Amnesty International steunpilaar Israëls vijanden.

Door: Franklin ter Horst (Aangemaakt: 11 maart 2009)(Laatste bewerking: 6 februari 2022)

Amnesty heeft al jaren een zeer twijfelachtige reputatie als het om Israël gaat. Slechts een paar dagen na de Internationale Holocaustherdenkingsdag in 2022 werd Israël in een dik rapport opnieuw een apartheidsstaat genoemd.De jaarverslagen van deze club staan jaar na jaar bol van anti-Israël smeerstukken. Israël houdt al jarenlang vol dat organisaties zoals Amnesty International en hun leiders de Joodse Staat geen eerlijke kans geven wegens persoonlijke vooroordelen en gepolitiseerde standpunten over het conflict met het PLO-bewind in Ramallah en Hamas, de terreurbeweging in Gaza. (www.amnesty.org) Zoeken op Israël levert 132 hits op, op Saoedi-Arabië 61, op Iran 55 en de Islamitische Staat wordt 24 keer genoemd. De Palestijnse terreurleider Abu Mazen (Mahmoud Abbas) wordt respectvol met name genoemd.

Screenshot_80De directeur van Amnesty International, Salil Shetty.

Volgens Amnesty handhaafde Israël zijn meedogenloze land-, zee- en luchtblokkade van Gaza, kneep de reconstructie af na de verwoestingen veroorzaakt door het gewapend conflict in 2014. Op de bezette Westelijke Jordaanoever bleef Israël illegale nederzettingen bouwen en strenge beperkingen in de bewegingsvrijheid opleggen aan Palestijnen met behulp van een reeks van militaire controleposten, slagbomen en een hek/muur dat zich honderden kilometers uitstrekt.

Duizenden Palestijnen die zich verzetten tegen de militaire bezetting door Israël of die betrokken waren bij de protesten daartegen werden gearresteerd en gedetineerd, en honderden werden vast gehouden onder hernieuwbare administratieve maatregelen die de autoriteiten de bevoegdheid geven om hen voor onbepaalde tijd vast te houden zonder aanklacht of proces; anderen werden doodgeschoten door Israëlische troepen, die regelmatig buitensporig geweld gebruiken tegen Palestijnse demonstranten. De spanning steeg fors in het laatste kwartaal van het jaar te midden van een golf van steekpartijen en andere aanvallen op Israëliërs door individuele Palestijnen. Israëlische soldaten en de politie reageerden met dodelijk geweld, soms ook in omstandigheden waarin individuen geen direct levensgevaar opleverden. Israëlische troepen doodden ten minste 156 Palestijnen uit de bezette Palestijnse gebieden, met inbegrip van kinderen, vooral in het laatste kwartaal van het jaar, sommige in expliciet buitengerechtelijke executies …

Ook in het rapport van 27 februari 2014 werd schaamteloos op Israël ingehakt en de haat tegen de Joodse staat verder aangewakkerd. Ook dit rapport was verre van onpartijdig, eenzijdig en vol met anti-Israël propaganda en liet zien hoe deze organisatie de weg is kwijtgeraakt. In het 87 pagina’s tellend rapport beschuldigt Amnesty Israël van ‘buitensporig geweld, gerichte moorden die als oorlogsmisdaden moeten worden beschouwd en andere ernstige schendingen van het internationaal recht tegen de Palestijnen.’ Volgens Amnesty zijn er in 2013 meer ‘Palestijnen’ gedood dan in 2011 en 2012 samen en zegt dat er sinds 2011 meer dan 8000 ‘Palestijnen’ gewond zijn geraakt waaronder 1500 kinderen door rubberen kogels en traangas. De groep roept Israël op “om een onafhankelijk, onpartijdig, transparant en snel onderzoek te doen naar alle meldingen van Palestijnse burgers die werden gedood of ernstig gewond raakten door de acties van de Israëlische troepen.” Amnesty dringt er bij de Verenigde Staten, de Europese Unie en de rest van de internationale gemeenschap op aan om “alle leveringen van wapens, munitie en andere goederen naar Israël op te schorten” om Israël onder druk te zetten tot het toegeeft.

Zonder de druk van de internationale gemeenschap zal de situatie in de nabije toekomst niet veranderen, meent Philip Luther, Amnesty-directeur voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika. 'Als de Israëlische autoriteiten de wereld willen bewijzen dat zij zich inzetten voor de democratische beginselen en zich houden aan de internationale normen inzake mensenrechten, moeten ze stoppen met moorden en onnodig gebruik van geweld', aldus Philip Luther.

Professor Gerald Steinberg van de in Jeruzalem gevestigde onderzoeksorganisatie NGO-Monitor noemt de beschuldigingen in het rapport “roekeloos, schaamteloos bevooroordeeld en weerspiegelen het gebrek aan een geloofwaardig onderzoek van de feiten” en spreekt verder van politieke oorlogsvoering en valse beschuldigingen.

Ook de Israëlische regering reageerde vanzelfsprekend furieus op het rapport omdat het zoals altijd weer zeer eenzijdig is opgesteld. Woordvoerder Yigal Palmor van de Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken zei dat het rapport ruikt naar 'vooroordelen, discriminatie en racisme'. In een reactie op het rapport stelde het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken, dat Amnesty Israël het recht op zelfverdediging ontzegt. Het Israëlische leger zegt in een verklaring, dat Amnesty het vorig jaar sterk toegenomen geweld van de door het PLO-bewind opgehitste jongeren tegen Israël volledig negeert. Het rapport verzwijgt de al maanden aan de gang zijnde gewelddadige demonstraties en terreur tegen Israëlische troepen met de bedoeling de troepen te provoceren resulterende in de dood van demonstranten zodat Israël weer aan de schandpaal genageld kan worden. Het gaat om criminele acties georkestreerd door Abu Mazen en trawanten om de wereldopinie tegen Israël op te hitsen.

Natuurlijk meldt het rapport niet dat de Arabische slachtoffers voornamelijk het gevolg zijn van gewelddadige acties tegen het Israëlische leger. In een reactie zegt de woordvoerder van het Israëlische Leger dat Amnesty op geen enkele manier rekening heeft gehouden met de enorme toename van gewelddadigheden waarin het leven van burgers en militairen dag in dag uit ernstig gevaar lopen.  Het aantal terreuraanslagen is in 2013 verdubbeld ten opzichte van 2012. In totaal werden 1271 terroristische aanvallen geregistreerd waarbij maar liefst 132 gewonden zijn gevallen vanwege aanvallen met stenen. Nir Barkat, de burgemeester van Jeruzalem, zei voor Israëls Channel 10 News, dat het tijd wordt om 'een steen als een wapen te behandelen', en hard op te treden tegen degenen die lukraak Joodse mannen, vrouwen en kinderen met stenen aanvallen. Onder de 1271 aanvallen waren 201 aanslagen met vuurwapens en 16 zelfmoordaanslagen.

rocksStenen zijn een dodelijk wapen maar Amnesty richt zijn aanval slechts op Israël

Zes Israëli's werden bij aanslagen gedood. Van de zes dodelijke slachtoffers stierven er drie door een aanval met een mes, twee werden doodgeschoten door sluipschutters, en een werd gedood na ontvoering door Arabische terroristen. In het rapport van Amnesty is sprake van een ernstig gebrek aan objectiviteit en om zaken in de juiste context of verhouding te plaatsen. Het rapport besteedt geen enkele aandacht aan alle genoemde terreur en bekommert zich op geen enkele manier om de slachtoffers aan Israëlische kant.

Dat het PLO-bewind verantwoordelijkheid draagt voor al deze aanslagen mag duidelijk zijn. Abu Mazen en trawanten zijn al jaren druk doende de bevolking op te hitsen met de meest smerige antisemitische video’s, met het verkondigen van leugens over recht op het land en het eren van moordenaars met bloed aan hun handen van onschuldige Israëlische burgers. De haatuitzendingen op de PLO-tv zijn praktisch dagelijkse kost. Kinderen zingen het lied "Oh flying bird," in een uitzending van PLO-tv “Mijn land Palestina is prachtig. Wij zullen terugkeren naar Safed, en dan naar Tiberias, Akko, Haifa en Jaffa” allemaal plaatsen die in Israël liggen. Het PLO-bewind ziet de vernietiging van Israël als een reële mogelijkheid. Hier wordt een hele generatie kinderen geïndoctrineerd met haat en de gedachte dat het mogelijk is de staat Israël te vernietigen en alle Joden uit het land te verwijderen. Deze kinderen groeien op in een doodscultuur waar de echte wil om tot vrede met Israël te komen, totaal wordt getorpedeerd.

Ze kunnen weer juichen in Ramallah om hun nieuwe “helden” en “martelaren” en hun namen bijschrijven op hun ellenlange lijst van geboefte die er een hobby van hebben gemaakt onschuldige Israëlische burgers te vermoorden.

Amnesty verbonden met Hamas en Moslimbroederschap

De Engelse krant de Times (London) heeft Yasmin Hussein, een senior official van Amnesty, gelinkt aan Hamas en met de Moslim Broederschap.Yasmin Hussein is het hoofd van de mensenrechten en godsdienstafdeling van Amnesty. Hussein is gelieerd aan een Britse “hulporganisatie” die Hamas financiert. Bovendien blijkt Hussein persoonlijke relaties te hebben met een senior official van de Moslim Broederschap en logeerde bij deze official thuis in Egypte. Maar dat is niet alles. Husseins echtgenoot blijkt Musabbeh te zijn. In een proces in 2013 werden beide betrokken geacht bij een samenzwering, volgens documenten uit de Verenigde Arabische Emiraten. De betrokkenheid liep via een liefdadigheidsclub in Bradford, die deel was van een complex financieel en ideologisch netwerk, dat vanuit Engeland en Ierland als hub fungeerde voor de Moslim Broederschap en zijn vestiging in de VAE.

Amnesty bleek op de hoogte te zijn van de ontmoeting van Yasmin met het senior lid van de Egyptische Moslim Broederschap Ady al-Qazzaz. Deze al-Qazzaz werd door de onderwijzersbond in Egypte beschuldigd van het binnenbrengen van de Moslim Broederschap (en zijn gedachtenn) in het Egyptische onderwijs. Bij diezelfde ontmoeting zaten ze beiden aan een familiemaaltijd en bleef Yasmin in het privé huis overnachten. In het huis van Qazzaz, wiens zoon Khaled de secretaris van de Moslim Broederschap was voor buitenlandse zaken en wiens dochter Mona de officiële woordvoerster van de Moslim Broederschap was. Dit alles tegen de gedragscode van Amnesty in. Daarop werd een onderzoek ingesteld naar Yasmin, die zei geen idee van de connecties van de al-Qazziz familie te hebben…  Zij kreeg een berisping en haar werd verteld dat dit niet weer mocht gebeuren. Amnesty gaf een verklaring uit waarbij ze verklaarde dat de band tussen Yasmin en de Moslim Broederschap niet bestond. Het lijkt echter zeer waarschijnlijk dat via Yasmin er wel degelijk banden zijn met terroristische organisaties, in ieder geval een financiële band.
Amnesty wordt hier absoluut niet geloofwaardiger door en de twijfels aan de oprechtheid van Amnesty krijgen hierdoor meer betekenis.

Dit zou de obsessie met Israël kunnen verklaren. Het blijft vreemd dat Amnesty wel wetenschappelijk onderzoek laat doen, zoals het onderzoek van Donatella Rovera en vervolgens niets, maar dan ook niets met dat onderzoek doet. Integendeel, het beweert juist die dingen waarvan Donatella zegt dat ze niet (kunnen) kloppen. En vervolgens beweert Amnesty na hun waardeloze onderzoek – waarbij het Donatella`s rapport “vergeet” – op onzinnige gronden dat Israël oorlogsmisdaden pleegt.

Het is volkomen duidelijk dat Amnesty International alle geloofwaardigheid heeft verloren. Deze club kiest overduidelijk de kant van de terroristen en maken daarmee het voortgaan van de terreur mogelijk. Terwijl Israëls vijanden zich voorbereiden op de totale vernietiging van de Joodse staat, onthoudt Amnesty zich van enig commentaar op deze genocidale dreiging.

In september 2005 was internationale media zeer ingenomen met een rapport van Amnesty International waarin Israël werd beschuldigd van ,,misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden”. Volgens dit rapport zou het Israëlische leger (IDF) duizenden onschuldige burgers - die onder bestuur vallen van het PLO-bewind in Ramallah-  en buitenlanders hebben verwond of gedood, sinds het begin van de “Tweede Intifada” eind september 2000. Ook spreekt Amnesty van ,,onwettige moorden, martelingen en onbeheerste zinloze verwoesting van Palestijnse eigendommen.” Amnesty bekommert zich nooit om de slachtoffers aan Israëlische kant, maar levert slechts kritiek. Kort na Israël’s schoonmaakaktie in de terreurstad Jenin begin 2002, waarbij volgens de PLO-nazi-propagandamachine 1500 burgers door het Israëlische leger zijn vermoord, (het totale dodental was 56 waarvan 49 terroristen) kwam Amnestie met kritiek zonder de werkelijke feiten eerst te onderzoeken. Een woordvoerder zei te vrezen dat de mensenrechten waren geschonden.

Het rapport van Amnesty was gericht tegen een land dat al jaren het hoofd moet bieden aan een doodscultuur die een mensenleven verachten Er bestaat geen enkele aandacht voor het feit dat Israël sinds de Oslo-akkoorden in september 1993, voorstel op voorstel heeft gelanceerd om tot een blijvende vrede met de namaak Filistijnen te komen. Voorstellen die door wijlen Jasser Arafat, allemaal naar de prullenbak zijn verwezen en beantwoord met het sturen van zelfmoordenaars naar Israël om zich op te blazen in restaurants, dancings, bussen en andere publieke gelegenheden. Israël reageerde furieus op het rapport omdat het zeer eenzijdig is opgesteld.

Tijdens de oorlog tegen Hezbollah in de zomer van 2006, kwam Amnesty International al na een paar dagen met een oordeel en beschuldigde Israël van “oorlogsmisdaden, aanvallen op burgerdoelen, bruggen, elektriciteitscentrales, hoofdwegen, zeehavens en de internationale luchthaven van Beiroet”. De raketbeschietingen door Hezbollah op Israëlische bevolkingscentra en het feit dat de terreurbeweging vrouwen, kinderen en zelfs baby’s  als menselijk schild hebben gebruikt, werd door Amnesty verzwegen. Het gebruik van-de-eigen-burgers als menselijke schilden wordt nog eens schrijnend duidelijk in de plaats Qana. Daar vielen 54 doden waaronder gehandicapte kinderen. Hezbollah heeft de dood van deze mensen zeer succesvol gebruikt om de wereldopinie tegen Israël op te hitsen. Raketten werden afgeschoten vanuit woonwijken, moskeeën, vanaf daken van huizen en schoolpleinen,  en speelplaatsen van kinderen  werden veranderd in artilleriestellingen.  De systematische politiek van Hezbollah was om hun bases, trainingskampen, wapendepots etc, juist in woonwijken en steden op te zetten.  Dat helpt bij het beïnvloeden van de publieke opinie tegen Israël wanneer daar burgers bij worden gedood. En dan te bedenken dat Libanese burgers door het Israëlische leger werden  gewaarschuwd per uitgeworpen pamflet of per radio.

Vluchtelingen die het oorlogsgebied wilden verlaten, werden bij wegversperringen tegengehouden en teruggestuurd om zo als menselijk schild  te dienen. Hezbollah blokkeerde het transport van voedsel en medicijnen naar behoeftige Libanese burgers. Zelfs Jan Egeland, hoofd van de humanitaire afdeling van de VN, die zijn kritiek normaal gesproken bewaart om Israël te demoniseren, zei: “Hezbollah moet stoppen met dit lafhartig gedrag door zich te verschuilen achter vrouwen en kinderen. Ik hoor dat ze trots zijn weinig verliezen te hebben geleden, maar daarvoor hebben de burgers de prijs betaald.” Hezbollah heeft geprobeerd het aantal Libanese slachtoffers zo hoog mogelijk op te voeren voor hun eigen nazi-propagandadoeleinden. Hezbollah is een terreurstaat binnen de staat Libanon, met haar eigen territorium, wapens en terroristen. Maar al deze misdaden speelden voor Amnesty geen rol van betekenis. Israël beschuldigen van ‘oorlogsmisdaden’ was blijkbaar het enige doel.

Natuurlijk was ook Amnesty weer van de partij om Israël aan de schandpaal te nagelen met betrekking tot de oorlog tegen de terreurbeweging Hamas in januari 2009. Amnesty spreekt in haar rapport genaamd “Operation Cast Lead” 22 days of death and destruction” van oorlogsmisdaden, roekeloze aanvallen en buitensporig veel geweld tijdens deze oorlog. De titel zelf zegt het al.Het document richt zich voornamelijk op Israël. Ook Hamas werd beschuldigd, maar het rapport wijst niettemin Israël als hoofdschuldige aan. In het  rapport spreekt Amnesty van 1400 doden waaronder 900 burgers. Deze gegevens zijn echter totaal niet in overeenstemming met de informatie die na gedegen onderzoek door Israël is vrijgegeven. Daaruit blijkt dat er in totaal gedurende de oorlog 1134 mensen zijn omgekomen waaronder 673 terroristen. Israël uitte meteen en volkomen terecht, scherpe kritiek op het rapport.

Het stelt onder meer dat het rapport geen correct beeld geeft van de raketbeschietingen gedurende acht jaar. Ook is de aanwezigheid van terroristen uit Iran volledig buiten beschouwing gebleven. Het rapport gaat ook nergens in op de Israëlische onderzoeksresultaten. Het rapport zwijgt onder meer over het gebruik door Hamas van huizen van burgers, scholen, ziekenhuizen en moskeeën als munitiedepots, het verminken en vermoorden van Fatah aanhangers en het verplaatsen van troepen middels ambulances. Al dit soort bewijzen zijn door Amnesty genegeerd evenals het feit dat Hamas een terreurorganisatie is, wiens doel het is de Joodse staat te vernietigen. Amnesty International collaboreert al jaren  openlijk met Israëls tegenstanders

   Links de zomerkampen en rechts Hamas terreurleider Ismail Haniyeh met een van zijn kleine helden.

In een op 23 februari 2009 vrijgegeven rapport drong Amnesty International ook al aan op een wereldwijde boycot van wapenverkoop aan Israël.  Daarin stelt Amnesty  dat meer dan 20 landen wapens en munitie aan Israël verkopen. Het gebruik van die wapens tijdens het offensief in Gaza heeft wellicht aan de basis gelegen van oorlogsmisdaden en ernstige overtredingen van het internationaal recht, aldus de organisatie. De Joods-Amerikaanse Anti-Defamation League reageerde verontwaardigd omdat zo’n boycot Israël het recht ontzegt zich te verdedigen. ,,In de oproep tot een wapenembargo tegen Israël doet Amnesty International niets minder dan het recht op zelfverdediging van Israël ontkennen terwijl dat een internationaal erkend recht is van elke soevereine natie," zei ADL-directeur Abraham H. Foxman in een verklaring. ,,De manier waarop Amnesty  dit verderfelijke en vooringenomen rapport presenteerd  en de toon van het verslag wijzen duidelijk op een agenda die Israël wil belasteren.” Foxman voegt er aan toe: ,,In het verslag is geen enkele vermelding te vinden van het inzetten door Hamas van burgers als schild, noch van de tactiek om bevolkingscentra,  moskeeën, ziekenhuizen, scholen, en VN-faciliteiten te gebruiken voor militaire operaties.”Amnesty International beschuldigt Israël van diefstal van water Palestijnen

Amnesty International publiceerde op 27 oktober 2009 een 112 bladzijden tellend rapport waarin Israël ervan werd beschuldigd ‘water van de Palestijnen te stelen”. Volgens Amnesty zou Israël ,,meer dan 80% van het water uit een grote ondergrondse bron op de Jordaanoever naar nederzettingen pompen en is dit de enige bron voor de Palestijnen in het gebied.”  Israël zou genoeg andere bronnen bezitten. Verder wordt het volgens Amnesty ,,de Palestijnen onmogelijk gemaakt om nieuwe waterbronnen aan te boren, omdat Israël daarvoor vergunningen moet afgeven. De procedures daarvoor duren vaak erg lang en vergunningen worden vaak geweigerd.” De beschuldigingen van Amnesty werden op geen enkele manier met bewijzen aangetoond. Het waren niet meer dan loze kreten en het was bovendien niet toevallig dat dit smeerstuk van Amnesty kwam op een moment dat Israël aan alle kanten werd aangevallen vanwege het optreden in januari 2009 tegen Hamas in Gaza. Het rapport was politiek geïnspireerd en had slechts ten doel Israël verder te demoniseren.

Het rapport was niets anders dan de nieuwe episode in de campagne Israël als een  ‘apartheidstaat’ neer te zetten. De Israëlische waterautoriteit wees het rapport met verontwaardiging van de hand en zei dat ,,de Palestijnen zelfs meer water ontvangen dan in de Oslo akkoorden is afgesproken.” Amnesty negeerde niet alleen deze bewijzen maar negeerde eveneens bewust het bewijs dat het juist de Palestijnen zijn die water stelen. De door Amnesty gekozen eenzijdige benadering werd weer zonder enig onderzoek door de wereldpers overgenomen. Ook negeerden de internationale nieuwsbrengers de controleerbare Israëlische gegevens. Wel melden ze er bij dat Israël het rapport veroordeelde, maar meer ook niet. CNN verzuimde zelfs Israëls veroordeling te vermelden. Zie videoverslag van CNN medewerkster Paula Hancocks.

De afspraken over de watervoorziening tussen Israël en het PLO- bewind, zijn te vinden in Article 40   Uit dit artikel blijkt overduidelijk dat Israël niet alleen aan al haar verplichtingen heeft voldaan, maar de verplichte hoeveelheid water zelfs ruimschoots heeft overtroffen. De PLO-Arabieren daarentegen blijken hun verplichtingen aanzienlijk te hebben geschonden, in het bijzonder met betrekking tot belangrijke onderwerpen zoals de illegale boringen, (zij hebben meer dan 250 waterputten geboord zonder toestemming van de “Joint Water Commission”) .

Ook de afspraken over afhandeling van het afvalwater door middel van  zuiveringsinstallaties is door het PLO-bewind volkomen genegeerd. Waar zijn de miljoenen dollars aan donaties gebleven die voor dit doel bestemd waren? Israël heeft het bewind aangeboden om hen te voorzien van ontzilt water, maar deze mogelijkheid is systematisch verworpen vanuit politieke motieven. Zoals gebruikelijk hebben de auteurs van Amnesty ervoor gekozen de controleerbare Israëlische gegevens aan de hand van documenten en verslagen, te negeren. Het rapport is volledig gebaseerd op beschuldigingen, een methode die door Amnesty al jaren wordt toegepast. Deze club is totaal niet geïnteresseerd in waarheidsvinding maar heeft slechts ten doel Israël als een kwaadaardig gezwel neer te zetten.

Prof.dr.Gerald Steinberg schreef: ‘het rapport van Amnesty manipuleert de kwestie van het water en gaat voorbij aan de complexiteit van de geschiedenis en de handhaving van de wetten om Israël andermaal ten onrechte neer te zetten als een wreedaardig regiem. In dit rapport wordt een pijnlijk simplistische taal gebruikt die enkel de schuld legt bij Israël, in een poging om de “Bende van Ramallah”volledig te ontslaan van de verantwoordelijkheid in de mede door hen ondertekende overeenkomsten in het kader van de Oslo-akkoorden. Dit rapport werd door Amnesty cynisch getimed om een nieuwe golf van boycotcampagnes tegen Israël te stimuleren. Het is een scherp voorbeeld van de permanente campagne van Amnesty’s openlijke vijandigheid tegen de staat Israël.’

Gerald Steinberg

In een op 6 juni 2012 gepubliceerd document “Starved of Justice: Palestinians detained without trial by Israel” (Sterven voor gerechtigheid: Palestijnen gevangen zonder vorm van proces) vestigt Amnesty de aandacht op de hongerstaking van gevangenen in april 2012 in Israëlische gevangenissen. Naar schatting 2000 gevangenen beschuldigden Israël ervan de rechten van de gevangenen te schenden en eisten betere omstandigheden, familie bezoeken en een eind aan administratieve gevangenschap voor alle gevangenen. Onder deze hongerstakers bevonden zich diverse boeven die zijn opgesloten vanwege hun betrokkenheid bij massale terreuraanslagen op onschuldige Israëlische burgers en daarvoor veroordeeld zijn. Het ging om een puur politieke campagne want deze gevangenen komen in werkelijkheid helemaal niets te kort. In het document wordt Israël door Deborah Hyams en Saleh Hijazi (onderzoekers van Amnesty International) ervan beschuldigd ,,al tientallen jaren Palestijnen zonder enige vorm van proces vast te houden.” Beide figuren achter dit rapport blijken bij nader onderzoek een politieke activistische achtergrond te hebben en schromen daarom niet leugenachtige verklaringen af te leggen.

Deborah Hyams is zo fel anti-Israël dat zij tijdens de 2e intifada dienst heeft gedaan als “menselijk schild” in Beit Jala, een dorp nabij Bethlehem. Dit dorp werd als basis gebruikt voor het beschieten van Gilo, een buitenwijk van Jeruzalem door de Fatah-Tanziem terreurbeweging. Dit gebeurde bij voorkeur vanuit de woningen van de christenen die daarbij dikwijls met geweld uit hun huizen werden verdreven. Het is voorgekomen dat Gilo werd beschoten vanaf de christelijke begraafplaats in Beit Jala, vanaf het plein voor de Sint Nicolaaskerk en ook vanuit de kerk zelf. Dat gebeurde notabene, tijdens een gebedsdienst. Deborah Hyams verdedigde met haar actie het gespuis van de Tanziem dat zich naast de beschietingen van Gilo, schuldig maakte aan verkrachting, afpersing en executies van burgers in Beit Jala en Bethlehem. Zij noemde “bezetting geweld” en vond dat de consequentie hiervan moet resulteren in geweld”. In 2008, ondertekende Hyams een brief waarin zij Israël beschuldigde “een staat te zijn gebaseerd op terrorisme, massaslachtingen en het stelen van land van een ander volk.”

Hyams partner, Saleh Hijazi, een in Jeruzalem geboren Arabier en opgegroeid in Ramallah, heeft eveneens laten zien een groot gebrek aan objectiviteit te bezitten. In 2007 onderhield hij contacten met de Non Governement Organisation (NGO) “Another Voice” – een felle anti-Israël groep met in hun vaandel “Tegenstand! Boycot! Wij zijn Intifada!” Amnesty heeft al jaren een zeer twijfelachtige reputatie als het om Israël gaat. Israël houdt al jarenlang vol dat Amnesty International de Joodse Staat geen eerlijke kans geeft wegens persoonlijke vooroordelen en gepolitiseerde standpunten.

Het hoofd van de Finse tak van Amnesty International, Frank Johansson, noemt Israël een ‘schoremstaat’. Johansson, schreef op 25 augustus 2010 in Iltalehti, de derde krant van Finland, dat hij Israël beschouwt als een ‘schoremstaat’. In zijn column vertelde Johansson dat tijdens een recent bezoek een vriend die in Israël werkt hem zei dat Israël in zijn ogen ‘een schoremstaat’ is. Verder schreef Johansson het hier mee eens te zijn, waarbij hij zich baseert op zijn eigen bezoeken tijdens de zeventiger jaren en voor de laatste keer in de negentiger jaren. Toen The Jerusalem Post hem hierover vragen stelde stond Johansson voor zijn opmerkingen, en zei dat ze gebaseerd waren op wat hij noemde ‘Israël’s herhaaldelijk negeren van het internationale recht’ en zijn eigen persoonlijke ervaringen met Israëli’s. Het is volkomen duidelijk dat Amnesty International alle geloofwaardigheid heeft verloren. Deze club kiest overduidelijk de kant van de terroristen en maken daarmee het voortgaan van de terreur mogelijk.

Op 5 november 2014 publiceerde Amnesty International opnieuw een aanval op Israël, met de zoveelste tirade waarin ze de Joodse Staat beschuldigden van genocide en andere oorlogsmisdaden. Later diezelfde dag werd Israël in een Twitterbericht van een hogere Amnesty-medewerker rechtstreeks gelijkgesteld aan ISIS, de barbaarse jihadistische terreurorganisatie. Amnesty International vergelijkt nu de democratische Staat Israël met verkrachters, onthoofders en genocidale moordenaars.

Amnesty International: Een kind van westerse geheime diensten en een propaganda-instrument

Amnesty International maakt er voor zichzelf graag aanspraak op wereldwijd voor mensenrechten en democratie te strijden. Deze NGO irriteert echter vaak wegens eenzijdigheid en dient op dit moment meer dan ooit als het vlaggenschip van westerse propaganda. Geen wonder dus dat de vereniging leugens over Rusland verspreidt en zodoende de westerse leugenmedia in de kaart speelt. Het gerenommeerde Canadese instituut Global Research beschuldigt de organisatie ervan dat zij aan “Amerikaanse staatspropaganda” zou doen. Dit artikel is meer dan drie jaar oud en pakt o.a. het onderwerp Pussy Riot op, waarvoor men zich destijds bijzonder uitsloofde. Ook al kun je kritiek hebben op de gevangenisomstandigheden van de band, bij de campagne rondom de Russische band werd echter maar het halve verhaal verteld. Dat Amnesty werd bedacht door een medewerker van de Engelse geheime dienst, zou ook niemand verder moeten verbazen.

De oprichter van de zogenaamde mensenrechtenorganisatie, Peter Benenson, was van 1941-1945 in het Bletchley Park werkzaam op de testafdeling, waar hij o.a. de Duitse Lorenz-sleutelmachine ontcijferde. De in 2005 overleden advocaat richtte in 1961 Amnesty International op. Het is gemakkelijk om leden te winnen wanneer men zich zogenaamd voor het goede in de wereld inzet. Mensenrechten en democratie zijn voor het Westen ondertussen strijdbegrippen geworden. Daarbij wijst men graag met het vingertje naar Rusland, China of Iran. Daarbij wordt vaak buiten beschouwing gelaten dat de VS en hun bondgenoten de mensenrechten met voeten treden. CIA-martelgevangenissen of het willekeurig doden van burgers door drones staan niet echt op de agenda van Amnesty International.

Amnesty International opnieuw in de fout

Sunjeev Bery, al enkele jaren de directeur voor Amnesty International USA inzake het Midden-Oosten en Noord-Afrika, gaf op 30 augustus 2016 een interview met de nieuwssite Salon, de media-uitgave van het Amerikaanse Salon Media Group, Inc. In dit interview vergeleek Bery de regering van Israël met de regimes in Egypte en de Shariastaat Saoedi-Arabië. Hij sprak van  “dodelijke hypocrisie” i.v.m. de wapenleveringen aan “repressieve regimes in het Midden-Oosten zoals Israël, Egypte en Saoedi-Arabië, die oorlogsmisdaden hebben begaan en andere schendingen van de mensenrechten.”

Opmerkelijk is dat Amnesty nooit iets meldt over het schenden van de mensenrechten in de Palestijnse gebieden. Bovendien worden deze rechten ook  door de westerse media volkomen genegeerd. Om nog niet over Gaza te spreken waar Hamas standrechterlijk haar eigen onderdanen in het openbaar executeert. Wie de situatie in Israël inzake mensenrechten wil vergelijken met wat er dagelijks gebeurt in Saoedi-Arabië, Egypte en in de gebieden die onder controle staan van het bewind in Ramallah, moet zich dringend eens goed laten informeren. Amnesty heeft al jaren een zeer twijfelachtige reputatie als het om Israël gaat. Israël houdt al jarenlang vol dat organisaties zoals Amnesty International en hun leiders de Joodse Staat geen eerlijke kans geven wegens persoonlijke vooroordelen en gepolitiseerde standpunten over het conflict met het bewind in Ramallah en Hamas, de terreurbeweging in Gaza.

Amnesty in het verleden

Hoe kon een zo hoog gerespecteerde organisatie uit het verleden in zo’n diepe morele verwarring vallen? Amnesty International begon als een beweging die gewetensgevangenen hielp om ‘amnestie’ te krijgen van onderdrukkende regeringen. Zij werd beroemd om het aan de dag brengen van de verschrikkelijke toestanden waaraan politieke gevangenen in de vroegere Sovjetunie blootstonden. Destijds was Amnesty een sterke kracht, die internationaal de aandacht vestigde op veel bekende refuseniks, waaronder de Joodse gevangenen Natan Sharansky en Ida Nudel.

Zo was Amnesty reeds in 2001 betrokken bij het antisemitische Durban NGO Forum 2001,waarbij 160 landen vertegenwoordigd waren en waar de Boycott, Divestment and Sanctions (BDS-campagne) werd gelanceerd. In zijn openingstoespraak op dit Forum uitte de Israël-hatende Kofi Annan de voormalige baas van de Verenigde Naties, zware kritiek op Israël en maande hij de Joodse staat op te houden de “holocaust” als excuus te gebruiken voor zijn daden: ,,We kunnen niet van de Palestijnen verwachten dat zij dit (de holocaust) accepteren als de reden dat hen zoveel onrecht wordt aangedaan: bezetting, blokkades en buitenrechtelijk doden", aldus Annan. Al tijdens de voorbereidingen klonk het antisemitisme en anti-Israël geschreeuw luid uit de monden van Arabische en Islamitische elementen en werd vastgesteld dat zionisme een vorm van racisme is en dat Joden sowieso niet deugen. Durban ontaarde in een orgie van antisemitisme. Op boekentafels in het conferentiecentrum werden antisemitische werken verkocht, waaronder de "Protocollen van de Wijzen van Zion".

 

Onder de antisemitische folders die vrijelijk op de conferentie werden uitgedeeld was er een met een portret van Hitler en de tekst: “Wat was er gebeurd als ik had gewonnen? De goede dingen. Er zou geen Israël zijn en geen Palestijns bloedvergieten.” Joodse en Israëlische sprekers werden het zwijgen opgelegd en gepest, en boycot- en demonisatiecampagnes werden gestart. In Durban onderschreven 1500 kerkelijke en mensenrechtenorganisaties, waaronder Amnesty International en Human Rights Watch, formeel het plan om Israël als ‘apartheidsstaat’ internationaal te isoleren, door ‘het opleggen van bindende en alles omvattende sancties en embargo’s, de volledige stopzetting van alle relaties (diplomatiek, economisch, sociaal, hulpverlening, militaire samenwerking en training tussen alle staten en Israël ’.

Duizenden militante moslims hielden demonstraties, waarin hakenkruizen, antisemitische prenten en leuzen werden meegedragen. Kritische opmerkingen in de richting van Israël door de voormalige aartsterrorist  Jasser Arafat en Kofi Annan, werden met lang en luid applaus door de plenaire vergadering ontvangen.

De secretaris-generaal van Amnesty gaf later toe, dat de organisatie ook andere landen had moeten noemen, maar het kwaad was al geschied. De conferentie publiceerde een schandelijk anti-Israëldocument, dat de Joodse Staat bestempelde als een nog groter kwaad dan enig ander volk op de wereld. De val van Amnesty in morele absurditeit werd nog dieper, toen hij in 2006 Israël beschuldigde van misdaden tegen de menselijkheid, terwijl ze weigerden om Hezbollah zelfs maar te bekritiseren om de 3900 raketten die ze op Israëlische steden hadden afgeschoten en die 44 Israëlische burgers doodden en er nog eens 1400 verwondden. Hezbollah gebruikte menselijke schilden en vermoordde honderden van zijn eigen mensen, maar voor de agenda van Amnesty kwam het beter uit om Israël te bekritiseren.

Campagnemanager Krystian Benedict zei tegen een journalist dat 'Israël op de lijst staat van stomme dictatoriale regimes die de basale mensenrechten misbruiken – net als Birma, Noord-Korea, Iran en Soedan: zijn regering heeft dezelfde wellustige houding tegenover menselijke wezens'. Op 5 november 2014 tweette Benedict, nadat Israël bezwaar had aangetekend tegen het recentste partijdige rapport van Amnesty, dat Israël gelijk staat aan de kwaadaardige terreurgroep ISIS. Amnesty International heeft ook toegegeven, dat hij samenwerkt met een in Zwitserland gevestigde mensenrechtengroep, waarvan de Qatarese medeoprichter ervan is beschuldigd Al Qaida te financieren. In 2013 kende Amnesty zijn prijs Ambassadeur van het Geweten toe aan Roger Waters, die musicus van Pink Floyd die onvermoeibaar oproept tot boycot van de Joodse Staat, en die in zijn shows een levensgroot opblaasbaar varken met een Davidsster toont. Er zijn nog veel meer voorbeelden te noemen, maar het plaatje is duidelijk. Amnesty International is zijn morele kompas kwijt dat het ooit volgde, en het is diep in de modder weggezakt. Vermijd elk contact.

Voor het eerst sancties opgelegd aan Amnesty International conform Israël’s anti-boycotwet

Op 12 september 2017 berichtte het dagblad Israel Hayom dat Israël van plan was om de anti-boycot wet toe te passen die werd aangenomen in 2011, door van linkse niet-gouvermentele organisatie’s de belastingvrijgestelde status in te trekken waaronder die van Amnesty International, De Israëlische reactie kwam in antwoord op een campagne die Amnesty International lanceerde in juli 2017 onder de naam “Israel’s Occupation: 50 Years of Dispossession.” De organisatie roept daarin de wereld op om Israëlische producten te boycotten die worden geproduceerd voorbij de Groene Lijn meer bepaald in Jeruzalem, de Golan Hoogvlakte en Judea & Samaria. Bovendien roept deze club tevens op om aan Israël een wapenembargo op te leggen op beschuldiging dat de Joodse Staat “oorlogsmisdaden” zou hebben begaan ten aanzien van de Palestijnen in de Arabische woongebieden die geheel of gedeeltelijk worden bestuurd door Israël en vooral in de Gazastrook, hoewel Israël zich daar reeds in 2005 volledig heeft  uit teruggetrokken.

Op dat moment eisten woedende leden van de Knesset dat minister van Financiën Moshe Kahlon actie zou ondernemen, die echter geen beloftes deed maar verklaarde dat het ministerie “alle middelen die tot haar beschikking zijn, inclusief afschaffing van belastingvoordelen, zou aanwenden tegen elke organisatie die de staat Israël ondermijnt of soldaten van het IDF visereert.” De wet van 2011, wettelijk gekend als de “Prevention of Damage to the State of Israel through Boycott”, machtigt de minister van Financiën om sancties op te leggen aan om het even wie die promoot of deelneemt in een economische, culturele of academische boycot tegen om het even welke met Israël verbonden instelling of individu. De wet laat de regering tevens toe om de organisatie gerechtelijk te vervolgen, waardoor deze kan veroordeeld worden om schadevergoeding te betalen indien de boycot financiële schade zou berokkend hebben.

Een voorbeeld van schending van deze Israëlische anti-boycotwet door de bewuste NGO kan ondermeer vastgesteld worden  in uitspraken die Salil Shetty, deed op 7 juni 2017 op de website van Amnesty International: “Decennialang heeft de wereld passief toegekeken hoe Israël de huizen van Palestijnen heeft vernietigd en hun land en natuurlijke hulpbronnen voor eigen profijt heeft geplunderd. Terwijl de Palestijnse economie wordt verstoord door 50 jaren misbruik door (Israël’s) beleid, werd een bloeiende multimiljoenen dollar kostende nederzettingenonderneming gebouwd uit de systematische onderdrukking van de Palestijnse bevolking.Vijftig jaar lang is het amper veroordelen van Israël voor de uitbreiding van de nederzettinggen  ruimschoots onvoldoende gebleken. Het is tijd voor de landen om concrete internationale acties te ondernemen om de financiering van nederzettingen te stoppen die op zich reeds een schending zijn van het internationaal recht en oorlogsmisdaden inhouden.”

In dit geval zullen de vertegenwoordigers van Amnesty International worden opgeroepen door de minister van Financiën, Moshe Kahlon, die heeft gezegd dat hij na de hoorzitting een beslissing zal nemen over te nemen sancties of een ander besluit van de zaak. Elk verlies van zijn belastingvrijgestelde status in Israël kan het vermogen van Amnesty International om geld in de regio te verzamelen, ernstig beïnvloeden.

Amnesty International toont opnieuw haar ware gezicht

In januari 2019 drong Amnesty ook al aan op een boycot van het toerisme in de Joods plaatsen in de Bijbelse gebieden en ontkende het eveneens de Joodse historische banden met Jeruzalem en elders. Ook promoot Amnesty de Israël demoniserende boycot acties van Boycott, Divestment and Sanctions  (BDS). De boycot is bedoeld op het economisch beschadigen van bedrijven die eigendom zijn van Joden of zaken doen met Israël, en is uiteindelijk bedoeld om de Joodse staat schade toe te brengen. Ook heeft het de wetgeving in Ierland ondersteund die, als deze wordt vastgelegd, het bezoeken van Joodse historische en heilige plaatsen, inclusief de oude stad van Jeruzalem, criminaliseert en goederen en diensten koopt van Joden die zich om welke reden of voor welke duur dan ook in Jeruzalem en in 1949 bij de wapenstilstandslijnen bevinden.

Ook op 10 juli 2019 besloot Amnesty nog maar weer eens flink uit halen in haar al jarenlange haatcampagne tegen de Joodse staat. Het ging alle perken te buiten met halve waarheden en propagandamateriaal dat rechtsreeks uit de koker van de “Bende van Ramallah”leek te komen. Het riep op tot een toerisme boycot van wat het noemt ‘de Israëlische nederzettingen’ in Israëls hartland, de Bijbelse gebieden Samaria en Judea. Deze Joodse plaatsen worden als een ‘oorlogsmisdaad’bestempeld. Elke Joodse verbondenheid met het land Israël wordt ontkend. Ook heeft het het management en de stafmedewerkers van de Amerikaanse reisorganisatie TripAdvisor onder druk gezet om “te stoppen met profiteren van (Israëls) oorlogsmisdaden. We schrijven u aan om u te vragen dat u zich zou uitspreken tegen de rol van TripAdvisor in het aanmoedigen van het schenden van de mensenrechten in de bezette Palestijnse gebieden. Door het toerisme in deze illegale nederzettingen te promoten, helpt TripAdvisor hun economieën te stimuleren en bij te dragen aan het immense lijden van Palestijnen die zijn ontworteld van hun land, hun huizen zagen vernietigd worden en hun natuurlijke hulpbronnen geplunderd worden voor gebruik in de nederzettingen.” Deze schandalige uitspraak is afkomstig van Mark Dummett, mensenrechten onderzoeker bij Amnesty International.

Israëlische ministers noemden de uitspraken “antisemitisch” en een “buitensporige poging om de feiten te verdraaien, Joodse erfenis te verwerpen en Israël te delegitimeren.

In een leugenachtige aanval in november 2019 beschuldigde Amnesty Israël opnieuw valselijk van schending van het internationale recht door te schieten op het gebouw van de Palestijnse Mensen­rechten­commissie in Gaza: 'Wij veroordelen ten zeerste deze aanval, waarvan het kantoor in Gaza, werd getroffen door een Israëlische raket, Aanvallen op civiele gebouwen zijn in strijd met het internationale recht. We sturen onze solidariteit.’ Zonder de moeite te nemen de ware feiten te onderzoeken kreeg Israël de schuld van de raketinslag. Amnesty toonde foto’s van een verwoest gebouw in Gaza, met de vermelding, dat het getroffen was door Israëlische raketten.

Trey Yingst, verslaggever van Fox News was ter plaatste en weerlegde de beschuldiging dat het om een Israëlische raket zou gaan. Hij was er getuige van dat het gebouw werd geraakt door een raket van de Islamitische Jihad die werd afgeschoten richting Israel, maar zich in het bewuste gebouw boorde.

De veroordeling past geheel in de door Amnesty International voor­ingenomen­heid waarmee Israël in de internationale arena wordt geconfronteerd. Het is immer hetzelfde verhaal met deze club: ‘het opzettelijk verspreiden van laster over Israël en de misdaden van de islamitische terreurbewegingen in Gaza te verdoezelen.’ Israël heeft de valse beschuldiging terecht krachtig veroordeeld. Matan Peleg, CEO van de pro-Israëlische organisatie 'Im Tirtzu'' zei hierover: ‘deze zogenaamde mensenrechtenorganisatie zou zich moeten schamen om zo'n vuile aanklacht tegen Israël te verspreiden en zich aan de zijde van de terroristen te stellen'.

De smeerstukken van Amnesty zijn gericht tegen een land dat al jaren het hoofd moet bieden aan een doodscultuur waarin mensenlevens veracht worden. Er bestaat geen enkele aandacht voor het feit dat Israël sinds de Oslo-akkoorden in september 1993, voorstel op voorstel heeft gelanceerd om tot een blijvende vrede met de fake-Filistijnen te komen. Voorstellen die door terreurmiljardair Jasser Arafat, allemaal naar de prullenbak zijn verwezen en beantwoord met het sturen van zelfmoordenaars naar Israël om zich op te blazen in restaurants, dancings, bussen en andere publieke gelegenheden. Palestijnse terroristen die daarvoor nog steeds rijkelijk worden beloond door de “Bende van Ramallah” onder leiding van Mahmoud Abbas.

Het is volkomen duidelijk dat Amnesty International alle geloofwaardigheid heeft verloren. Het kiest al jaren overduidelijk de kant van de Palestijnse terroristen. Terwijl Israëls vijanden zich voorbereiden op de totale vernietiging van de Joodse staat, onthoudt Amnesty zich van enig commentaar op deze genocidale dreiging.

Terug naar: Inhoud