Mensonwaardige behandeling overlevenden Holocaust (Shoah)

Door: Franklin ter Horst (Aangemaakt: maart 1994) (Laatste bewerking: 5 april 2022)

Toen de oorlog afgelopen was keerden tien miljoen vluchtelingen terug naar huis en haard. Dit voorrecht was voor de meeste overgebleven joden niet weggelegd. Hun gezinnen en families waren uitgeroeid en gemeenschappen waarvan zij deel hadden uitgemaakt waren in de meeste gevallen volledig verdwenen. De enkeling die bevrijd werd stond bijna naakt voor de wereld, gehuld in een gevangenenuniform met schoenen met houten zolen eraan. Ze bezaten niets, zelfs geen ondergoed, sokken of een zakdoek. Ze waren mager als skeletten, vel over been. Zij die na al de jaren van verschrikking huiswaarts keerden ontdekten dat ze van hun bezittingen waren beroofd. Velen van hen werden niet eens meer binnengelaten in hun eigen huizen. Ze kregen de rekening alsnog gepresenteerd: of ze alsnog de achterstallige belastingen en premies wilden betalen met bijkomende kosten.

De nieuwe ‘bezitters’ (dikwijls hun eigen buren) deden alsof ze hen niet kenden. Hun eigen schilderijen hingen nog aan de muur en hun meubilair stond nog in de kamer. En zo ging het in heel gelovig Europa! Men had niet meer op hun terugkeer gerekend en alles wat te roven viel, geroofd. Voor de meeste ontheemden was er nog maar een oplossing en dat was vertrekken naar het oude land van hun vaderen.

Joodse organisaties in Europa en de Verenigde Staten stichtten als reactie op deze onmenselijke situatie de ondergrondse organisatie ‘Escape’, op die duizenden Joden uit vluchtelingenkampen naar de Mediterrane havens brachten vanwaar zij per schip vertrokken richting Israël. Maar terwijl in heel de wereld de kreet van afgrijzen nog naklonk over de massamoord door Hitlers beulen, ontzag de Engelse regering zich niet, de terugkerende Joodse ballingen door haar ambtenaren te laten opjagen en naar kampen op Cyprus te transporteren of zelfs naar Duitsland terug te brengen. Inplaats van het besluit van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties te respecteren, waartoe zij als lid verplicht was, ging zij het zoveel mogelijk saboteren en gemene zaak met de Arabieren maken.

Om de schepen met Joodse immigranten tegen te houden, zonden de Britten een vloot van achttien schepen, twintig gevechtsvliegtuigen en negen fregatten naar het Heilige land. Bovendien plaatsten ze landmijnen voor de kust om te voorkomen dat schepen met Joden zouden aanmeren. Meer dan 10.000 Joden werden na de Holocaust op deze wijze weerhouden om daadwerkelijk aan land te gaan. Dat overkwam ook het schip de Exodus. Het schip werd gekocht door de Hagana  (de militaire verdedigingsmacht van Israël vóór het ontstaan van de staat Israël), en uitgerust met slaapzakken, kookgelegenheden en toiletten. De Joodse gemeenschap in de VS had hiervoor achtduizend dollar gedoneerd. Een team van de Hagana uit Israël voegde zich bij het Amerikaanse team dat bestond uit jonge Amerikaanse vrijwilligers.

Inmiddels hadden de Engelsen hun troepen die in Europa overbodig waren geworden, naar het mandaatgebied ‘Palestina’ gedirigeerd om daar de overlevenden tegen te houden en zelfs terug te sturen naar Duitsland. Zo vertrok ook het schip de Exodus (met het Hebreeuwse opschrift ‘Jetsi’at Europa 1947) op 11 juli 1947 met aan boort 4515 Joodse mannen, vrouwen en (wees) kinderen die de Holocaust hadden overleefd, vanuit de haven van Marseille naar Haifa.

De Exodus nadat de Britten het hadden overgenomen

.Zodra het de haven van Marseille uitvoer, volgden acht Britse oorlogsschepen en gevechtsvliegtuigen de Exodus. Op 18 juli toen het schip het strand van Haifa naderde, gingen Britse militairen aan boord, die met grof geweld de vluchtelingen aanviel. Er ontstonden hevige gevechten toen mensen probeerden aan land te gaan. Daarbij werden vier passagiers gedood en zo’n honderd passagiers raakten gewond onder wie vrouwen en kinderen. Een van de mensen die niet overleefden, was officier Bill Bernstein, een Amerikaanse vrijwilliger van de San Francisco Brigade. De Britten hielden er geen enkele rekening mee dat ze hier met verzwakte en uitgemergelde overlevenden van de Holocaust te maken hadden die meestal hun hele familie hadden verloren en geen vaderland of thuis meer hadden. Ze konden niet begrijpen wat er met hen gebeurde.

Na de aanslag werd de beschadigde Exodus naar de haven van Haifa gesleept, waar de passagiers werden ondergebracht in Britse interneringskampen totdat zij teruggestuurd zouden worden naar vluchtelingenkampen in Europa. Er werd hen verteld dat ze naar Cyprus gebracht zouden worden maar het werkelijke doel was Frankrijk. Omdat de Exodus was vertrokken uit Frankrijk, werden de passagiers met drie deportatieschepen hier naartoe gestuurd. Maar de Franse autoriteiten weigerden hen op te nemen. Vervolgens werden ze door de Britten gewoonweg teruggestuurd naar een van hun steunpunten in Hamburg, naar het land dat enkele jaren daarvoor, nog systematisch zes miljoen van hen had vermoord. De Exodus mocht uiteindelijk aanmeren in een Duitse haven, waar de Holocaust overlevenden zouden worden ondergebracht in een Duits militair kamp. Maar alle 4500 passagiers weigerden van boord te gaan. Zij gingen in hongerstaking. Deze situatie duurde drie weken maar uiteindelijk namen de Britten het schip over.

Maar uiteindelijk werden ze met goederentreinen naar twee kampen in het Displaced-Persons-kamp Pöppendorf bij Lübeck overgebracht. De plaatselijke bevolking ontving de Joden met gezichten vol haat, alsof er nog niets veranderd was. In cafés en restaurants weigerde men Joden te bedienen. In Bad Reichenhall zei een Duitse hotelhouder: ,,Jammer dat we niet meer Joden gedood hebben.” Het terugsturen van de Joodse vluchtelingen, waarover uitgebreid werd geschreven in de Amerikaanse media, zorgde voor enorme verontwaardiging en weerstand onder Amerikaanse Joden. Zij leverden felle kritiek op de Britse strijdkrachten en beschuldigden hen van voortzetting van het nazi-fascisme.

Nadat een Engels-Amerikaanse onderzoekscommissie zich over deze netelige situatie had gebogen, kwam het besluit dat de ontheemden met onmiddellijke ingang in het aloude moederland toegelaten moesten worden. De sterke toename van het aantal Joodse immigranten leidde ertoe dat de Arabieren het verzet tegen hun aanwezigheid steeds verder opvoerden. De Haganah sloeg hard terug waarbij de Engelsen ook niet werden ontzien. In mei 1946 verleende de Britse regering onafhankelijkheid aan Transjordanie (het door de Volkerenbond aan Israël toegezegde land) waar de Arabieren het recht op zelfbeschikking konden verwezenlijken. Op 29 november 1947 stelde de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in resolutie 181 een deling voor van het gebied ten westen van de rivier de Jordaan, het gebied dat door de Volkerenbond al in z’n geheel aan Israel was toegewezen en zelfs door de VN in Artikel 49 bekrachtigd. Vervolgens gaven de Britten de mandaat opdracht terug aan de internationale gemeenschap.

Toen de wereld ging inzien dat de vluchtelingen van de Exodus, net als honderdduizenden andere Joden zich nergens anders zouden kunnen vestigen dan in het beloofde land, veranderde de politieke houding. Toen op 14 mei 1948 de Joodse staat Israël werd opgericht, werd het diepgewortelde, onveranderlijke verlangen van de Joden, die zich nog in de kampen in Duitsland bevonden, mogelijk om aliya te maken naar het aloude thuisland van hun voorvaderen. In 1958 schreef de Joodse auteur Leon Uris het boek ‘Exodus’ dat grotendeels berust op de geschiedenis van dit schip. In 1960 werd de verfilming van het boek, door regisseur Otto Preminger met Paul Newman in de hoofdrol, een hit.

Leon Uris

De Israëlische Minister voor Informatie en Diaspora Yuli Edelstein hield op 24 januari 2012 een opmerkelijke toespraak op de International Holocaust Remembrance Day in het Europees Parlement en zei dat Israël ervoor zal zorgen dat er nooit meer een nieuwe Holocaust zal plaatsvinden. Edelstein herinnerde zijn gehoor er aan dat tijdens de Wannsee Conferentie van 24 januari, 1942, 15 nazi-ambtenaren het lot van miljoenen Europese Joden verzegelden en er andere conferenties plaatsvonden die er alleen op gericht waren om manieren te bedenken om de Joden te elimineren. Zo was er "de Conferentie van Evian” waar 31 Westerse landen debatteerden over het lot van de Joodse vluchtelingen van Duitsland en Oostenrijk.

Ondanks de pleidooien van Joodse organisaties en de aanwezigheid van de internationale pers, bereikte de conferentie niets. De grote westerse democratieën maakten symbolische gebaren. De meesten zeiden dat ze al meer dan genoeg Joden hadden. Ook refereerde hij aan de St. James Conference in Londen. In mei 1939 keurde Groot-Brittannië het Witboek goed, beknotte de Joodse immigratie naar het Heilige Land en sloot de deur naar de laatste echte optie op redding. Volgens Edelstein is vandaag "het doel van de antisemieten hetzelfde - om de gemeenschappelijke menselijkheid van de Jood te ontkennen, om hem uit te sluiten, hem tot zondebok te maken. 70 jaar geleden werkte dit perfect."

Mark Rutte en zijn slappe excuses tijdens de Shoah herdenking op 26 januari 2020

Na jaren van weigering heeft Mark Rutte namens de Nederlandse regering tijdens de Nationale Shoah herdenking in Amsterdam op 26 januari 2020, excuses aangeboden voor het falen van de Nederlandse autoriteiten met betrekking tot het Joodse volk tijdens de Tweede Wereldoorlog. Als Rutte werkelijk een punt had willen maken dan had hij op zijn minst enige aandacht kunnen besteden aan de schandalige rol van de Nederlandse overheid ten aanzien van haar Joodse bewoners tijdens deze oorlog. Opvallend trouwens dat hij nu pas zijn excuses maakt want hij is immers al sinds 14 oktober 2010 minister-president van Nederland. Zou dat misschien met de verkiezingen van 2021 te maken kunnen hebben? Hij kan de stemmen van de Joodse kiezers immers goed gebruiken! Een ernstig verwijt is op zijn plaats aan al die voorgaande premiers die op hun beurt geen reden vonden om de waarheid over het wijdverbreide Nederlandse verraad in oorlogstijd ten aanzien van de Joodse inwoners, aan de orde te stellen.

Het is al lang geen geheim meer hoe de Nederlandse regering heeft gehandeld tijdens de Duitse bezetting. Het Nederlandse koningshuis vertrok in mei 1940 naar Londen en verbleef daar gedurende het verdere verloop van de oorlog samen met de Nederlandse regering in ballingschap. Zie ook deze video. Racistische misdaden werden niet aan de kaak gesteld in radiotoespraken en er werd vrijwel niets ondernomen tegen de vervolging van de Joodse Nederlanders.

In West-Europa was Nederland het land met het hoogste percentage Joodse slachtoffers tijdens de Shoah. Toen de Duitsers in 1940 Nederland veroverden, woonden er naar schatting 140.000 Joden waarvan er gedurende de oorlog 101.800 door de bezetters werden vermoord.

Mark Rutte ‘Holocaust ontkennen moet kunnen

 

Joods actueel publiceerde juni 2009 een artikel waarin Rutte vond dat het ontkennen van de Shoah moet kunnen. ‘Enkel als de ontkenning van de Shoah tot geweld zou leiden, zou het bestraft moeten worden. Indien iemand de Shoah ontkend, kan je met deze persoon een discussie aangaan en hem van zijn ongelijk overtuigen, aldus Rutte.’ De voormalige leider van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) Ronny Naftaniel zei niet te begrijpen wat Rutte bezielde en reageerde op diens uitspraken: ,,Als je de doelbewuste ontkenning van de Shoah met woorden denkt te kunnen bestrijden, waarom doe je dat dan ook niet met lichte geweldplegingen, of met diefstal. Dit zou pas echt tolerant zijn. En hou dan ook op met dreigen Islamitische geestelijken het land uit te zetten, als ze onze democratie aanvallen. Het voortdurend gekwetst worden, is bovendien een pijnlijke ervaring voor de slachtoffers.

 

Het is de vraag of deze geestelijke pijn minder ernstig is, dan bijvoorbeeld het krijgen van slaag of de gevolgen van diefstal. Voor Shoah-slachtoffers en hun familie is het in ieder geval afschuwelijk te horen dat de moord op hun familie een leugen is. Of dat het een verzinsel is met het doel geld te krijgen. In zijn, op zichzelf begrijpelijke, streven godsdienstkritiek ongelimiteerd mogelijk te maken, is Mark Rutte veel te ver doorgeschoten. Als hij op de televisie zegt dat vanwege de vrijheid van meningsuiting het roepen van ‘Hamas, Hamas Joden aan het gas bij demonstraties mogelijk moet zijn, staat hij een samenleving voor, die in ieder geval voor heel wat Nederlandse Joden onleefbaar wordt” aldus Naftaniel. Tot nog toe werden Shoah ontkenners in Nederland vervolgd op grond van het haatzaaiende karakter van hun activiteiten.

De Nederlandse spoorwegen beloven slachtoffers van Shoah te compenseren

In juni 2019 besloot de Nederlandse Spoorwegen na 75 jaar, eindelijk de slachtoffers van de Shoah te compenseren. Joden, Roma en Sinti die tijdens de Tweede Wereldoorlog op bevel van de Duitse bezetter door de Nederlandse Spoorwegen (NS) per spoor naar Westerbork, Vught of Amersfoort of naar andere locaties in Nederland zijn vervoerd, met het oogmerk om naar concentratie- of vernietigingskampen te worden vervoerd – met het doel hen als bevolkingsgroep uit te roeien – komen in aanmerking voor een individuele, financiële tegemoetkoming. Bij hun overlijden geldt dit ook voor direct nabestaanden. Daarmee neemt NS het advies van de Commissie Individuele Tegemoetkoming Slachtoffers WO II Transporten NS over. Naar schatting komen enkele duizenden personen voor de tegemoetkoming in aanmerking, waaronder naar schatting 500 overlevenden. NS reserveert hiervoor de komende jaren enkele tientallen miljoenen euro’s.

Op 21 juni 1940 tekenden de Nederlandse Spoorwegen een loyaliteitsverklaring, dat hield simpelweg in dat ze alles zouden doen wat de Duitsers vroegen. Als ‘tegenprestatie’ mocht de NS blijven doen wat ze deden en kon het voltallige bestuur aanblijven. Treinen naar Auschwitz vertrokken meestal in de nacht, het was ook een gruwel die het daglicht niet kon verdragen. Toch vroegen de bestuurders zich nimmer af wat er met al die mensen gebeurde, later ontkenden zij zelfs er ook maar ooit iets van te hebben geweten.

De Nederlandse Spoorwegen verdienden zelfs veel geld aan de transporten. Er werden duizenden wagons ingezet waar mensen als vee in werden geduwd, de NS heeft hier nooit tegen geprotesteerd. In twee jaar tijd vervoerden de NS 110.000 Joden naar het oosten van het land, de meesten naar kamp Westerbork, het doorvoerkamp van waaruit geïnterneerden naar Duitse concentratiekampen werden gebracht. Slechts een handjevol van hen kwam terug. Eind 1942 was het al lang bekend dat er zich vreselijke dingen afspeelden in de kampen.

Afbeeldingsresultaat voor Joden op transport in Westerbork"Op 3 september 1944 vertrok het laatste transport vanuit Westerbork naar Auschwitz

De NS lag er niet wakker van, sterker nog, zij legden een vertakking aan van het reguliere spoor naar het doorvoerkamp, want met Westerbork was er daarvoor nimmer een treinverbinding. Omdat de Duitsers betaalden per passagier was het voor de NS lucratief om op eigen kosten (!) een extra lijntje aan te leggen. Bijna honderd treinen zette de NS in en stuurden de Duitsers na iedere rit een factuur. Die werd netjes betaald. Het geld kwam echter niet van de Duitsers, maar van de Joden zelf, zij moesten voor hun eigen enkele treinreis naar de dood betalen.

Franklin ter Horst

Terug naar: Inhoud