De brief aan de gemeente te Filadélfia

Door: Franklin ter Horst (Aangemaakt:29 juli 2012) (Laatste bewerking: 26 november 2015)

Openbaring 3: 7 t/m 13 En schrijf aan de engel der gemeente te Filadélfia: Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, die de sleutel Davids heeft, die opent en niemand zal sluiten. En Hij sluit en niemand opent. Ik weet uw werken:zie, Ik heb een geopende deur voor uw aangezicht gegeven, die niemand kan sluiten; want gij hebt kleine kracht, maar gij hebt mijn woord bewaard en mijn naam niet verloochend. Zie, Ik geef sommigen uit de synagoge des satans, van hen, die zeggen, dat zij Joden zijn en het niet zijn, maar liegen: zie, Ik zal maken, dat zij zullen komen en zich nederwerpen voor uw voeten, en erkennen, dat Ik u heb liefgehad. Omdat gij het bevel bewaard hebt om Mij te blijven verwachten, zal ook Ik u bewaren voor de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken hen, die op de aarde wonen. Ik kom spoedig; houd vast wat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme. Wie overwint, hem zal Ik maken tot een zuil in de tempel mijns Gods en hij zal niet meer daaruit gaan; en Ik zal op hem schrijven de naam mijns Gods en de naam van de stad mijns Gods, het nieuwe Jeruzalem, dat uit de hemel nederdaalt van mijn God, en mijn nieuwe naam. Wie een oor heeft, die horen, wat de Geest tot de gemeenten zegt.

Filadélfia was gebouwd op een hoogvlakte die uitkeek over het dal van de rivier de Cogamus. Deze bloeiende stad werd de “toegangspoort tot het Oosten”genoemd, en karavanen trokken door haar poorten naar Rome, de hoofdstad van het rijk, of kwamen daar vandaan. Ook in deze stad werden vele goden vereerd waaronder Dionysus, de god van de wijn. De stad was rijk en de rijkdom was voor een belangrijk deel te danken aan de wijncultuur. Op de in omloop zijnde munten waren het hoofd van Bacchus (Nimrod) en de beeltenis van Baccante (de priesteres van Bacchus) afgebeeld.

Bacchus, de god van de wijn.

De bevolking van de stad bestond uit Joden, Christen-Joden en bekeerlingen uit de heidenen. De gemeente in Philadélfia was volkomen toegewijd aan de Here Jezus en erkende hem in zijn volle waarde.

Tijdens de Filadélfia -periode werd het geloofsleven weer zoveel mogelijk gebaseerd op Gods Woord. Men brak met de ingeslopen valse leer en de verkeerde praktijken. Zij bleven trouw vasthouden aan Gods Woord en het eren van Gods Naam. Het zijn overwinnaars die tot het einde toe vasthouden aan het licht dat de Heer eenmaal aan Filadélfia heeft toevertrouwd. ‘Wie overwint, die zal Ik maken tot een pilaar in de tempel van mijn God’. Satan zag zich geen kans hen van hun liefde voor Jezus af te brengen. Door de genade van God bleven zij bewaard voor allerlei verzoekingen van satan. Weliswaar zegt de Heer: “Gij hebt kleine kracht” mensen die niet zoveel in de maatschappij betekenden, maar ze hebben Gods Woord bewaard. Ze zijn voor de naam van de Here Jezus uitgekomen. Ze hebben het Evangelie uitgedragen op zulk een wijze, dat de Heer er Zijn grootste waardering over uitspreekt.Toch waren er in deze gemeente ook velen die Gods Woord slechts uiterlijk volgden. In hun hart is geen sprake meer van het bewaren van het Woord en het niet verloochenen van zijn Naam.

Overal waar de opwekkingspredikers van Philadelphia kwamen, stuitte men op grote tegenstand van christenen die de naam christenen niet waardig waren. Zij deden er alles aan om de opwekkingen tegen te houden en datzelfde gebeurde in latere jaren onder druk van de staatskerken. Het is met name Rome dat zich schuldig heeft gemaakt aan vervolgingen van christenen die Gods Woord bleven eren en vasthielden aan hun liefde voor de Here Jezus. De kerk van Rome is “het antichristendom” en is er maar één stad die een valse godsdienst, een wijn van hoererij, heeft verspreid waarvan alle volken op aarde hebben gedronken. Het gaat hier om geestelijke hoererij, die de kerk bedrijft door zich met de politiek en met de staat te verbinden. Doordat de kerk haar hulp en steun zoekt bij de wereld, verloochent zij haar eigen Bruidegom de Here Jezus. Dit wordt in Openbaring 17 aangeduid als overspel en hoererij.

Er is geen enkele kerk die in de loop der geschiedenis zoveel getuigen van Jezus om het leven heeft gebracht als de kerk van Rome. Terechtstellingen van christenen werden bijkans tot een soort nationale sport. Bij sommige mensen werden de tongen uit de mond gerukt als ze in het openbaar hun liefde voor Jezus kenbaar maakten. Hele volksmassa’s jubelden als christenen voor de leeuwen werden geworpen. Andersdenkenden werden systematisch verbannen, vermoord door de Inquisitie uit naam van de “Koningin des Hemels”, met de Jezuïeten als de geheime kerkpolitie. En dat terwijl de pausen dachten met deze moordpartijen de wil van God te doen. De bisschoppen en pausen moorden, verminkten en deden juist alles wat kwaad was in de ogen van God. Zij leiden een leven, precies het tegenovergestelde van wat Gods Woord leert.

Terechtstellingen van christenen door de inquisitie werden bijkans tot een soort nationale sport.

De inquisitie die in haar standaard de psalmtekst had staan: "Sta op God van Uw rechtsgeding"- was belast met de opsporing, het onderzoek en het straffen van mensen die Jezus lief hadden, mensen die de afgodendienst van de roomse kliek doorzagen. Men schat het aantal slachtoffers, die alleen al door de inquisitie zijn vermoord op bijna 50 miljoen… Alleen al in de Bartholomeüs-nacht, toen de Hugenoten werden vervolgd, werden door een dekreet van de paus 100.000 christenen vermoord. De paus liet over deze moordpartij zelfs een herinneringsmedaille slaan! De Jezuïetenorde groeide uit tot een geweldig apparaat om de wereldeconomie te beheersen, met grote banken en militaire macht. Ze gebruikten hekserij, trancemeditaties, tongentaal, hypnose, om Bijbelgetrouwe christenen te misleiden. Alles in Rome was en is Babel. De pausen uit het verleden hielden er soms complete legers op na.

Nu Jezus de zonde en de dood heeft overwonnen, heeft Hij recht gekregen op de troon van David en als bewijs daarvan heeft Hij de sleutel van David ontvangen en zegt Hij daarmee, dat Hij alle macht in hemel en op aarde heeft en dat Hij als Koning zal heersen tot in eeuwigheid. “Die de sleutel van David heeft” zoals in de brief aan de gemeente van Filadélfia is vermeld, is ontleend aan de profetie van Jesaja 22:22. En Ik zal de sleutel van het huis van David op zijn schouder leggen; opent Hij, niemand sluit; sluit Hij, niemand opent. Jesaja 22:22. David was een man naar Gods hart, was koning over Israël, maar Jezus is de Grotere David, Koning der Koningen. De knecht van God zal gevolmachtigd zijn in het huis van David en hij beslist wie toegang zal hebben tot de koning. De open deur is het kenmerk van de gemeente van Filadélfia. De sleutel is het bewijs van macht van Jezus.

De profetische toepassing van de brief aan de gemeente van Filadélfia heeft ook betrekking op de kerken in de laatste fase van de kerkgeschiedenis. Jezus, herinnert ons eraan dat alleen de gemeente van Filadélfia, de enige van de zeven gemeenten Gods Woord krachtig is blijven verdedigen. Tegen de ware kerk zegt God: ‘Omdat gij het bevel bewaard hebt om Mij te blijven verwachten, zal ook Ik u bewaren voor de ure der verzoeking, die over de gehele aarde komen zal, om te verzoeken hen, die op de aarde wonen. Johannes heeft het hier ook over de stormachtige tijden die in de eindfase van het huidige wereldbestel nog zullen komen.

Als het tijdperk van Filadélfia eenmaal ten einde is gekomen, vangt daarna het Laodicéa-tijdperk aan, dat zowel de tarwe als het onkruid rijp maakt voor de oogst: “Haalt eerst het onkruid bijeen en bindt het in bossen om het te verbranden, maar brengt het koren bijeen in mijn schuur.”Matthéüs 13:30.

Klik hier voor  De brief aan de gemeente te Laodicéa” (Openbaring 3)