Sporen van Israëlieten in Amerika

 

Door: Franklin ter Horst (Aangemaakt: 9 september 2012) (Laatste bewerking: 20 januari 2019)

 

Toen de Europeanen ruim 500 jaar geleden voor het eerst in contact kwamen met de oorspronkelijke Amerikaanse inwoners, waren velen ervan overtuigd dat ze de verloren stammen van Israël hadden ontdekt. Bij nadere beschouwing is die visie zo raar nog niet want er bestaan bijzondere overeenkomsten tussen het Joodse volk en diverse indianen stammen. Zo zijn er onmiskenbare sporen te horen van het Joodse gebed wanneer Kacike AmaHura (Joseph Riverwind) het opperhoofd van de AmaHura indianen van de Noordelijke Arawak stam, zingt, “Shema, shema, nayena, popaska yah”. Hij vertaalde dit oude indiaanse lied voor BreakingIsraelNews met:’Luister, luister, mensen, zoals u samenkomen, zullen we dansen voor de maker.’Dit doet sterk denken aan het Joodse gebed Shema, wat letterlijk betekent ‘horen’. Wat Joseph Riverwind zingt is ook te horen bij de inheemse volkeren in Zuid-Amerika en het Caribisch gebied. ‘Wij geloven dat de Schepper op het punt staat de aarde te zuiveren’ aldus Chief Riverwind. Ook zegt hij dat alle stammen die zijn verspreid opnieuw vergaderd zullen worden.

 

Kacike AmaHura, of Joseph Riverwind

 

De stam waartoe de bovengenoemde Kacike AmaHura behoort, noemt God Yah Yah. 'De Allerhoogste Geest der Geesten'. Kacike noemt dat zeer vergelijkbaar met de HEERE". "De voorouders van mijn vrouw, de AniKituwahYah (Cherokee), noemden God YoHeWaH. Ze droegen een ark in de strijd, vieren zeven feesten, rusten op de zevende dag, hadden vrijsteden, en aten geen varkensvlees. Sommige oudheidkundigen geloven dat onder meer de Noord-Amerikaanse Cherokee indianen inderdaad afstammelingen zijn van de stammen van Israël.

 

De overeenkomsten lijken geen toeval te zijn want Kaciki AmaHura verteld ook het verhaal hoe de Schepper een ​​man genaamd Nuah de opdracht gaf een vlot te bouwen om de mensheid te redden omdat de wereld bedekt zou worden met water. Ook vertelt hij van een tijd dat alle mensen tot één stam behoorden en een toren bouwden tot aan de hemel. Deze culturele verbinding tussen de indianen van Amerika en de oude stammen van Israël, gaat in tegen de meeste wetenschappelijke theorieën over de oorsprong van de indianen. De meeste antropologen theoretiseren dat de Indianen afstammen van Siberische Mongolen die via de Beringstraat, een 50-mijl-brede kloof die Alaska scheidt van Rusland naar Noord-Amerika kwamen. Volgens Kacike vertellen de indianen echter een heel ander verhaal.

 

Zo geloven de Anishnabi (Chippewa) indianen dat ze afkomstig zijn uit de stam van Efraïm, aldus Chief Riverwind. "Anishnabi" is verbazingwekkend vergelijkbaar met de Hebreeuwse woorden, "Anshe Navi" (mensen van de Profeet). Ze wonen aan de kust, en hun overleveringen vertellen dat ze daar met schepen naar toe zijn gekomen over de grote wateren. Ze hebben grottekeningen van deze schepen en die zijn zeer vergelijkbaar met tekeningen van Fenicische schepen in de geschiedenisboeken. De Quiché Maya’s vertellen dat het land waar ze woonden voordat ze naar Midden-Amerika kwamen als een waar paradijs was waar blanken en zwarten in vrede leefden, totdat de god Hurakan boos werd en de aarde overstroomde. Men heeft vastgesteld dat er in de Queché-taal woorden bestaan die hetzelfde zijn als in het Oud-Hebreeuws. De Tolteken vertellen dat hun taal plotseling was verward en dat niemand elkaar meer kon verstaan. Daarna waren ze naar verschillende delen van de aarde vertrokken. Het is bekend dat de taal de meest nauwkeurige gids is om verwantschap tussen verschillende volkeren na te gaan, zelfs wanneer zij landen bewonen die door Oceanen en land van elkaar gescheiden zijn. Vele onderzoekers zijn het met elkaar eens dat er ooit één oorspronkelijke moedertaal over de aarde gesproken werd. Deze verklaring wordt overal waar taalonderzoek wordt gedaan, bevestigd. In alle talen komen woorden voor of wortels van woorden die identiek zijn en in alle gevallen drukken ze in wezen dezelfde betekenis uit waardoor de gemeenschappelijke oorsprong bewezen wordt.

In het boek Discovery of Ancient America schrijft de auteur David Allen Deal over een bijzondere vondst in de barre wildernis van Valencia County. Hier in het hart van New Mexico, op de oever van de Rio Puercos ten zuidwesten van de stad Albuquerque ligt een mysterieuze steen op de helling van een niet actieve vulkaan in de buurt van Los Lunas. De locatie is bij de locale inwoners bekend onder de naam,, Mysterie Mountain" (Mysterie Berg). De indianen noemen het "Cerro Los Moqujino" (Rotswand van het vreemde schrift). ("Cliff of the Strange Writings"). Aan de voet van een plateau, bevind zich een grote vlakke steen van tussen de 80 en 100 ton met daarop een inscriptie geschreven in oud Hebreeuws.

De Los Lunas Tien Geboden steen

 

De inscriptie bevat een nauwelijks afwijkende versie van de Tien geboden zoals beschreven in Exodus 20:1-17. De grote vraag die menigeen bezig houdt is, hoe komt de steen op deze locatie terecht? Tot op heden weet niemand hoe lang de steen op deze plaats ligt, en hoe hij daar terecht is gekomen. De steen wordt middels vele verschillende namen aangeduid waaronder Tien Geboden steen, Mysterie steen, De Los Lunas Tien Geboden steen. De steen is de afgelopen jaren door grote aantallen Bijbelgeleerden en archeologen bezocht, en zij allen hebben geconcludeerd dat de steen een echte en authentieke tien geboden steen is. De vondst bewijst dat dit gebied in een ver verleden bewoond of bezocht moet zijn geweest door lieden afkomstig uit het Midden-Oosten. Is het mogelijk dat de steen afkomstig is van één van de stammen van Israël die zich in dat gebied hebben gevestigd in een periode voor Christus waarin het oud Hebreeuws nog veel voorkomend was.

De vindplaats vertoont oude verdedigingswerken, evenals tekenen van bewoning. De Tien Geboden inscriptie is gelokaliseerd aan de voet van de berg, en is alleen bereikbaar via een pad wat naar boven slingert. De top van de berg is een vlak plateau met vele ruïnes. Het hele gebied is bezaaid met stenen waarop afbeeldingen zijn getekend. (petroglieven). Wat het allemaal nog mysterieuzer maakt is dat een van deze petroglieven beschikt over wat gelijkt op een hemelkaart, uitgestrekt over een vlakke steen, waarin vastgelegd de posities van de planeten en de zonnestelsels tijdens een zonsverduistering. Onderzoeker David Deal, heeft berekend aan de hand van astronomische gegevens dat de ‘verduistering’ heeft plaatsgevonden op 15 september 107 voor Christus. Hij meldt dat tot zijn verbazing de datum exact overeenkomt met het beroemde Bazuinenfeest, ook wel bekent als Rosh Hashana, het Joodse Nieuwjaar in 107 voor Christus. Volgens Deal is de Los Lunas inscriptie een duidelijk bewijs dat de Israëliërs uit de oudheid de ‘nieuwe wereld’ al ver voor Columbus hebben ontdekt en bewoond in de eeuwen voor de huidige tijdstelling.

Bewijzen daarvoor zijn ook te vinden in het oude boek van de Maya’s, de Popol Vuh In dit boek staan teksten die opmerkelijke overeenkomsten vertonen met verschillende Bijbelteksten.

Genesis 11:1 “De gehele aarde nu was één van taal en één van spraak.”

Popol Vuh: Daar zagen zij de zonsopgang. Zij hadden één enkele spraak.

Exodus 14: 21-22 “Toen strekte Mozes zijn hand uit over de zee en de Here deed de zee de gehele nacht door een sterke oostenwind wegvloeien, maakte haar droog, en de wateren werden gespleten. Zo gingen de Israëlieten in het midden der zee op het droge, terwijl rechts en links de wateren voor hen waren als een muur.”

Popol Vuh: Zij merkten nauwelijks hoe zij de zee doorschreden. Zij liepen er doorheen alsof er geen water bestond. Zij die de zich delende zee overschreden noemden de plaats "drijfzand". Zo kwamen zij aan de overkant.

Ook bestaan er overeenkomsten met het Bijbelboek Daniël.

Daniël 3:21-24-25 “Toen werden de mannen gebonden, met hun mantels, broeken, mutsen en overige klederen aan, en in de brandende vuuroven geworpen. Toen schrok Nebukadnezar en stond ijlings op. Hij zeide: Zie ik zie 4 mannen vrij wandelen midden in het vuur, en zij hebben geen letsel, en het uiterlijk van de vierde gelijkt op dat van een zoon der goden.”

Popol Vuh: Daarop gingen die in het vuur, in een vuurhuis. Binnen stond alles in gloed, maar zij verbranden niet. Met gladde lichamen en verheven gezichten vertoonden zij zich in de schemering. Men verlangde naar hun dood. Maar dat gebeurde niet. En die van Xibalda werd door verwarring aangegrepen.

Ook in een grafheuvel 15 km ten zuiden van Newark in Ohio is een gegraveerde steen gevonden met een beknopte versie van de Tien Geboden in Paleo-Hebreeuws. Aan de voorzijde bevindt zich een figuur, die aan de hand van de lettertekens boven zijn hoofd is geïdentificeerd met Moshe (Mozes). Eveneens in de buurt van Newark in Ohio werd in 1860 een sluitsteen gevonden met vier oude Hebreeuwse inscripties, maar de wel bekendste vondst in dit verband is ‘de steen van Bat Creek’, die in 1889 bij opgravingen gevonden werd in oostelijk Tennessee en door experts gedateerd wordt in de eerste of tweede eeuw van de gangbare jaartelling. Ook op deze steen staan oud-Hebreeuwse lettertekens, waarvan sommigen zijn vertaald met: “voor Judea”.

De Quiché Maya’s vertellen dat het land waar ze woonden voordat ze naar Midden-Amerika kwamen als een waar paradijs was waar blanken en zwarten in vrede leefden, totdat de god Hurakan boos werd en de aarde overstroomde. In de 18e eeuw leefde ook in Noord-Amerika het idee dat alle Amerikaanse indianen van Noach moesten afstammen. Men ging zelfs op zoek naar de Ark in de bergen van Noord-Amerika. Men heeft vastgesteld dat er in de Queché-taal woorden bestaan die hetzelfde zijn als in het Oud-Hebreeuws.

Quiché Maya

Cristobal Molina, een Spaanse priester, ontdekte een volledig verhaal over de zondvloed. Volgens deze Inca overlevering bestond er voor de zondvloed slechts één grote leidende staat op aarde en werd er overal één taal gesproken. Hoewel door grote afstanden van elkaar gescheiden hebben de volkeren in Midden-en Zuid Amerika verhalen in hun heilige geschriften bewaard die overeenkomen met de verhalen zoals wij die kennen uit de Bijbel. De Bijbel verhaalt over een tijd toen er maar één taal op aarde werd gesproken. Pas na de bouw van de toren van Babel verstonden de mensen elkaar niet meer en verschenen er nadien duizenden talen.

Van enkele indianenstammen heeft men ontdekt dat hun oorsprong moet liggen ergens rond de Middellandse Zee. Zo kennen de Tolteken een overlevering over de bouw van een hoge toren (De Zaculi)  in het land van hun herkomst. Hun taal was plotseling verward en niemand kon elkaar meer verstaan. Daarna waren ze naar verschillende delen van de aarde vertrokken. Het is bekend dat de taal de meest nauwkeurige gids is om verwantschap tussen verschillende volkeren na te gaan, zelfs wanneer zij landen bewonen die door Oceanen en land van elkaar gescheiden zijn. Vele onderzoekers zijn het met elkaar eens dat er ooit één oorspronkelijke moedertaal over de aarde gesproken werd. Deze verklaring wordt overal waar taalonderzoek wordt gedaan, bevestigd. In alle talen komen woorden voor of wortels van woorden die identiek zijn en in alle gevallen drukken ze in wezen dezelfde betekenis uit waardoor de gemeenschappelijke oorsprong bewezen wordt. Sommige oudheidkundigen geloven dat onder meer de Noord-Amerikaanse Cherokee indianen Joodse voorouders hebben.

 

Hebben de handelsvloten van koning Salomo Amerika bezocht?

 

Van koning Salomo is bekend dat hij een geavanceerde handelsvloot bezat.

 

1 Koningen 9:26-28 “Ook rustte koning Salomo een vloot uit te Ezeon-Geber bij Eloth (het huidige Eilat), aan de oever der Schelfzee, in het land Edom. En Hiram zond zijn knechten (ervaren zeelieden) op die vloot, scheepslieden die met de zee vertrouwd waren, naast knechten van Salomo. En zij kwamen naar Ofir en haalden vandaar vierhonderd twintig talenten goud, die zij bij koning Salomo brachten.”

 

Hiram, de koning van Tyrus is bewezen een historische figuur te zijn. Hiram leverde koning Salomo hout uit de cederbossen van de Libanon, voor de bouw van de Tempel in Jeruzalem. De naam van Hiram wordt door Flavius Josephus aangehaald en komt eveneens voor in een lijst van koningen van Tyrus vermeldt door Menander van Efeze (tweede eeuw v. Chr). Historici en Bijbel geleerden zijn van mening dat Salomons handelsvloten ook Amerika  hebben bezocht. De vloot van Salomo en Hiram maakte reizen die soms wel 3 jaar duurden voordat zij terug kwamen in Israël, om rijkdom, exotische planten en wilde dieren mee terug te nemen.

 

In 1 Koningen 10:22 “Want de koning had een Tarsisvloot in zee met de vloot van Hiram; en eens in de drie jaar kwam de Tarsisvloot binnen, beladen met goud en zilver, ivoor, apen en pauwen.”

 

Toen Bartholomé de las Casas met conquistador Gonzalo Fernández de OviedoY Valdés voet aan land zette in de Nieuwe Wereld, kwam hij tot zijn grote verbazing tot de conclusie dat Amerika al veel eerder gekoloniseerd moet zijn geweest door wat hij ‘Israëlieten’ noemde. De oorspronkelijke taal van het eiland Santo Domingo noemde hij verbasterd Hebreeuws. Priester Abbe Gilii die leefde van 1721-1789 ontdekte dat stammen aan de Orinoco rivier bekend waren met het scheppingsverhaal over Adam en Eva. Bernardino de Sahagün, die in 1529 in Mexico aan kwam, schreef in zijn "Historia general de las cosas de Nueva España" (Geschiedenis van het Nieuwe Spanje) dat de bevolking daar filosofieën en religieuze overtuigingen aanhingen van de oude stammen van Israël. In het boek “Hispania Victrix” van Francisco Lopez de Gómara, wat gaat over de vroegste veroveringen in Mexico en Zuid Amerika, staat dat toen de Spanjaarden Peru ontdekten, de inwoners al een grote mate van beschaving hadden opgebouwd en verbaasd waren over de gelijkenis van de inheemse indiaanse stammen met die van de oude stammen van Israël. Daarom geloven sommige onderzoekers dat de steen moet dateren uit de tijd van koning Salomo van 1014 BC tot 974 voor Chr.

In een cluster van oude Indiaanse grafheuvels in de buurt van Newark, Ohio zijn in het jaar 1860 artefacten ontdekt met Bijbelverzen in het Hebreeuws. Veel van deze artefacten worden echter gezien als vervalsingen omdat de hooggeleerde mandarijnen van de wetenschap het hoogst onwaarschijnlijk achten dat deze echt zijn. Men kan gewoon niet geloven dat er voor Columbus, stammen van Israël in staat waren de grote overtocht naar de ‘nieuwe wereld’ te maken. Maar de Hebreeuwse geleerde Cyrus Gordon van de Brandeis Universiteit bij Boston, en anderen, zeggen dat de steen wel degelijk authentiek is. “Wij weten dat het Hebreeuws belangrijk was in de tijd van de America’s founding fathers en dat er ook op ander plaatsen Paleo-Hebreeuwse inscripties zijn gevonden in Noord-Amerika.

In het jaar 1650 werd door Rabbijn Menashe Ben Israel, opperrabbijn uit Amsterdam een ongelofelijk verhaal opgenomen in zijn boek Mikveh Yisrael. Hij vertelt over een gesprek dat hij had met een Joods Nederlandse ontdekkingsreiziger in Amerika. Deze vertelde hem hoe hij in contact was gekomen met de indianen in Amerika, maar dat een poging om met hen te communiceren in verschillende Europese talen, geen succes had. Omdat hij een Jood, als zijn eerste stuurman had, waren de twee begonnen in het Hebreeuws te praten. Toen een indiaans opperhoofd hen in het Hebreeuws hoorde spreken reageerde het met de opmerking, "sjema."

 

In 1775 heeft de Engelsman James Adair, na 40 jaar bij de Indianen gewoond te hebben, zijn ervaringen opgetekend in een boek wat in Londen is verschenen met de titel 'The History of the American Indians'. Het boek is nagenoeg geheel gewijd aan documenten en bewijzen dat de Indianen van Joodse afkomst zijn en een aanzienlijke hoeveelheid van hun oude Israëlische erfgoed hebben behouden. Zo werd God door hen Je'wah genoemd. Adair's boek werd veel gelezen en zelfs president Thomas Jefferson (1743-1826) kende het boek van Adair en maakte hierover melding in een van zijn brieven aan John Adams waarin hij uitspraken van Adair citeert dat "alle Noord-Amerikaanse Indianen afkomstig zijn van de stammen van Israël en dat ze dezelfde rituelen en ceremonies hanteren die kenbaar zijn van de stammen van Israël, en dat ze allemaal Hebreeuws spraken.”Zie ook deze video van Jake Hilton en deze dat alle Indianen Hebreeuws spraken. Wat de indianen ook gemeen hebben met de kinderen van Israël, is dat ze een Messiaanse visie hebben.

Ook bij de Hopi-indianen die heden ten dage nog leven in het Zuidwesten van de Verenigde Staten, leeft een sterk Messiaanse gedachte. Zij kijken uit naar de komst van hun Maäsauu (Messias?).

Hopi opperhoofd

De Hopi geloven dat het niet lang meer zal duren eer hun verlosser zal komen, omdat zoals zij zeggen, alle tekenen daarop wijzen. Volgens hen is de komst aan de orde wanneer de wereld in volslagen onbalans en verwarring verkeert en de mensen niet meer volgens de wil en de instructies van hun schepper zullen leven, wanneer zelfs de leiders van de mensheid in verwarring en bedrieglijk zullen zijn maar wie volhart tot het einde die zal behouden worden. Niets van het gebeuren om ons heen is een verassing voor de Hopi. Ook spreken de Hopi van zware aardbevingen die het eind van de huidige wereldcyclus zullen markeren. De Hopi geloven dat zij die de weg der gehoorzaamheid aan de wetten van de Schepper zijn blijven volgen, niet om zullen komen in de grote zuivering die aanstaande is, doch behouden zullen worden en samen met Maäsauu in een nieuwe wereld zullen mogen gaan wonen.

Bijzonder is de vergelijking hoe de Indianen eeuwenlang geleden hebben onder de heerschappij van Europese onderdrukkers en hoe het Joodse volk door de eeuwen in Europa zijn vervolgt. Tweeduizend jaar lang hebben de Europeanen de Joden in wisselende tijdvakken, landen en steden, het ene getto uitgeschopt en het andere getto weer in, hebben hen beschuldigd en gestraft, geslagen en vermoord voor om het even wat verkeerd liep rondom hen of in de maatschappij, noemden hen insecten, kakkerlakken en ratten en gebruikten zelfs een insecticide (Zyklon B) in de nazi-kampen om hen uit te roeien. Echter tegenwoordig, in het bijzonder sinds de heroprichting van de Joodse natiestaat Israël in mei 1948, willen Joden niet langer de punchbal zijn van de grillen van wispelturige en gewelddadige Jodenhaters … Wie kan de Joden ongelijk geven? Niemand.

 

Misschien is de identiteit van de Noord-Amerikaanse Indianen dat ze uit de stammen van Israël afkomstig verloren gegaan is dat zeker niet geval bij God! Dan zal God straks ongetwijfeld naar hen omzien.

Joden in het Wilde Westen

Overgenomen van Israeltoday december 2016 (Michael Selutin)

 

In het begin van de 19e eeuw was het Wilde Westen van Amerika ook een nieuw thuisland voor veel Joden. Er moeten destijds ruim 230.000 hebben gewoond. Zij werden tot de moedigste pioniers gerekend, en hebben grote invloed gehad op de ontwikkeling van Amerika.

Een van de meest gedetailleerde verslagen over het Joodse leven in het Wilde Westen is geschreven door de New Yorkse Jodin Flora Spiegelberg. Zij trouwde met Willie Spiegelberg, die vanuit Duitsland naar Amerika was geëmigreerd. Op haar huwelijksreis naar New Mexico hield Flora een dagboek bij. De trein reed in die tijd maar tot Las Animas, vanwaar de Spiegelbergs verder reisden per koets. Flora schreef: ‘Toen we aankwamen bij het hotel in Las Animas, waren er juist zo’n tweehonderd cowboys gearriveerd, die van de graasgebieden van hun vee terugkeerden naar de bewoonde wereld. Ze waren allemaal tot de tanden toe bewapend. Toen zij mij zagen, stonden zij allemaal voor mij op, alsof zij daartoe bevel hadden gekregen. Zij riepen me vrolijk toe: “Hello lady, nice to see you!” Ik was de eerste vrouw die ze zagen, na maanden weg te zijn geweest.’ Flora en Willie Spiegelberg vestigden zich in Santa Fe, waar Flora voor de acht Joodse kinderen die daar woonden een school oprichtte. Willie werd in 1884 burgemeester van de plaats.

Charles Strauss de Joodse burgemeester van Tuscon met zijn zoon

Joden kwamen ook in contact met indianen. In 1867 werd de zakenman Julius Meyer tijdens de jacht op buffels ontvoerd door Sioux. Hij woonde meerdere jaren bij deze stam en leerde verschillende Indiaanse dialecten. De naam die hij van de indianen kreeg was ‘Witte hoofdman met krullen en één tong’, waarbij de term ‘één tong’ verwees naar zijn eerlijkheid. Meyer werd later tolk bij het Amerikaanse Congres voor de oorspronkelijke inwoners van de Nieuwe Wereld.

Veel Joodse handelaren gingen zakelijke betrekkingen aan met indianen en leerden hun talen. Mozes Baruch is daar een voorbeeld van. Hij deed zaken met de Umatila-indianen en leerde hun taal. Later werd hij vertaler en raadgever. In Los Angeles sloot Wolf Kalischer vriendschap van de Temecula-indianen.

Salomon Bibo ging nog een stap verder. Hij werd geboren in een traditioneel Joodse familie in Duitsland. In 1869 trok hij met zijn broers naar de Nieuwe Wereld en vestigde zich in Santa Fe. Daar ging hij handel drijven met de Acomastam. Door zijn contacten ontwikkelde hij zo’n bijzondere vriendschap, dat hij bij geschillen over grondgebied besloot om de Acoma-stam te vertegenwoordigen bij de Amerikaanse regering. Hij trouwde met een Acoma-vrouw en werd in 1885 gekozen tot opperhoofd. Onder zijn leiding voerde de stam meerdere hervormingen door. Hij motiveerde de indianen om het land te gaan bewerken en onderwees hen moderne agrarische methodes. Ook richtte hij een school op.

Een andere Jood die beroemd werd in het Wilde Westen was Loeb Strauss. Ook hij was afkomstig uit Duitsland. Toen in 1848 goud werd ontdekt in Californië, gaf hij zijn kledingzaak in New York op, om een zaak te beginnen met artikelen voor goudgravers. Hij veranderde zijn voornaam in Levi. Strauss verkocht alles wat de gouddelvers nodig hadden. In 1872 vertelde de kleermaker Jacob Davis, dat hij een zeer slijtbare vaste broek kon maken met behulp van metalen klinknagels. De twee mannen vroegen een patent aan en begonnen een productiebedrijf van ruw katoenen broeken die op kwetsbare plekken bijeen werden gehouden door klinknagels. En zo werd de eerste jeans geboren. Lange tijd werd jeans gezien als werkkleding voor arbeiders, totdat er toeristen naar Californië kwamen. Zij brachten de blauwe broeken mee naar huis, waardoor jeans een grote opmars maakte. In de Tweede Wereldoorlog was jeans zelfs op rantsoen.

De omstandigheden waarin Joden in Amerika leefden, waren totaal anders dan in Europa. De Europese Joden woonden in getto’s en vervallen dorpen. Ze vochten voor hun bestaan, en ondergingen de ene na de andere pogrom. Maar de Joden in Amerika beleefden niet alleen avonturen, maar hielpen ook mee om de opkomende supermacht te maken.

Terug naar: Inhoud