Wat drijft de islam een ‘religie van oorlog’ te zijn?

 

Geplaatst op 28 december 2010

 

Dit artikel is geschreven door Daniël Greenfield beter bekend is Sultan Knish 

en afkomstig van de website van Brabosh

 

 

Daniël Greenfield is een in Israël geboren schrijver en freelance commentator over politieke zaken met een speciale focus op Joodse bezorgdheden en de War on terror.

 

 “Hij is het die zijn boodschapper (Mohammed) heeft gezonden met leiding en de godsdienst der Waarheid (de Islam) opdat hij deze moge doen zegevieren over alle andere godsdiensten, al zijn de afgodendienaren er afkerig van”(Koran 61:9)

 

Hezbollah recruten (Partij van Allah) in Libanon. 

 

Waarom is de Islam voortdurend een bron van oorlog, geweld en onrust? Het probleem, simpel genoeg, is theologisch omdat volgens Mohammed's volgelingen de waarde van de Islam direct verbonden is met fysieke suprematie. Als volgelingen van de vermeende “definitieve openbaring” aan de mensheid, hebben moslims niet alleen de plicht om de rest van de wereld te veroveren en te onderwerpen, hun geloof is alleen zinvol in de mate waarin zij het werk kunnen voortzetten, begonnen door Mohammed.

 

Aangezien de Islam haar macht hoofdzakelijk ontleent aan fysieke overmacht, wordt oorlog een daad van geloof. Geloven in de Islam, is het geloof te hebben dat de hele wereld veroverd en onderworpen moet worden. En om een echte moslim te zijn, moet men zich geroepen voelen om te helpen bij de wereldwijde verovering, of dat nu is door het verstrekken van geld en middelen aan de jihadisten of om zelf jihadist te zijn. De Islam wordt uitgedrukt in fysieke superioriteit, geweld tegen niet-moslims wordt de essentie van de religie en eender wat of wie die suggereert dat de Islam niet absoluut superieur is, raakt aan de islamitische onzekerheden en is godslastering.

 

Wanneer moslims van woede ontploffen en uitbarsten in geweld over ogenschijnlijk kleine dingen, zoals een cartoon of een teddybeer met de naam Mohammed, dan is dat omdat voor hen elk gezichtsverlies van de Islam de ergste vorm van godslastering betekent. Omdat de Islam een religie is van de fysieke overmacht en alles wat die suprematie uitdaagt begrepen wordt als een directe aanval op hun geloof. Wat de Tien geboden zijn voor de Jood, of de opstanding van Jezus voor de christen- is de fysieke dominantie van de Islam voor de moslimgemeenschap. Het is de basis en vervulling van zijn geloof.

 

Daarom is door het voeren van oorlog tegen de ongelovigen, zij het door het bouwen van een minaret in een van hun steden, zij het door het dwingen van niet-moslims in een ondergeschikte positie (dhimmitude)- dit voor de moslimgemeenschap een daad is, die de waarheid en de macht van de Islam bevestigt. Door ervoor te zorgen dat de ongelovigen hun “gezicht verliezen”, voldoet de moslim aan de belofte van Allah in de koranvers dat hij Mohammed had gestuurd om de Islam dominant over alle religies te maken. Echter, wanneer de Islam haar “gezicht verliest”, wordt een daad van godslastering begaan, die alleen religieus kan worden rechtgezet door het doden van de niet-moslims, om zo opnieuw de fysieke superioriteit van de Islam te bevestigen.

 

Dit leidt tot de cyclus van geweld waarop de media zo graag en veel inspeelt, maar het is niet het resultaat van de Westerse onderdrukking – het is het resultaat van de moslims die zich onderdrukt voelen als ze niet aan de top zijn. Wanneer een geloofssysteem expliciet “de wil tot macht” verkondigt, wordt het idee van het multiculturalisme, wat uitgaat van het “vreedzaam naast elkaar bestaan” een lachertje. Co-existeren met niet-moslims is voor een moslim zelfs godslasterlijk. De Koran verkondigt: “O, gij die gelooft, neemt de Joden en de Christenen niet tot vrienden. Zij zijn elkaars vrienden. En wie uwer hen tot vrienden neemt, is één hunner.” (Koran 5:51) De Islam kan niet co-existeren. Voor de volgelingen van deze religie kan de waarheid alleen gevonden worden in het veroveren van niet-moslims.

 

Terwijl de meeste religies hun ondergeschikte positie aanvaarden door hun fundamentele geloof in het spirituele eerder dan in het materiële, heeft de Islam minder dan alleen maar het materiële. Zelfs in het moslimparadijs bestaat een vorm van het soort van fysiek genot waar haar volgelingen naar hunkeren: grillige gewaden, prachtige banketten, gouden banken en natuurlijk die beroemde oproep aan de toegewijde Jihadist, “gewelfde maagden…en een overvolle beker”(Koran 78:33-34). De Islamitische hemel is in wezen een schromelijk overdreven versie van het soort buit die de volgelingen van Mohammed verwachten te vinden door hem in de eerste plaats te volgen- goud, juwelen, zijde, specerijen en jongen meisjes.

 

De bende van keelsnijders die Mohammed vergezelden op zijn slachtpartijen in de hele regio kreeg hiermee een religieuze prikkel om met graagte de dood tegemoet te zien. Zelfs als ze stierven in de strijd en daardoor niet lang genoeg konden genieten van alle juwelen, volle bekers en meisjes, belooft de Koran hen een hemel waar al deze dingen overvloedig aanwezig zijn. Men kan zich de bende rovers voorstellen, ontsnapte slaven en ambitieuze woestijnratten achter Mohammed aanlopende over woestijnduinen, hun gedachten vervult van de koortsachtige beloften van karavanen die ze zouden overvallen. En in die koortsachtige hitte, het idee om nog een rijkere buit te ontvangen indien hij zou sterven in de strijd, waardoor de dood te verkiezen viel boven het leven, leek op dat ogenblik erg waarschijnlijk.

 

Aanvankelijk breidde de Islam zich uit op deze smalle basis van hebzucht en lust. De codex was die van de krijger, die zijn gezicht kon verliezen of zich bezighouden met bloedwraak. De bloedwraak van de Islam is wereldwijd gegaan. Meer dan een miljard mensen voelen zich inmiddels geroepen mee te werken aan de uiteindelijke overwinning van de Islam. De wereldwijde triomf van de woestijnstroper, onhandig samengevoegd met een massa Joodse en christelijke overtuigingen, stamgebruiken, legenden en een eigen biografie, worden gebruikt als een instrument van verovering en het smeden van tijdelijke allianties met de ruziemakende stammen en clans.

 

Elke onzekerheid vertaalt zich in een provocatie. Elke nooit bevredigde jaloerse impuls ontploft in een gewelddadige woede. Elk geschil dat al honderden jaren heerst, broedt een nieuwe bloedwraak uit. Hebben moslims ooit ergens gewoond? Dan moeten ze dat opnieuw terugvorderen, want doen ze dat niet, dan is dit godslastering en een verraad van Allah en Mohammed’s missie. Hebben moslims nooit ergens gewoond? Dan moeten ze er naar toe gaan, minaretten bouwen en de superioriteit van de Islam verkondigen, want anders hebben ze gefaald in het uitbreiden van de grenzen van de Ummah en een verraad aan Allah en Mohammed’s missie.

 

De aanwezigheid van mensen die vrij en gelukkig, vrij van islamitische overheersing leven, is blasfemie- godslastering die moet verholpen worden door ofwel hen te bekeren naar de Islam ofwel door hen onder de regels van de islamitische wet te stellen. Ofwel men dringt hen de alleenheerschappij van de Islam op, want het is niet absoluut noodzakelijk dat iedereen gelooft in de Islam. In feite is het niet erg comfortabel en heeft het maar weinig zin om aan de top te zijn als er niemand op de bodem is. Een wereld die gevuld is met niets anders dan moslims zou het onmogelijk maken dat gelovigen de baas kunnen spelen over ongelovigen. Waar het om gaat, is echter dat iedereen ondergeschikt is aan de Islam, hetzij als moslims hetzij als dhimmies.

 

Het feit dat er ondertussen mensen zijn die ooit onder islamitische heerschappij hebben geleefd en die thans een vrij leven leiden weg van de Islam, is erger dan godslastering- het is een belediging en een aanval op de Islam. Dat is wat er zit achter de moorddadige islamitische obsessie t.o.v. Israël, dat tot voor kort nog in handen was van moslims tijdens het Ottomaanse Rijk. Maar zelfs een natie zoals Spanje, die lang geleden verloren ging voor de Ummah, veroorzaakt nog steeds woede. De bevrijding van de Joden van de islamitische heerschappij is een bijzonder gevoelig punt, maar is niet het enige. Maar wat de Koran ook uitkraamt over Joden en christenen, het uiteindelijke doel is werelddominantie.

 

Het snijpunt van de Islam en terrorisme is geen toeval of het resultaat van specifieke politieke zetten geplaatst door niet-islamitische landen, zoals de overlevering doet vermoeden. Het is het onvermijdelijke gevolg van islamitische theologie van suprematie en materialisme, die gecombineerd met de eer-schaamte-code van een tribale cultuur, in de richting leidt van het dwangmatig oorlogvoeren en veroveren. De acties van niet-islamitische landen dienen slechts als variabelen van een context waarbinnen de superioriteit van de Islam tot uiting wordt gebracht. Deze contexten kunnen variëren, net zo vaak als de motiveringen gebruikt in een video van Bin Laden. Want de context op zich is niet relevant tot de grotere geschiedenis en theologie van de Islam, want uiteindelijk is het probleem van het islamitisch geweld het probleem van de Islam.

Klik ook eens op: Jihad bells, jihad bells, jihad all the way… [muziekvideo]