Onvoorstelbare wandaden van het pausdom

Door: Franklin ter Horst (Aangemaakt: 20 december 2012) (Laatste bewerking: 7  april 2016)

Wat een bloed heeft de kerk van Rome vergoten en wat een ellende hebben ze het Joodse volk aangedaan. Eeuw na eeuw waren de kinderen van Israël in tranen vanwege de wandaden van het pausdom jegens hen. Iedereen kent de gevolgen van de kruistochten waarbij ontelbare Joden en ook moslims werden afgeslacht. Niemand is ooit in staat geweest het exacte aantal te tellen, maar het wordt door historici geschat op 50 miljoen mensen tussen 606 en het midden van de 19de eeuw. Van hoog tot laag was de Rooms-katholieke kerk doordrenkt met Jodenhaat. Het waren de pausen zelf, die met een fel katholiek antisemitisme de weg hielpen plaveien voor de nazi’s naar de Holocaust op de Joden.

Op 27 november van het jaar 1095 hernam paus Urbanus II een project van paus Gregorius VII en riep op tot een kruistocht met alle desastreuze gevolgen voor Joden en moslims. De Joden waren volgens de gangbare mening, de ‘Godsmoordenaars’, de vogelvrijen die iedereen mocht beroven en vermoorden. Paus Urbanus II maakte in een veld nabij Clermont een enorme mensenmenigte duidelijk waarom Jeruzalem moest worden ingenomen. Volgens hem werden de christelijke pelgrims verschrikkelijk gemarteld. Hij vertelde dat hun buik werd opengesneden, de ingewanden aan een stok werden geprikt waarna de stervende slachtoffers met een zweep gedwongen werden om rond een paal te lopen totdat de darmen er omheen gewikkeld waren. De gruwelpropaganda van de paus ontstak een religieus vuur bij de mensenmenigte. De pauselijke opdracht luidde: ,,Alle kruisvaarders moeten Joden, Saracenen en ketters op gelijke wijze haten, zoals je vijanden van God haat.”

Paus Urbanus II

Ridders, monniken en gewone burgers gingen met de leuze ‘God wil het’ op weg naar het Heilige Land. Een tocht die door hen als een goddelijke openbaring werd gezien. Ze dachten dat het een reis zou zijn van slechts enkele dagen, en hadden dientengevolge te weinig proviand bij zich. Om dit probleem op te lossen werden plaatsen waar Joden woonden geplunderd en de bevolking vermoord. Gevolgen had dit niet want de paus had namelijk een volle vrijlaat beloofd voor ieder die ‘de vijanden van het kruis’ de ‘Godmoordenaars’ doodde. De kruisridders beschouwden zichzelf als ‘wrekers van God’, en Joden en moslims waren Gods vijanden. Zelfs als nobele ridders probeerden massamoorden op Joden te voorkomen; was de door de kerk aangewakkerde volkswoede tegen de Joden niet te stuiten.

Tegen de goddelozen in het Heilige Land was ieder middel toegestaan. De ridders kenden slechts de wet van de sterkste! Overal waar ze kwamen lieten ze brandende Joodse wijken en huizen achter zich. Op 15 juli 1099 viel Jeruzalem na bloedige gevechten en wreedheden, na een belegering van vijf weken in handen van de kruisridders waarbij tienduizenden Joden en ook moslims werden vermoord. Jeruzalem werd vervolgens tot heilige stad voor de christenen uitgeroepen. Tot op heden leiden deze slachtpartijen in naam van het christendom nog een steeds tot een trauma in de Joodse en islamitische wereld. Joden werden in synagogen opgesloten waarna die in brand werden gestoken. Toen er niemand meer was om om te brengen vielen de slachters op hun knieën en dankten de hemel voor de bevrijding van Jeruzalem uit de hand van de ongelovigen. God had het zo gewild!

De inname van Jeruzalem door de kruisvaarders, 15 juli 1099 (schilderij van Emile Signolo, 1847) Godfried van Bouillon dankt God in het bijzijn van Peter de Kluizenaar, een monnik die de leiding had over de eerste kruistocht.

 

In sommige gevallen werden Joden zelfs gedwongen om hun kruistocht te financieren, met de belofte dat zij hun leven zouden sparen. Ze hielden zich weliswaar aan deze belofte, maar toen de tweede en derde kruistocht volgden, werden de Joodse bezittingen alsnog geplunderd en hele wijken uitgemoord. In het Rijndal pakten de kruisvaarders die uit Frankrijk kwamen, de Joden zo systematisch aan, dat er daarna hele landstreken ‘van Joden gezuiverd’ waren. Het duurde niet lang voordat ook de adellijke kruisvaarders merkten dat ze de oorlogskas bij de Joden konden aanvullen. De ergsten waren Thomas van Feria en Enicho van Leiningen die door hun eigen geschiedschrijver Albert van Aix ‘bijzonder waardige mannen’ genoemd. Deze ‘edellieden’ deinsden er echter niet voor terug om Joden voor hun executie losgeld te ontfutselen met de belofte dat ze hen zouden beschermen. Maar als ze hun geld gekregen hadden, leverden zij de Joden uit aan het volk, want tegenover vijanden van Christus hoeft men zich immers niet aan zijn woord te houden.(*) Door Ludwig Schneider “Antisemitisme van de oudheid tot de kruistochten”. Israel Today juni 2012.

Paus Innocentius III, (8 januari 1198 tot 16 juli 1216) beweerde, dat hij de “stedehouder van Jezus was- hoogste soeverein over kerk en wereld.” Onder diens leiding is meer bloed vergoten dan in welk ander tijdperk ook, met uitzondering van de tijd van de Reformatie. De bisschoppen en pausen moorden, verminkten en deden juist alles wat kwaad was in de ogen van God. Zij leiden een leven, precies het tegenovergestelde van wat Gods Woord leert.

De inquisitie die in haar standaard de psalmtekst had staan: ,,Sta op God van Uw rechtsgeding" was belast met de opsporing, het onderzoek en het straffen van mensen die Jezus lief hadden, mensen die de afgodendienst van de roomse kliek doorzagen. Alleen al in de Bartholomeüs-nacht, toen de Hugenoten werden vervolgd, werden door een dekreet van de paus 20.000 christenen vermoord. De paus liet over deze moordpartij zelfs een herinneringsmedaille slaan! Er is geen enkele kerk die in de loop der geschiedenis zoveel getuigen van Jezus om het leven heeft gebracht als de kerk van Rome. Terechtstellingen van christenen werden bijkans tot een soort nationale sport. Bij sommige mensen werden de tongen uit de mond gerukt als ze in het openbaar hun liefde voor Jezus kenbaar maakten.

In het boek Miller’s Church History beschrijft Andrew Miller hoe ook in Nederland gelovigen die het nog aandurfden de Bijbel te lezen, in opdracht van Rome werden gemarteld en gedood. Toen in het jaar 1567 de hertog van Alva naar de Nederlanden werd gezonden met een leger van vijftienduizend Spanjaarden en Italianen, was het hek helemaal van de dam. Houten kerken werden neergehaald en de balken in sommige plaatsen tot galgen omgebouwd waaraan de herder van zijn kudde werd opgehangen. Deze gruweldaden tegen Bijbelgelovigen vonden plaats over een periode van maar liefst veertig jaar. In het jaar 1567 hield het ‘concilie van bloed’, zoals het genoemd werd, haar eerste zitting. Het bloed vloeide vervolgens in stromen. Wagenmenners en schippers die mensen hielpen vluchten, werden zwaar gestraft. Niemand mocht ontsnappen. Op de 19de februari 1568 vaardigde de inquisitie een decreet uit dat alle inwoners van de Nederlanden als ketters dienden te worden aangemerkt en gedood moesten worden ongeacht leeftijd of geslacht. Drie miljoen mensen - mannen, vrouwen en kinderen - werden veroordeeld tot het schavot. Achter deze schandalige moordpartijen is de ware geest van de Babylonische afgodendienst van de kerk Rome te zien. Gelijksoortige wreedheden werden ook toegepast op met name de indianen in Zuid-en Midden Amerika, en in delen van Azië.

Bartholomeüsnacht - François Dubois, ca, 1572-84

Toen in 1348 de Zwarte Dood ( builenpest) zich over Europa verspreide, kregen de Joden de schuld. Zij zouden waterbronnen vergiftigd hebben of op een andere manier besmetting veroorzaken. Deze gedachte leidde tot vervolging van Joden, bedelaars en mensen met lepra. De dagelijkse strijd om het bestaan zorgde voor een morbide stemming in grote delen van Europa waar mensen kozen voor een 'leven bij de dag'. Velen dachten met een straf van God te maken te hebben. Maar omdat iedereen slachtoffer werd, streng gelovig of niet, ging men daar weer aan twijfelen. Van alle mensen werden Joden het minst ziek. Vele onderzoekers waren van mening dat dit met de Joodse reinigingswetten te maken had. Met name de Joodse wijk van Straatsburg viel op omdat hier slechts 5% van de bevolking slachtoffer werd. Dit leidde tot talloze pogroms uitgevoerd in heel Europa, vooral in Zwitserland en Duitsland, met tienduizenden Joodse slachtoffers tot gevolg. In totaal werden 210 kleinere en grotere Joodse gemeenschappen vernietigd, in de steden Bazel, Frankfurt am Main, Straatsburg en Keulen werd de totale Joodse bevolking uitgemoord en hun bezittingen geconfisqueerd.

Zwarte dood (pest) in Europa

In Spanje werden de Joden (Marranen) veelal levend verbrand door de Spaanse Inquisitie. In het bloedsprookje van Trente (1475) worden de Joden ervan beschuldigd de jonge Simon te hebben geslacht en diens bloed te hebben gebruikt bij het bakken van matzes voor het Pesach. Het door een Franciscaner monnik verzonnen bloedsprookje was eeuwenlang aanleiding voor pogroms die tienduizenden Joden het leven kosten. Dit bloedsprookje is ook tegenwoordig weer een favoriet onderwerp in de islamitische (Arabische wereld).Talloze voorbeelden zijn er te geven van moorden op Joden en protestanten onder verantwoordelijkheid van hem, die zich godslasterlijk laat aanspreken met "Heilige Vader".

Maarten Luther

De op 10 november 1483 in Eisleben (Saksen) geboren Maarten Luther werkte na zijn wijding tot priester in 1507, vanaf 1508 als docent aan de universiteit te Wittenberg, waar hij vanaf 1516 ook als prediker werkzaam was. Luther was zeer intelligent en een literair begaafd man. Binnen enkele jaren gaf hij een vertaling van het Nieuwe Testament uit en zo’n twaalf jaar later, die van het Oude Testament. Maar hij die Gods Woord vertaald heeft en de eeuwige beloften aan Gods volk van haver tot gort kende, dwaalde uiteindelijk weg van dat Woord door aan te zetten tot haat tegen Gods volk. Na zijn publicatie ‘Jezus Christus was Jood van geboorte’ waarin hij pleit voor een vriendelijke benadering van Joden, omdat zij zich volgens hem dan eerder tot het christendom zullen bekeren dan onder vervolging, raakt hij echter teleurgesteld dat de Joden niet tot het door hem vormgegeven protestantisme willen overgaan, laat hij zijn ware gezicht zien. Hij schreef: "Ik wil u een goede raad geven. Steek hun synagogen en scholen in brand en wat niet branden wil bedek dat met aarde opdat geen mens nog een steen of afval ervan in der eeuwigheid kan zien. Dit moeten we doen ter ere van onze Heer en de christenheid, opdat God ziet dat we christenen zijn"

In 1543, drie jaar voor zijn dood schreef Luther het traktaat "Von den Juden und ihren Lügen" Volgens Luther verdraaien de Joden het Oude Testament en vervalsen zij het Evangelie van de rechtvaardiging door het geloof. Luther zag daarom de Joden als een groot, zelfs satanisch gevaar voor de voortgang van de Kerkhervorming. Met vulgair taalgebruik laat hij zien wat hij van de Joden vond: ,,Jullie moeten jullie hier schamen, jullie moeten jullie schamen, overal waar jullie zijn, jullie vervloekte joden, want jullie hebben het gewaagd het hoge, verheven en troostende Woord van God schaamteloos te interpreteren om te voldoen aan de begeerten van jullie aardse, grillige en gulzige maag: jullie hebben jullie er niet voor geschaamd om jullie gulzigheid zo vulgair te etaleren. Jullie zijn niet waard naar de buitenkant van de bijbel te kijken, laat staan er in te lezen. Jullie zouden alleen maar die bijbel moeten lezen, die onder de staart van een zwijn is te vinden en jullie zouden de letters die daar vallen moeten opslokken en naar binnen slurpen. Want dit is voor zulke profeten een bijbel die bij hen past. Want zij verzwelgen het Woord van God- waarnaar wij met eerbied, vreugde en vreze des Heren moeten luisteren- als zeugen en verslinden het als zwijnen.”

 

Zeer macaber en sarcastisch klinkt het in Luthers tafelreden: ,,Als ik een Jood wil dopen, breng ik hem naar de brug over de Elbe, hang hem een steen om de hals, duw hem naar beneden en zeg dan: Ik doop je in de naam van Abraham.” Het leidt geen twijfel dat Luther met zijn meer dan schandalige uitspraken heeft bijgedragen tot de algemene hetze tegen het Joodse volk  en de vervolging door de eeuwen heen. Als een rabiate antisemiet ging de kerkhervormer tekeer. Hij adviseerde de Joden te beroven van hun bezittingen, vervolgens hun synagogen in brand te steken, hun huizen te verwoesten en hen zelf te verjagen. Luther leverde met dit smerige traktaat een wezenlijke bijdrage aan de eeuwenlange catechese der verguizing die mede het klimaat bepaalde waarin de Sjoa (=Holocaust).Bij voorkeur citeerden nazi’s als Julius Streicher en Joseph Goebbels gepeperde uitspraken van de Duitse Reformator om uitdrukking te geven aan hun haat tegen het verachte volk der Joden. Het is schokkend te vernemen dat nazi’s zich op Luther hebben beroepen, toen ze zich voor hun wandaden moesten verantwoorden voor het tribunaal van Neurenberg. Ook veel Christenen denken nog steeds in het spoor van Luther. Er is een Joods gezegde: de geschiedenis leert ons dat wij niets van de geschiedenis leren.

Joden ondergebracht in Getto’s

Het was de kerk van Rome die voor het eerst de Joden in getto’s onderbracht. De Joodse gemeenschap in Rome bestond al voor de verwoesting van de ‘Tweede Tempel’ in Jeruzalem door keizer Titus in het jaar zeventig. Het Concilie van Basel besloot dat Joden in het vervolg apart van christenen moesten wonen in getto’s. Het woord "ghectus" werd het eerst gebruikt door paus Pius 1V die in 1555 met een speciaal decreet kwam. Hij vond het een schande dat wat de kerk beschouwde als de moordenaars van Jezus tussen christenen en in de buurt van kerken konden leven. Daarom besloot hij de Joden, naar voorbeeld van Venetië, in een aparte zone op te sluiten. Het eerste getto voor de Joden stond in Venetië en was bekend onder de naam Serraglio degli Ebrei, de Joodse omheining. De afschaffing van het getto in Rome en de gelijkstelling van Joden aan andere Romeinse burgers kwam pas in 1870, toen de paus de strijd verloor tegen Italië en zijn wereldlijke macht moest ‘opgeven’.

In zijn boek "The Popes Against the Jews" schildert David I.Kertzer een beeld van de kerk van Rome:,,als er één instelling in Europa is geweest die in de negentiende en eerste helft van de twintigste eeuw voeding heeft gegeven aan het moderne antisemitisme, dan is dat wel het Vaticaan geweest. Meer dan wie of wat ook heeft, de eeuwenlange verkettering van Joden door de kerk van Rome het pad geëffend voor Hitler en de zijnen.” Kertzer maakt duidelijk hoe vaak deze kerk het Jodendom heeft afgeschilderd als immoreel, als een kwaadaardige sekte die erop uit was om het christendom te ondermijnen. Vanuit het Vaticaan werden in de twee vorige eeuwen schrijvers van antisemitische schotschriften- waarin Joden werden beschuldigd van rituele moord- actief gesteund en aangemoedigd. De moderne antisemitische beweging die vanaf 1880 in met name Frankrijk en het Habsburgse Rijk steeds meer aan kracht en invloed won, had het Vaticaan misschien wel zijn krachtigste bondgenoot. Het waren zeker niet alleen de ‘gewone’ gelovigen zoals Rome suggereert, die een fel katholiek antisemitisme aanhingen. De hele kerk was er van doortrokken. Het Vaticaan zelf was al in de negentiende eeuw één van de primaire bronnen van ondubbelzinnige anti-joodse sentimenten en opvattingen. Sommige pausen uit die tijd noemden de Joden schaamteloze kwade geesten die uit waren op de ondergang van de kerk en samenleving.

Openbaring 18:24 en in haar werd gevonden het bloed der profeten en heiligen, en van allen, die geslacht zijn op de aarde.

Overige bronnen:A.A.Cohen, The myth of the Judeo-Christian Tradition, New York 1971. S.N.Herman, Israelis and Jews, The Continuity of an Identity, New York 1970. Memri.Special Report, no.10,26 september 2002. Part II: "Jews, the Descendants of Pigs and Apes". David I.Kertzer, In Gods naam.De katholieke kerk en de Jodenvervolging. Uitgeverij Prometheus, Amsterdam. ISBN 90 5333 909 4.

 

Terug naar: Inhoud