Spectaculaire acties van het Israëlische leger

 

Door: Franklin ter Horst (Aangemaakt: januari 2002) (Laatste bewerking: 23 februari 2019)

 

 

Operatie Blue Bird

 

In 1966, midden in de Koude oorlog en een jaar voor Israëls Zesdaagse oorlog, lukte het Israël om met een spectaculaire actie de hypermoderne in Rusland geproduceerde Russische MIG 21 straaljager in bezit te krijgen. Operatie Blue Bird begon met het verzoek van Ezer Weizman commandant van de Israëlische luchtmacht aan Meir Amit, toenmalig hoofd van de Mossad, om een Mig-21 voor hem te bemachtigen. Vervolgens kreeg Rehavia Vardi de opdracht deze taak uit te voeren. Dit geavanceerde vlaggenschip van de Sovjet Unie was in gebruik in diverse Arabische landen. De Mig-21 werd beschouwd als het beste gevechtsvliegtuig tijdens de Koude Oorlog. Washington had geen idee wat het geheim achter dit toestel was en hoe er tegenop getreden moest worden. De Mossad wist dat Egypte 34 van deze Mig-21 straaljagers bezat, Syrië 18 en Irak 10. De Mossad had een Joodse zakenman als contactpersoon in Irak en deze Josef Shemesh had omgang met de schoonzuster van Kapitein Munir Redfa, een Iraakse luchtmacht piloot.

 

Shemesh ontdekte dat Redfa gefrustreerd was vanwege het feit dat hij geen kans maakte op promotie in het Iraakse leger als gevolg van zijn christelijke achtergrond. Ook was Redfa enthousiast geraakt over het leven in het Westen na een bezoek aan de Verenigde Staten als onderdeel van een militaire opleiding. Josef Shemesh bracht de piloot in contact met de Mossad en deze regelde een reis voor hem naar Rome waar hij een ontmoeting had met een piloot van de Israëlische luchtmacht. Deze vloog met hem naar Israël waar hij drie dagen verbleef. De toenmalige Israëlische premier Levy Eshkol werd pas een maand voor de operatie van de plannen van de Mossad op de hoogte gebracht en nadat Redfa’s familie uit Irak was weggehaald. Na zijn bezoek aan Israël keerde Redfa naar Irak terug om zijn gewaagde avontuur ten uitvoer te brengen. Op de ochtend van dinsdag de 16 augustus 1966, landde hij met de fel begeerde Russische Mig-21 straaljager op de Israëlische luchtmachtbasis in Hatzor.

 

Russische MIG-21 straaljager

 

Nadat Israëlische technici het vliegtuig volledig in kaart hadden gebracht, werd het toestel als ‘geschenk’ aan Amerika overgedragen. Op deze manier kregen de Amerikanen de kans om het superieur geachte Russische gevechtsvliegtuig te bestuderen en een afweermechanisme te ontwikkelen. Deze deal maakte een einde aan het 20-jarige wapenembargo van de VS tegen Israël. Als dank kreeg de Israëlische luchtmacht, die tot dan toe alleen over de Franse Mirage en Vautour-toestellen beschikte, Amerikaanse Phantom- toestellen. In de Zesdaagse Oorlog van 1967 gebruikte Israël haar kennis om de talrijke vijandige Migs uit te schakelen. De Israëlische actie hielp de Amerikanen in hun strijd tegen het communistische Rusland. Na het onderzoek van de Amerikanen kreeg Israël het toestel terug waar het werd geplaatst in het IAF museum in Hatezrin. De Iraakse piloot, Redfa, en zijn familie, verliet Israël na een kort verblijf om zich in een westers land te vestigen, waar Redfa later stierf aan een hartaanval.

 

Operatie Entebbe

Op 27 juni 1976 werd Vlucht 139 van Air France met 246 passagiers aan boord waaronder 103 Joodse passagiers, dat op weg was van de Israëlische luchthaven Ben Goerion via Parijs naar Athene, gekaapt door de 28-jarige Brigitte Kuhlmann en haar 27-jarige vriend Wilfred Böse leden van de West-Duitse terroristische groep Revolutionäre Zellen (RZ). Deze groep was een extreemlinkse buitengewoon gewelddadige groepering gelieerd aan de beruchte Baader-Meinhofgroep rond Andreas Baader en Ulrike Meinhof.

Bij de tussenstop in Athene kwamen 6 Arabische terroristen van de PFLP (Volksfront Bevrijding Palestina) aan boord om de beide Duitsers te assisteren. De bewapende kapers gaven de piloot opdracht om door te vliegen naar Benghazi in Libië om bij te tanken. Hier lieten de kapers een jonge zwangere vrouw vrij. Het vliegtuig vertrok opnieuw en landde in de ochtend van 28 juni 1976 op de luchthaven van Entebbe in Oeganda. In die periode was dictator Idi Amin (1928 — 2003) aan de macht die van 1971 tot 1979 president was van Oeganda. Zijn regime wordt algemeen als één van de bloedigste in de moderne Afrikaanse geschiedenis beschouwd. Hij droeg de bijnaam ‘Slachter van Afrika’: onder zijn bewind werden circa 300.000 mensen vermoord. Amin was bevriend met aartsterrorist Jasser Arafat en steunde diens terreur tegen Israël. De kapers wisten zich daarom vrij zeker van hun zaak.

Op het vliegveld van Entebbe werden de Joodse passagiers (bij sommige van hen stond het nummer uit het concentratiekamp nog op hun armen getatoeëerd) van de niet-joodse passagiers gescheiden en de niet-joodse passagiers vrijgelaten. De kapers eisten van de bemanning het toestel te verlaten, maar deze weigerden. Wilfried Böse eiste de vrijlating van 53 personen waaronder 40 Arabische terroristen in Israëlische gevangenissen, één in Frankrijk en vijf in Kenia. Ook eiste hij ook de vrijlating van een aantal beruchte Duitse terroristen die in Duitse gevangenissen levenslange gevangenisstraffen uitzaten. Het ging om Jan-Carl Raspe, Ingrid Schubert en Werner Hoppe van de Duitse RAF (Rote Armee Fraktion) Fritz Teufel, Ralf Reinders en Inge Viett van de extreemlinkse stadsguerrillagroep de ‘Bewegung 2. Juni’ die sinds de bomaanslag van 5 juni 1974 op het Turkse consulaat in Bonn achter de tralies zaten.

De Mossad besloot tot actie over te gaan nadat de terroristen dreigden de Joodse passagiers te zullen vermoorden wanneer hun eisen niet zouden worden ingewilligd. In het plan werd rekening gehouden met de mogelijkheid van een treffen met Oegandese troepen. Israëlische transportvliegtuigen brachten vervolgens 100 leden van een speciale elite-eenheid van het Israëlische leger over een afstand van 4000 kilometer naar Oeganda.  In de nacht van 3 op 4 juli 1976 gingen ze tot de aanval over en wisten ze de gijzelaars te bevrijden die onder een kogelregen in de vliegtuigen werden geladen en via Nairobi naar Israël gevlogen. De hele operatie duurde circa 90 minuten. Bij de actie vielen in totaal 56 doden waaronder 45 Oegandese militairen, de acht terroristen waaronder Wilfried Böse en zijn vriendin Brigitte Kuhlmann en drie gijzelaars.

Ook werden er 30 Russische MIG 17 en MIG 21 straaljagers van de Oegandese luchtmacht vernietigd. Één van de gegijzelden, de 75 jarige weduwe Dora Bloch, was de dag voor de bevrijding onwel geworden en opgenomen in het Mulago hospitaal van Kampala.  Dora Bloch woonde Tel Aviv en was op weg naar New York voor het huwelijk van haar jongste zoon. In juli 1977 vertelde oud-minister voor Gezondheid van Oeganda Henry Kyemba, de toenmalige Openbare Aanklager van het Oegandese Ministerie van Justitie, aan de Human Rights Commissie van Oeganda, dat Dora Bloch op bevel van president Idi Amin op 4 juli 1976  (kort nadat de Israëli’s met het vliegtuig en gegijzelden aan boord Entebbe had verlaten) van haar ziektebed was gehaald en vermoord werd door twee legerofficieren van het Oegandese leger. In mei 1979 werden 32 km ten oosten van Kampala haar stoffelijke resten door pathologen geïdentificeerd, nadat een oorlog tussen Oeganda en Tanzania een eind had gemaakt aan de dictatuur van Idi Amin. De stoffelijke resten van Dora Bloch werden vervolgens naar Israël overgebracht en met staatseer begraven in Jeruzalem op de Mount of Quietudes.

Aan de kant van de Israëlische troepen vielen vijf gewonden en werd de leider van de bevrijdingsactie, de 30-jarige commandant Lt.Col. Yonatan Netanyahu gedood. Yonatan was de broer van de huidige premier Benjamin Netanyahu. Om hem te eren werd de naam van de bevrijdingsactie, ‘Operation Thunderbolt’, later veranderd in ‘Operation Jonathan’. Zie ook: http://www.answers.com/topic/operation-entebbe en Antisemitisme, een oude bekende van links (gijzeling Entebbe 1976) van 1 februari 2009. De operatie werd meermalen verfilmd. Op 12 januari 2012, ging de documentaire film ‘Follow Me: The Yoni Netanyahu Story in première op het New York Jewish Film Festival 2012. De documentaire brengt ook zeldzame beelden van de Zesdaagse Oorlog van 1967 en van de Operatie Entebbe van 1976 zèlf, zoals die destijds werd verslagen door de legendarische journalist Walter Cronkite. De schrijver Jitschak David doet in de roman ‘Gegijzeld in Entebbe’ verslag van de kaping.

Het bombardement van de Osirak kernreactor in Irak

De Osirak-kernreactor was van Franse makelij en gebouwd in 1977 als onderdeel van een overeenkomst tussen de Franse premier Jacques Chirac en de Iraakse dictator Saddam Hoessein. Volgens de Iraakse regering diende de centrale uitsluitend voor het vreedzaam gebruik van kernenergie. Maar de toenmalige Israëlische premier Menachem Begin verklaarde dat de in aanbouw zijnde centrale slechts bedoeld was voor de ontwikkeling van atoomwapens en gaf de opdracht de centrale met een precisiebombardement te verwoesten. Begin sprak van een “defensieve actie” omdat Israël door de plannen van Saddam Hoessein gedwongen werd actie te ondernemen. In een verklaring in het officiële orgaan van de Iraakse Baath-partij in 1980 werd duidelijk dat de Osirak reactor bestemd was om tegen, wat men noemde, de zionistische vijand op te treden.

Jacques Chirac en Saddam Hoessein toosten op het gesloten contract

De Israëlische commandoactie vond plaats op zondag 7 juni 1981 onder de naam Operatie Opera nadat Saddam Hoessein had gedreigd Israël met vier atoombommen te zullen vernietigen. Er was voor de zondag gekozen om zo weinig mogelijk personeel te treffen omdat verondersteld werd dat ze die dag vrij zouden hebben. Tevens was gekozen voor een bombardement vóór de reactor in bedrijf kon worden genomen om, zo luidde de verklaring, nucleaire besmetting van de omgeving en daarmee honderden burgerslachtoffers te voorkomen.

Acht F-16 jachtbommenwerpers en zes F-15 escortevliegtuigen van de Israëlische luchtmacht (IAF) vertrokken vanaf de luchtmachtbasis Etzion in de Sinaïwoestijn voor een vlucht van 1100 kilometer naar de Osirak reactor via de luchtruimen van Jordanië, Saoedi-Arabië en Irak. Om de Saoedi's te misleiden deden de piloten zich voor als Jordaniërs, onder meer door hun onderling radiocontact in het Arabisch te voeren. Bovendien vlogen ze op een hoogte van circa 240 meter boven de woestijn waardoor de kans groot was niet opgemerkt te worden door de grondstations en door Amerikaanse AWACS-toestellen die boven Saoedisch grondgebied patrouilleerden.

De vliegroute van de Israëlische vliegtuigen.

Een van de piloten in de operatie was Ilan Ramon, die later Israëls eerste astronaut zou worden en in februari 2003 stierf in de ramp met de Spaceshuttle Columbia. De reactor werd vervolgens volledig verwoest zonder verliezen aan Israëlische kant. Alle vliegtuigen keerden veilig naar hun basis terug.

De wereld reageerde geschokt en verontwaardigd vanwege wat men noemde, de ongehoorde brutaliteit van de Israëlische actie. De Arabische landen, Frankrijk, Engeland, de Verenigde Staten en het Internationaal Atoomagentschap reageerden woedend op de aanval en trok de beschuldiging van Israël dat Saddam werkte aan de ontwikkeling van atoombom in twijfel omdat Irak in 1970 het verdrag tegen de verspreiding van kernwapens had ondertekend. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties nam unaniem resolutie 487 aan waarin de aanval werd veroordeeld. Maar wanneer Menachem Begin deze beslissing niet had genomen, dan zou de Iraakse reactor een ernstige bedreiging zijn geworden voor het hele Midden-Oosten.

Toen men de toenmalige inspecteur-generaal Grümm van het Atoomagentschap later confronteerde met de feiten dat Irak hoogverrijkt  uranium had verkregen en het de beschikking had over splijtstoffen, was Grümms reactie “daarover heeft niemand mij ooit geïnformeerd”. Maar meneer sprak de waarheid niet, want Israël had tot in detail alle informatie waarover het beschikte, aan het Bureau voor Atoomenergie doorgespeeld, zonder dat daar iets mee gedaan werd. Zo konden de Fransen ongestoord doorgaan met de bouw van de centrale waarvoor het materiaal door Rusland en andere landen werd geleverd. De vernietiging van de centrale staat nog altijd te boek als één van de meest gedurfde en succesvolste luchtaanvallen uit de moderne geschiedenis. De Israëlische toestellen moesten honderden kilometers vijandelijke radarsystemen ontwijken en voerden een bijna onmogelijk geachte operatie uit, die over de hele wereld veel indruk maakte, met name in militaire kringen.

 

Menachem Begin

 

Uit openbaar geworden documenten die het Amerikaanse Pentagon heeft vrijgegeven, is gebleken dat vier maanden voor de Iraakse inval in Koeweit, Saddam Hoessein in 1990 in een gesprek met vliegtuigkaper en aartsterrorist Jasser Arafat heeft gezegd van plan te zijn geweest chemische strijdmiddelen tegen Israël te gebruiken.   De opname van deze gesprekken behoort tot de documenten die door de Amerikanen zijn ontdekt op 13 april 2003 in het hoofdkwartier van de Iraakse geheime dienst.  De spionnen van Saddam verzamelden informatie over tientallen instellingen in Israël die met infrastructuur, verkeer, religie en wetenschap te maken hadden. Bij het verzamelen van al deze informatie blijken de Irakezen eveneens gebruik te hebben gemaakt van  “Force 17” de persoonlijke lijfwacht van Arafat.

 

Irak eist van Israël een schadevergoeding voor het vernietigen van de Osirak centrale. De Iraakse regering heeft begin januari 2010 het ministerie van Buitenlandse zaken opdracht gegeven, de hulp van de Verenigde Naties in te roepen om te onderzoeken of Israël verplicht kan worden tot een schadeloosstelling. Irak beroept zich daarbij de VN resolutie waarin Israël is veroordeeld voor het bombardement. Bagdad wil dat de VN een comité in het leven roepen om te onderzoeken hoe groot de schade precies is, inclusief de mogelijke opbrengsten, om vervolgens het schadebedrag bij Israël te claimen.

Onderschepping “Karina A”.

In de vroege ochtend van donderdag 3 januari 2002 enterde een groep commando’s van de Israëlische marine tijdens een spectaculaire operatie in de Rode zee het schip de "Karina A ". Het schip was met 50 ton militaire uitrusting waaronder 2500 Katjoesja-raketten met verschillende reikwijdte, inclusief lanceerinrichtingen mortiergranaten, antitankraketten, geweren etc. onderweg naar Gaza toen het door Israël werd geënterd. PLO-terreurbaas Jasser Arafat had voorafgaand aan deze gebeurtenis een geheime overeenkomst met Iran gesloten over een militaire basis in Gaza, Samaria en Judea. Iran zou in ruil hiervoor, Arafat een grote hoeveelheid wapens leveren.

Lading Karina A

De bemanning van het schip bestond uit een kapitein van Arafats marine, dertien PLO-bemanningsleden en een persoon geïdentificeerd als een lid van de Libanese terreurbeweging Hezbollah. De lading was in 83 waterdichte containers, bij het Iraanse eiland Kish aan boord gebracht. Israël beschuldigde Arafat persoonlijk achter de wapenleverantie te zitten en wees daarbij Iran als medeschuldige aan. Maar zowel Iran als de “Godfather” van de terreur, ontkenden elke betrokkenheid bij het omstreden wapentransport. Arafat noemde de affaire een ,,theaterstuk van de propagandamachine van de regering Sjaron”. Hij maakte het zelfs zo bont te beweren dat het schip in dienst was van een Israëlische onderneming en bouwmaterialen vervoerde uit Roemenië bestemd voor Israël. Arafats verweer klonk zo overtuigend dat een deel van de internationale media en volksvertegenwoordigers Israëls beschuldiging in twijfel trokken. Arafat is jarenlang zeer succesvol geweest in het verkondigen van leugens en werd daarbij enthousiast bijgestaan door de internationale media en nieuwszenders als CNN en de BBC. Ook in het geval van de Karina-A bleek hij weer te liegen want de kapitein van het geënterde schip, Omar Akawi, verklaarde in een Tv-uitzending dat hij had gehandeld in opdracht van Arafat’s eigen PLO beweging.

Ook de Iraanse minister van Defensie Shamkani, reageerde op het voorval en zei dat zijn land geen militaire relaties onderhield met het terreurbewind in Ramallah. Volgens Shamkani was Israël er slechts op uit Iran af te schilderen als een permanente bedreiging van zijn veiligheid. Toch bleek het grootste deel van het wapentuig van Iraanse makelij. De "The New York Times" meldde op zondag 24 maart 2002 dat Arafat wel degelijk een verbond met Iran had gesloten voor het verschepen van zware wapens voor de strijd tegen Israël. De krant baseerde zich op functionarissen van de Israëlische en Amerikaanse geheime diensten. Een delegatie van de Israëlische geheime dienst zou waterdichte bewijzen hebben geleverd dat er wel degelijk connecties bestonden tussen Arafat, Iran en de Hezbollah terreurbeweging. Zo hebben Amerikaanse woordvoerders bekend gemaakt dat de terreurbewegingen Islamitische Jihad en Hamas financieel worden bijgestaan door Iran. Teheran heeft sinds het uitbreken van de ‘tweede intifada’ in september 2000, vele miljoenen dollars ‘bonus’ uitbetaalt aan de diverse terreurbewegingen voor de strijd tegen Israël. Simon Peres beschuldigde Iran op 29 juli 2002 ervan het ‘hart’ te zijn van het terrorisme in het Midden Oosten. Niet dat de “Bende van Ramallah”op zich ook maar iets betekenen voor de Iraniërs want ze minachten Arabieren. Ze gebruiken ze alleen maar voor hun strijd tegen Israël.

Israël entert ‘vissersboot’ de Abu Hassan

In de nacht van dinsdag 20 op woensdag 21 mei 2003, voerden commando’s van de Israëlische marine een verrassingsaanval uit op een schip dat met wapens onderweg was naar Gaza. Dat gebeurde in de Middellandse zee, ca 100 zeemijlen ten westen van Rosh Hanikra aan de grens met Libanon. Het schip was zogenaamd als Egyptische vissersboot onderweg van Egypte naar Beiroet. Maar daar aangekomen stapte de PLO-bommenexpert Abu Hassan aan boort waarop het schip weer naar het zuiden terugkeerde. De Israëlische commando’s namen het schip over zonder dat er een schot is gevallen. De kapitein bleek een terrorist te zijn van de Libanese terreurbeweging Hezbollah genaamd Hamad Abu-Amara. Onder de in totaal acht bemanningsleden die aan boort waren bleken alleen Abu-Amara en Abu Hassan op de hoogte van de inhoud van de lading. Het schip had niet alleen 50 ton wapens aan boort, munitie, bommen, granaten, en springstof maar ook CD-Roms met daarop instructies om bommen te maken en aanwijzingen hoe zelfmoordterroristen de meeste slachtoffers kunnen maken wanneer zij een bus opblazen. Het schip droeg de naam van de bommenexpert Abu Hassan. De wapensmokkel stond onder direct bevel van Arafat die met geld van de gulle donoren in het Westen, ook de hele actie financierde.

Vliegtuigkaper en aartsterrorist Jasser Arafat

Op hetzelfde moment ontving de Amerikaanse president George Bush de PLO-minister van financiën, die zich bij Bush beklaagde over het bankroet zijn van het bewind en daarom van de Amerikanen financiële hulp verwachten.

Israël vernietigd Syrische nucleaire installatie

 

Hoe goed Israël op de hoogte is van wat er zich zoal in de Arabische moslimdictaturen afspeelt, werd nog eens bevestigd door de ontdekking dat Syrië in het geheim bezig was met een nucleair programma op een locatie in het Noord Oosten van het land. Israël ontdekte reeds in 2004 dat er vanuit een plaats genaamd Al Kibar in Noord Syrië veel telefoonverkeer plaatsvond met Noord Korea. Uit een nauwkeurig onderzoek van de gesprekken bleek dat er een nauwe samenwerking bestond tussen Syrië en Noord Korea.  De Mossad besloot de zaak eens goed in de gaten te houden en kwam er achter dat er eind 2006 een unieke kans kwam om te infiltreren omdat een hooggeplaatste Syriër die bij het nucleaire programma betrokken was, een bezoek aan Londen had gepland. De Mossad wist dat hij een computer en verschillende documenten bij zich zou hebben en in een hotel in Londen zijn intrek zou nemen.

 

Toen de Syriër ‘s avonds in Londen op pad was om zich te vermaken, verschaften Mossad agenten zich de toegang tot zijn hotelkamer. Ze namen alle informatie van zijn computer over en zetten er een Trojaans paard op (een spionageprogramma). Het Trojaanse paard zou zijn opdrachtgevers goede diensten bewijzen. Al in de daaropvolgende dagen stroomde er talrijke nieuwe informatie bij de Mossad binnen, waaronder bouwplannen, correspondentie en zelfs foto’s, die bewezen dat er nauwe banden tussen Syrische en Noord-Koreaanse atoomdeskundigen bestonden. Ook kwam de Mossad er achter dat Iran meer dan een miljard dollar had geschonken voor de bouw van een kernreactor in Syrië. Op deze manier wilde Iran zich zogezegd van uitwijkmogelijkheden verzekeren voor het geval dat het kernonderzoekprogramma in eigen land om de een of andere reden niet volgens de planning zou verlopen.

 

Na de locatie maandenlang te hebben geobserveerd, stuurde Israël er vervolgens een commando eenheid op af. Deze commando’s van de elite eenheid Sayeret Matkal, zagen zich in een werkelijk spectaculaire actie, kans  onopgemerkt in de locatie door te dringen en nucleair materiaal buit te maken. Dit materiaal bleek na onderzoek afkomstig te zijn uit Noord Korea en bracht een samenwerking aan het licht tussen Syrië, Iran en de communistische Noord Koreaanse dictatuur. Volgens de CIA ging het om een plutonium reactor. De  commando’s, gekleed in Syrische uniformen, waren door helikopters gedropt en na hun gedane arbeid, weer opgehaald. Dat is allemaal gebeurd zonder door de door Rusland geplaatste radarsystemen met bijbehorende Pantsyr-S1 luchtafweerraketten, te zijn opgemerkt.

 

Door Israël platgebombardeerde reactor in Al Kibar, noord Syrië.

 

Volgend op deze zeldzame commando actie, maakten Israëlische vliegtuigen op 6 september 2007 in een al even nauwkeurig geplande en werkelijk briljant uitgevoerde aanval, de betrokken locatie met de grond gelijk. De hele actie duurde amper 18 minuten. Ook deze gebeurtenis vond plaats zonder dat de vliegtuigen werden opgemerkt. De Israëlische toestellen werden begeleid door een met elektronische apparatuur uitgerust vliegtuig om de radarapparatuur te storen. Niet alleen de radar werd door Israël buiten werking gesteld, maar ook allerlei andere communicatiesystemen zoals computers en mobiele telefoons, tot in Libanon toe. Syrische commentatoren wisten aanvankelijk niet eens te vertellen van waaruit de Israëlische toestellen het Syrische luchtruim waren binnengedrongen.

 

De Russen stonden voor een raadsel hoe Israël er in was geslaagd onopgemerkt het Syrische luchtruim binnen te dringen. De Israëlische actie veroorzaakte niet alleen voor een enorme opschudding in Syrië, maar ook in Iran en Rusland. De Iraanse leiders maakten zich grote zorgen omdat ook Iran is uitgerust met de  Russische radarsystemen zoals die in Syrië zijn opgesteld.

 

Volgens verschillende bronnen waaronder de Japanse nieuwszender NHK, zouden er bij het bombardement op de locatie, tien Noord-Koreanen om het leven zijn gekomen en zouden er twee of drie gewonden zijn gevallen. De Japanse geheime dienst ontdekte ook dat er een lading yellowcake onderweg was naar de in aanbouw zijnde nucleaire installatie in Syrië. Hierop zou de voormalige Amerikaanse president Bush Israël toestemming hebben gegeven de installatie te vernietigen.. De Syrische dictator zou in allerijl contact hebben gezocht met de Noord Koreaanse dictator Kim Jong-Il, om te zorgen dat het schip met de 45 ton yellowcake (ca. 80% verrijkt uranium) rechtsomkeert zou maken, omdat het anders vrijwel zeker door Israël of Amerika zou worden vernietigd.

 

De Syrische generaal Muhammad Suleiman, die nauw betrokken is geweest bij de bouw van de centrale, is begin augustus 2008, door een scherpschutter vermoord. Sommige Arabische media suggereren dat de generaal “teveel wist” en daarom uit de weg geruimd moest worden. Suleiman stond bekend als de rechterhand van Bashar al-Assad en was volledig ingewijd in alle geheimen van het land.

 

Israël entert smokkelschip de Francop

 

In de nacht van 3 op 4 november 2009 enterden Israëlische commando’s 160 kilometer ten westen van Israël in internationale wateren, in de buurt van Cyprus, een schip dat was volgeladen met 300 ton aan wapens en munitie bestemd voor de Libanese terreurbeweging Hezbollah. Het schip, de ‘Francop‘ voer onder de vlag van Antiqua en was vanuit de Egyptische havenplaats Damietta onderweg naar Syrië met een tussenstop in Beiroet in Libanon. Israëlische commando’s van de Shayelet elite eenheid, bestormden het schip dat werd bemand door een Poolse kapitein en 11 bemanningsleden, die geen tegenstand boden. Het schip vervoerde vierhonderd containers en werd overgebracht naar de Israëlische havenplaats Asdod waar bleek dat 36 containers waren volgestouwd met 9000 mortieren, antitankmijnen, 600.000 kogels voor kalasjnikovs, 3000 raketten en 20.000 granaten. Sommige wapens waren van Chinese en Spaanse makelij.

 

   De Francop en zijn lading

 

De lading wapens was in de Egyptische havenplaats Damietta overgeladen van een schip dat voer onder de vlag van de Islamic Republic of Iran Shipping Lines (IRISL) op de ‘Francop’. De Iraanse rederij staat op de zwarte lijst van de VN-veiligheidsraad zoals is vastgelegd in resolutie 1803. Deze resolutie vraagt aan landen waar de schepen van deze rederij aanmeren, deze te controleren. Het Iraanse schip was vertrokken uit de Iraanse havenstad Bandar Abbas en werd voor het eerst door de Amerikanen gespot in de Golf van Aden. Deze informeerden Israël dat vervolgens voorstelde het schip in de Rode zee te bombarderen, maar dat werd door de Amerikanen afgewezen. Iran probeerde de geheime diensten van het westen te misleiden door de lading in de Egyptische haven over te laden. Egypte deed geen enkele moeite de lading te controleren omdat, zo werd gezegd, het schip alleen maar ‘normale handel’ vervoerde. De Iraanse wapensmokkel naar Hamas in Gaza en Hezbollah in Libanon loopt voor een deel via Egypte dat al jaren doelbewust de andere kant opkijkt, als de schepen het Suezkanaal passeren of als colonnes vrachtwagens met wapens over land naar Gaza worden gebracht.

 

Zowel Syrië, Iran als de terreurbeweging Hezbollah ontkenden vanzelfsprekend iets met de ‘Francop’ van doen te hebben en veroordeelden de Israëlische actie als ‘Israëlische piraterij in internationale wateren’. Maar deze wapensmokkel is niets anders dan een brutale overtreding van VN-resolutie 1701. Na de Tweede Libanonoorlog, werd in de zomer van 2006 in resolutie 1701 vastgelegd dat elke wapenleverantie aan Hezbollah in Libanon verboden is. De Iraanse wapensmokkel is echter door de Internationalegemeenschap nauwelijks opgemerkt, laat staan dat men er iets tegenin heeft gebracht. Dat Iran en de Arabieren onveranderd de vernietiging van Israël in hun vaandel hebben staan, wordt moedwillig over het hoofd gezien. Het schip zou vanuit Syrië onderweg naar Iran zijn geweest en alleen maar ‘gewone goederen’ vervoerd hebben. Na controle in de Israëlische havenplaats Asdod bleken de wapens verborgen te zitten achter normale burgervracht.

 

Volgens officials is de hoeveelheid in beslag genomen wapens op de Francop, het tienvoudige van de eerder genoemde 'Karina A', die eveneens uit Iran afkomstig was. De Israëlische premier Benjamin Netanyahu prees de acties van de marine en verklaarde dat de wapens waren bedoeld om ingezet te worden tegen Israëlische steden. De Telegraaf meldde op 16 oktober 2009 dat schepen van Islamic Republic of Iran Shipping Lines, ook regelmatig de Rotterdamse haven aandoen en geen strobreed in de weg worden gelegd. Zoals is gebleken worden deze schepen terecht  beschouwd als één grote dekmantel voor het vervoer van verboden militaire goederen voor de productie van rakketen en kernwapens. Ook in Nederland bleek na nader onderzoek nauwelijks enige sprake van controle ondanks dat deze rederij op de zwarte lijst stond.

 

Israël onderschept vrachtschip Victoria

Op 16 maart 2011 werd het vrachtschip Victoria onderschept op weg van Syrië naar Egypte met een enorme lading wapens bestemd voor de terreurbeweging Hamas Gaza. De Victoria voer op dat moment onder Liberiaanse vlag, maar is Duits eigendom en had een Franse bemanning. Toen het op 11 maart van Latakia in Syrië vertrok, wees een nauwkeurig onderzoek van de Israëlische inlichtingendienst uit dat het geladen was met illegale wapens. In de loop van maandag meerde het schip aan in Turkije, vermoedelijk om de aandacht af te leiden, voordat het schip zuidwaarts richting Egypte wegvoer.  De Israëlische marine onderschepte het schip op zo'n 350 km vanaf de Israëlische Middellandse Zeekust. Marinecommandanten slaagden er in contact te maken met de kapitein van de Victoria, die toestemming gaf dat de Israëlische troepen aan boord van zijn schip gingen. De Israëli's ontmoetten geen verzet, en kregen snel alle documenten met betrekking tot de lading van het schip:

·       230- 120 mm mortiergranaten

·       2270- 60 mm mortiergranaten

·       6 C-704 anti-scheepsraketten met een bereik van 35 km

·       2 UK-en-klare radarsystemen voor gebruik bij de raketten

·       2 geavanceerde lanceerbuizen voor afschieten van de raketten

·       66.960 Kalashnikov kogels

De Victoria werd vervolgens aangemeerd in de Israëlische havenplaats Ashdod, en de aan boord aangetroffen wapens voor het publiek tentoongesteld. Het incident rechtvaardigt het Israëlische maritieme embargo tegen de Gazastrook, en het onderscheppen van lading en andere grote schepen die het door Hamas geregeerde gebied trachten te bereiken.

 

Volgens de Sunday Times heeft Israël in oktober 2012 een succesvol bombardement uitgevoerd op een wapenfabriek bij de Soedanese hoofdstad Khartoem. De doelen lagen op zo'n 1800 tot 1900 kilometer afstand van de Israëlische thuisbasis. In deze fabriek, die compleet werd vernietigd, werden in opdracht van Iran, ballistische Shehab-3 raketten worden gemaakt.              De Britse krant verwees naar niet nader genoemde Israëlische en Westerse militaire bronnen, en meldde dat acht Israëlische straaljagers, een tankvliegtuig, een vliegtuig voor elektronische oorlogvoering en twee helikopters met commandoteams de langeafstandsmissie uitvoerden. Vier van de straaljagers zouden de fabriek daadwerkelijk hebben gebombardeerd, terwijl de andere vier voor dekking zorgden. De commandoteams werden in reserve gehouden voor het geval een piloot werd neergehaald. Bij deze actie is Israël er in geslaagd het binnendringen van de vliegtuigen in het luchtruim van Soedan, volledig te maskeren voor de Soedanese luchtverdediging.

Click to enlargeOok heeft Israël half januari 2011 in Soedan een konvooi bestaande uit 23 vrachtwagens opgeblazen die waren volgeladen met raketten uit Iran. De levering uit Iran was in Port Soedan aan de Rode Zee op vrachtwagens overgeladen. Daarnaast heeft Israël begin 2011 een schip dat geladen was met 500 ton aan wapens waaronder FAJR-3 raketten, voor de kust van Soedan, compleet verwoest. Steeds opnieuw blijkt hoe superieur het Israëlische leger is en de vijand zelfs ver van huis kan verslaan zonder opgemerkt te worden.  

In het weekeind van 19-20 juli 2014 vernietigde de Israëlische luchtmacht opnieuw een opslagplaats van Iraanse raketten in Soedan, bestemd voor Hamas in Gaza. Getuigen spraken van een “enorme explosie” nadat vliegtuigen over het gebouw waren gevlogen. Soedanese autoriteiten bevestigen dat er een explosie heeft plaatsgevonden, maar ontkende de connectie met raketten. Israël werd zelfs niet eens beschuldigd, hoewel wel werd gezegd dat er sprake was van een “buitenlandse mogendheid”.Een top woordvoerder van de Israëlische Defensie  zegt dat Soedan als tussenstop fungeerd voor Iraanse wapens die vervolgens via Egypte naar Gaza en de verschillende terreurgroepen in de door de bende van Ramallah bezette Bijbelse gebieden. Iraanse oorlogschepen liggen regelmatig voor anker in de haven van Port Soedan. Khartoum beschrijft dit als routine bezoeken en ontkend betrokken te zijn bij de produktie van Iraanse wapens en beschuldigd Israël ervan valse informatie te verspreiden.

 

Naast de bijzondere prestaties op militair gebied is Israël ook wereldleider op het gebied van innovatie betreffende militaire technologieën. Dat blijkt onder meer uit een drietal futuristische middelen die het Israëlische leger ter beschikking heeft. De informatie is ter beschikking gesteld door Israel Defense Forces. Het gaat om een VIPER Combat Drone, een  EyeDrive en een Skylark Drone.De VIPER Combat Drone (adder; giftige slang) is een draagbare, lichtgewicht robot, speciaal ontworpen voor stedelijke oorlogsvoering. De Drone heeft een speciaal wielsysteem dat van vorm kan veranderen. Het kan trappen beklimmen, door rotsachtig terrein rijden en door hele kleine ruimten kruipen. De robot is uitgerust met dag-en-nachtcamera’s, microfoons, een GPS-systeem en een reeks sensoren die chemische producten, gassen, explosieven en straling kunnen ontdekken. De robot kan ook uitgerust worden met een mechanische arm, een mini UZI kanon en zelfs een granaat lanceerder.

 

The VIPER combat drone (foto: Elbit)

The EyeDrive

Dan is er de EyeDrive. De EyeDrive is een verkenningsrobot geschikt voor alle terreinen, onder alle weersomstandigheden. Het voorwerp weegt 4 kilo en is speciaal ontworpen voor stedelijke oorlogvoering, anti-terreur en opsporings- en reddingsopdrachten. De EyeDrive bezit dag-en-nacht camera’s en een speciale software Video Motion Detection. Het voorwerp slaat alarm bij de minste beweging of geluid.

The Skylark Drone

De Skylark Drone (veldleeuwerik) is een lichtgewicht vliegtuigje dat drie uren kan vliegen en zich praktisch onzichtbaar kan maken. Het toestelletje kan gemakkelijk door één persoon gedragen worden en zendt rechtstreeks videobeelden uit door middel van dag- en nachtcamera’s en dat onder om het even welke weersomstandigheden. De Skylark is zo stil als een muis en heeft de ogen als van een havik. Israëls vijanden zullen niet kunnen navertellen wat hen is overkomen.

IDF soldaat met de Skylark drone op zijn schouder klaar om te vliegen. Onzichtbaarheid is troef.

Israël heeft ook een een nieuw laserwapen ontwikkeld waarvan het Israëlische leger grote verwachtingen heeft. Adam (Area Defense Anti-Munitions) is de naam van dit wapen.Deze video toont een test van het Amerikaanse defensiebedrijf Lockheed-Martin, die het laserkanon op zee heeft getest. Vanaf een afstand van meer dan anderhalve kilometer heeft de laser een rubberboot tot zinken gebracht. Adam kan een doel op een afstand van meer dan vijf kilometer detecteren en volgen. Het laserkanon moet in Israël worden ingezet tegen vijandelijke drones of korte-afstandsraketten uit de Gazastrook en Libanon.

Spectaculaire actie van de Mossad in Iran

 

Tijdens een zeer spectaculaire zes-en-een-half uur durende nachtelijke operatie op 31 januari 2018 brak een 100 man tellend team van de Mossad via twee deuren het magazijn binnen na het uitschakelen van de alarminstallatie van het gebouw in een commerciële wijk in Teheran en wist een gigantische stroom documenten te stelen over het geheime kernwapenprogramma van Iran. Zij brandden zich een weg naar een aantal grote kluizen door gebruik te maken van thermische lansen met een temperatuur van minstens 3.600 graden en verlieten de hoofdstad van Iran om 5 uur in de nacht, twee uur vóór Iraanse veiligheidsagenten voor de ochtenddienst aankwamen.

Het Israëlische team wist precies welke kluizen de meest kritische ontwerpen bevatten voor de productie van kernwapens en hoeveel tijd ze hadden voor de operatie, nadat ze een jaar lang het magazijn hadden geobserveerd, dat 's nachts niet werd bewaakt door Iraniërs om geen aandacht op de geheime faciliteit te vestigen. Israëlische inlichtingen-functionarissen vertelden dat de planning van de operatie in 2016 begon, toen de Mossad informatie verkreeg, dat Iran had besloten om een ​​groot aantal documenten en compact disks over zijn vroegere illegale nucleaire activiteiten te consolideren en te verbergen.

Dit gebeurde nadat Iran en zes wereldmachten in de zomer van 2015 een akkoord bereikten over zijn nucleaire activiteiten, het Joint Comprehensive Plan of Action (JCPOA) genaamd, dat tot doel had het vermogen van Iran om een kernbom te verkrijgen, te vertragen. De controversiële overeenkomst werd begin 2016 uitgevoerd nadat de regering-Obama en andere regeringen scherpe sancties annuleerden en bevroren Iraanse activa vrijgaven.

Toen de operatie in het magazijn was voltooid, twee uur voor aankomst van Iraanse veiligheidsagenten, vertrok het Mossad-team uit Teheran met zo'n 50.000 pagina's en 163 compact disks met video's, ontwerpen en memo's over het geheime Iraanse kernwapenprogramma. Uit de gegevens blijkt dat Iran ondanks de gesloten verdragen, nog steeds onverminderd bezig is met het verkrijgen van massavernietigingswapens.

 

Terug naar: Inhoud