit water daarheen komt, dan wordt (het water van de zee) gezond.” 

 

Terug naar: Inhoud